vrijdag 27 februari 2015

Ada X (44.000 Woorden III)

Ada haatte het dat Breuer haar zomaar een hele week alleen liet, omdat hij zo nodig voor zaken naar Duitsland moest. In haar gedachten vluchtte hij al met hangende pootjes terug naar die vreselijke berekenende slet van Lisa. Hoewel Ada heel goed wist dat ze vooral zich zichzelf gek maakte, was het toch sterker dan zijzelf. Al het zelfvertrouwen dat ze weer had opgebouwd sinds ze Breuer kende, was blijkbaar gelijk met Breuer mee naar Duitsland vertrokken. Die maandag ging het nog wel, want Breuer was ook altijd wel heel erg in haar leven  aanwezig, maar op dinsdag was het gevoel van opluchting al plaats aan het maken voor de altijd bij Ada aanwezige knagende onzekerheid. Het werd allemaal niet beter door het feit dat Breuer maar twee keer een kort mailtje stuurde. Als klap op de vuurpijl had Breuer haar ook nog gevraagd om Lidl te eten te geven. Ze had stomme beest nog geen enkele keer gezien, maar iedere keer als ze kwam, was het bakje leeg. Ada ging er daarom maar vanuit dat het goed ging.

Toen ze net klaar was met de brokjes en het water had ververst, stopte er een auto voor de boerderij van Hansvelt. Er stapte een vrouw uit. Ada kwam wat wantrouwig de keuken uit. “U wenst?” vroeg ze zo onvriendelijk mogelijk. Voordat Ada haar wantrouwen en onzekerheid nog verder had kunnen voeden, groette de vrouw haar hartelijk. “Jij bent vast Ada,” zei ze vriendelijk. Ada knikte een keer wat vaag bevestigend. “Ik ben Marga,” zei de vrouw vriendelijk, maar met een houding alsof daarmee alles duidelijk moest zijn voor Ada. “En wie is Marga?” vroeg ze, terwijl ze weer helemaal in haar professionele bitch-houding sprong. “De zus van Hans?” vervolgde Marga nu toch een beetje vragend. “Je gaat me toch niet vertellen dat Hans het weer eens is vergeten te vertellen?”

“Als Hans ‘het’ mij niet heeft verteld dan geloof ik ook niet dat ik dat kan bevestigen of ontkennen,” zei Ada gevat. Marga schudde even met haar hoofd. Ze spoelde Ada’s zin zichtbaar in haar hoofd terug. “Ja,” zei ze daarna gedecideerd, “dat klopt.”  Ada had geen idee of ze Ada’s zin bedoelde of het feit dat zij niet kon weten dat Marga langs kwam. “Goed,” zei Marga, “we beginnen gewoon opnieuw. Ik ben Hans’ zus en ik heb met hem afgesproken dat ik hier de komende dagen logeer.”

”O,” zei Ada, “dat had hij dan weleens mogen zeggen.” Soms was Breuer echt een onattente eikel. “Mijn broer,” zei Marga berustend. “Ik heb het hem nog zo gevraagd: heb je het nou gezegd?” Ada schudde haar hoofd. “Nee dus,” zei Marga. “Je boft,” zei Ada, “dat ik Lidl eten kwam geven. Anders was ik er niet eens geweest.” 

“Ik heb een sleutel,” stelde Marga haar gerust. “Trouwens, even los daarvan,” zei Ada. “Wil je koffie?”

“Graag,” zei Marga, “maar dan wel met het nieuwe apparaat.” Ze trok er een ondeugend gezicht  bij. “Hij kan er nog steeds niet mee omgaan,” zei Ada. Marga trok een berustende blik.  “Ach,” zei ze, “het blijft toch je broer.”

“Ja,” zei Ada, “hij heeft je wel over zijn koffiezetapparaat verteld, maar niet dat jij hier logeert.” “Ho,” zei Marga, “het blijft toch mijn broer. Hij heeft me wel uitgebreid bijgepraat over zijn nieuwe leuke vriendin en hoe geweldig die wel niet is.” Ada voelde zich van binnen helemaal warm worden. “Echt waar?’’ vroeg ze. “Nee,” zei Marga, “dat verzin ik maar.” Ze grijnsde naar Ada. “Je kan wel zien,” zei Ada berustend, “dat jullie familie zijn: zelfde gevoel voor humor.” “Goed hè,” zei Marga.

Tijdens de door Ada gezette koffie bleek Marga trouwens erg gezellig. Ze zaten samen in de keuken en Lidl, die zich al een hele tijd niet had laten zien, kwam de keuken binnen om zich door Marga op te laten pakken. Luid spinnend, ging ze bij haar op schoot liggen. “Ze mist Hans,” zei Marga, “want normaal is ze nooit zo aanhankelijk.” Ada vond het altijd al een rotbeest en het werd er niet beter op als ze wel naar Breuers zus kwam en niet naar haar. Marga leek oprecht geïnteresseerd in Ada en die vertelde dan ook wat voor werk ze deed, hoe ze was gescheiden en in de Polder was terecht gekomen. Marga knikte een paar keer. “En jij?” vroeg Ada daarna, want als ze iets over Breuer te weten wilde komen, was Marga toch de aangewezen persoon. Zonder echt op de details in te gaan, vertelde Marga, dat haar jeugd en die van Breuer allebei was gedomineerd door de geestesziekte van hun moeder en hoe het hele gezin en hun vader nog het meest, daar onder hadden geleden. “Daarom is Hans zo gesloten geworden,” besloot Marga haar verhaal. “Waarom denk je dat ik hem gesloten vind?” vroeg Ada, die zich niet graag woorden in de mond gelegd voelde krijgen. “Je zou de eerste zijn, die daar niet over klaagt,” zei Marga. “Maar zit ik er naast?” Ada schudde haar hoofd ontkennend. “Nou,” zei Marga met een gezicht van: dat zei ik toch. “Die klacht hoor ik altijd van iedereen. Het is echt een hele aardige man hoor, maar wel heel erg gesloten.”

“Hoe ging dat vorige vriendinnetje daar mee om?” vroeg Ada. “Hoe heette ze ook alweer?” “Bedoel je Lisa?” vroeg Marga in alle onschuld. “Precies,” zei Ada. “Helemaal vergeten hoe ze heette, maar die bedoel ik inderdaad.” Ada voelde zich vreselijk slim. “Die had het er volgens mij ook moeilijk mee,” zei Marga. “Zijn ze daarom uit elkaar gegaan?” vroeg Ada. “Weet ik eigenlijk niet,” zei Marga. “Volgens mij was de koek gewoon op. Dat zou je eigenlijk het beste aan Hans kunnen vragen.” Ada knikte een keertje alsof ze dat zeker van plan was; Breuer zag haar aankomen. Ze had al veel te veel en veel te vaak over haar o zo leuke voorgangster gezeurd.

Marga bleek Ada’s twijfel toch wel goed aan te voelen. “Misschien,” zei ze, “is het wel beter ook dat jij nu zijn vriendin bent. Lisa was een schatje en paste hier uitstekend in de Polder, maar ik weet dat ze zich in het gezelschap van andere kennissen van Hans weleens voelde als Maria uit The Sound of Music.”

“Alleen dat ze dan geen verleden had als uitgetreden non,” zei Ada. “Nee,” zei Marga geamuseerd. “Ik geloof absoluut dat het echte liefde was met mijn broer, maar ze gebruikte de gaven, die ze had. En waarom niet?” Ada kon wel honderd redenen verzinnen, maar ze hield haar mond. “Het was een charmant en uiterst leergierig meisje, maar haar opvoeding was nogal gebrekkig,” vervolgde Marga onverstoorbaar haar verhaal. “Volgens een kennis van mij, heeft Hans haar zo ongeveer opgevoed,” zei Ada. Marga knikte een keer bedachtzaam. “Dat zou best kunnen. Maar al met al denk ik dat jij je in zulke gezelschappen gemakkelijker weet te handhaven.”

“Zitten er veel vervelende mensen bij?” vroeg Ada. “Welnee,” zei Marga. “Alleen in dat groepje spiritueel geïnteresseerden van hem zit één vreselijk dame, maar daar moet je je niets van aantrekken.” “En wie is dat?” vroeg Ada. “Dan ben ik er maar alvast op voorbereid.”  “Gruwella, nou eigenlijk heet ze Guwenda. Ze zit al een hele tijd achter Hans aan, maar volgens mij alleen zo lang hij haar niet wil.”  Ada keek haar vragend aan. “Een verwend meisje,” verduidelijkte Marga. “Ze kan het niet uitstaan dat Hans haar niet wil. Ze zou zich te pletter schrikken.” Ada besloot de laatste opmerking maar te negeren. Na nog twee door Ada gezette koffie en een door Marga uit Breuers kelder opgediepte fles witte wijn, ging de beide dames alsnog als de beste vriendinnen uit elkaar.

dinsdag 24 februari 2015

Ada IX (44.000 Woorden II)

IX

Ada sloeg nog slaapdronken haar arm Breuer heen. Ze voelde en voelde nog een keer, maar haar hand kon hem niet vinden. Met tegenzin deed ze een oog open om te kijken waar hij was. Toen ze zag dat hij niet meer naast haar lag, bleef  haar hand toch nog even door woelen. Dat hielp natuurlijk ook niet; hij was echt uit bed gegaan. Ada ging rechtop zitten en keek op de wekker; het was acht uur en absoluut geen tijd om op te staan als je vrij had. Ada bleef nog even liggen in de vage hoop dat Breuer even naar het toilet was gegaan, toch goed mogelijk op zijn leeftijd, stelde ze grimmig vast. Maar toen de vreselijke waarheid tot haar door was gedrongen dat Breuer echt was opgestaan, besloot ze toch nog maar even te proberen om verder te slapen.  Ze rolde zich een paar keer door het bed, maar ze wist zelf ook heel goed dat het allemaal vergeefse moeite was. Ada ging nijdig op de rand van het bed zitten. Afschuwelijke man, dacht ze. Zo’n vroege opstaander. Ada haatte dat soort types.

Toen ze beneden kwam, kon ze Breuer eerst nergens vinden. In de keuken zag ze dat Lidl al te eten had gekregen. Rotbeest, dacht Ada. Breuer was ook niet in de huiskamer. Ada twijfelde er over of ze eerst koffie zou gaan zetten of eerst Breuer zou gaan zoeken, maar uiteindelijk besloot ze dat het misschien wel zo netjes was om toch eerst de gastheer te gaan zoeken. Dat bleek overigens minder ingewikkeld dan ze had verwacht, want Breuer zat met zijn rug naar haar toe in lotushouding op zijn eigen warande. “Goedemorgen,” zei hij. “Lekker geslapen?”  “Wat doe jij nou?” vroeg Ada verbaasd. “Ik mediteerde,” zei Breuer, die opmerkelijk vlot opstond. Ada moest toegeven dat die man nog steeds echt ongelofelijk lenig was; het bleef haar verbazen. “Doe je dat vaker?” vroeg Ada. “Wat?” vroeg Breuer. “Mediteren,” zei Ada, die zich verbaasde over Breuers korte-termijn-geheugen. Net een goudvis, dacht ze. “Iedere ochtend,” zei Breuer. “Ik kan het echt iedereen aanbevelen.”

“Blijkbaar ook goed voor je geheugen,” mompelde Ada ironisch, maar Breuer hoorde het gelukkig niet. “Ik heb je nog nooit zien mediteren,” zei Ada. “Logisch,” zei Breuer droog. “De eerste keer was je dronken en de tweede keer was ik alleen maar bezig met voor jou koffie te zetten. Dat was al ingewikkeld genoeg.” Het klonk voor Ada toch allemaal wel een beetje verwijtend. “Voor jou wel,” zei Ada. “Je hebt echt geen enkel lerend vermogen.” Breuer keek haar aan met een blik waarvan Ada de achterliggende gedachten maar niet wilde raden. Ze sloeg haar armen om haar heen en begon hem hartstochtelijk te kussen. “Doe niet zo flauw,” zei ze tegen Breuer toen hij zijn armen slap langs zijn lichaam liet hangen. Breuer zei niets en Ada voelde zich alweer onzeker worden.  Breuer merkte dat blijkbaar, want hij sloeg nu alsnog zijn armen om haar heen en beantwoordde haar kus door met zijn tong diep in haar mond binnen te dringen. “Je bent raar, je doet me pijn en je kan gewoon geen koffie zetten,” zei Ada die zich nu heel stevig tegen Breuer aan drukte, “maar ik heb geloof ik nog nooit zoveel van iemand gehouden.”  Breuer zei niets, maar drukte haar nog iets steviger tegen zich aan.

Na de koffie, die Ada maar had gemaakt, gingen ze nog even in de tuin zitten. De Polder begon als iedere zomer weer langzaam te verkleuren. “We hebben een uitnodiging,” zei Breuer. “We?” vroeg Ada.”Nou,” zei Breuer, “eigenlijk ik, maar misschien wil je wel mee.”

“Leuk,” zei Ada, die al blij was dat Breuer haar zomaar naar iemand mee nam. “Waar gaan we eigenlijk naar toe?”  “Een kennis van mij organiseert één keer per jaar een groot feest,” zei Breuer. “Leuk,” zei Ada voor de tweede keer. Breuer knikte een keer nadenkend. “Niet leuk?” vroeg Ada. “Ach,” zei Breuer, “hij is een beetje anders.” ”Wie,” vroeg Ada. “Anders,” zei Breuer. “Schrijft hij ook sprookjes?” vroeg Ada. Breuer schoot even in de lach. “Anders was meer, of eigenlijk leek meer de sprookjesprins voor veel vrouwen, maar eigenlijk is het meer een soort repelsteeltje.”

“Zoiets als jij,” zei Ada plagerig, maar ze zag aan Breuers gezicht dat hij serieus was. “Nee hoor,” zei Breuer, “bij Anders liepen de vrouwen uiteindelijk altijd weg.”

“Bij jou ook,” zei Ada met een uitgestreken gezicht. “Ja,” zei Breuer, “maar tenminste onbeschadigd.”  Ada dacht aan die kleine slet van een Lisa, die Breuer zo ongeveer had opgevoed tot die o zo leuke Lisa waar iedereen zoveel van had gehouden. Misschien was er dan inderdaad wel een verschil tussen die Anders en Breuer. “Wat maakt hem dan anders?” vroeg Ada nu toch wel serieus geïnteresseerd. “Hij was soms echt wreed,” zei Breuer. “Aan de andere kant kon Anders ook de beste vriend zijn, die je je maar voor kon stellen, maar…. ik zou niet graag zijn vriendin zijn.” Ada legde haar hoofd op Breuers schoot. “Dan blijf ik toch maar bij jou,” zei ze, “ondanks het feit dat je echt de enige man bent, die ik ken, die geen koffie kan zetten.” Breuer moest er wel om een beetje om lachen, maar waarschijnlijk meer om Ada een plezier te doen dat hij het echt grappig vond.

Ada kreeg zelden de kans om iets van Breuers verleden te leren kennen en daarom wilde ze alles weten over die Anders. Of Breuer het wilde of niet; op deze manier moest hij toch ook iets over zichzelf vertellen. “Waar ken  je die Anders eigenlijk van?” vroeg Ada zo onschuldig mogelijk. Ze had van haar interview met Werner wel geleerd dat ze toch veel doorzichtiger was dan ze had gedacht. “Gewoon via zaken,” zei Breuer. “Toen wij een geldschieter zochten, had Anders net zijn fabriek verkocht.” “Fabriek?” vroeg Ada. “Chocola,” zei Breuer. “Hij maakte chocolade paashazen en dat soort dingen. Je kan het je niet voorstellen, maar zijn familie was er erg rijk door geworden.”

“Ach,” zei Ada, “ waarom niet? Anderen worden rijk met magazijnstellingen.” “Software,” verbeterde Breuer haar. “Software voor magazijnen.” 

“What ever,” zei Ada en ze nestelde zich warm op Breuers schoot. Nu hij een keer wat wilde vertellen, moest ze er van profiteren. “Je had toentertijd bij ons op de universiteit een bureau dat bemiddelde tussen studenten met een slim idee en geldschieters,” zei Breuer. “Anders deed zijn naam eer aan. Hij was echt Anders. En wat meer is; wij begrepen elkaar direct. Anders was een vrouwenmagneet en daarnaast ook nog ongelofelijk dominant.”

“Klinkt wel echt als jouw vriend,” zei Ada en ze kuste Breuer in zijn nek. Breuer keek toch wat bedenkelijk. Ada sloeg haar armen om Breuer heen.

Breuer mocht dan zijn sentimentele buien hebben en zijn twijfels hebben bij de manier waarop Anders met vrouwen om ging, maar tot Ada’s schade bleek zijn geheugen prima te zijn. Hij had haar al op bank uitgekleed en haar daarna meegenomen naar een ruimte waar ze nog nooit was geweest  Breuer maakte haar zwijgend vast aan het aanwezige andreaskruis.  Hij blinddoekte haar. “Zo,” zei hij rustig, maar dreigend, “volgens mij was jij vandaag in een opstandige bui.” Hij pakte haar tepels vast en streelde die tot ze hard werden. Het maakte Ada ongelofelijk geil, maar ze had geen moment de illusie dat het allen bij dit kleine genot zou blijven.  Ze voelde Breuers hand langs haar kruis glijden. “Zo,” zei hij goedkeurend. “Volgens mij hebben we er zin in.” Ada hield haar mond, want ze ging er vanuit dat alles wat ze zou zeggen, het voor haar alleen maar erger zou maken. Dat bleek het volgende moment al te kloppen toen Breuer eerst op haar linker- en het volgend moment, voor ze van de schrik en pijn was bekomen, ook op haar rechterborst een tepelklem zette.  Ada gaf een gil en rukt aan haar boeien, maar die waren van stevig leer en de kans dat ze los zou komen was verwaarloosbaar. “Ik heb iets speciaals voor je,” zei Breuer. Daar was ik al bang voor, dacht Ada terwijl de snijdende pijn in haar tepels over ging in een verschrikkelijk gevoel dat nog steeds gedeeltelijk uit pijn, maar vooral uit verschrikkelijk genot bestond. “Dit gebruiken ze in de Verenigde Staten om koeien in beweging te krijgen,” zei Breuer onheilspellend. “Wat denk je? Zou jij er door in beweging komen?” de schok kwam totaal onverwacht. De hufter had het apparaat op haar clitoris gezet en haar een stroomstoot gegeven. Ada rukte aan haar boeien, maar daardoor vlogen haar borsten ook omhoog. De pijn in haar tepels was bijna ondragelijk. “Aaauw!”schreeuwde ze. “Wat wil je van me?” vroeg ze daarna dringend en smekend. Ada was in haar werk gewend te onderhandelen en probeerde dat nu ook met Breuer. “Wat moet ik doen?” smeekte ze. “Ik doe echt alles, maar laat deze pijn alsjeblieft ophouden.” Ze hoorde Breuer een moment kort lachen. “Alsjeblieft, alles wat je maar wil.” “Maar dat doe je al schatje,” zei Breuer. “Ik wil namelijk dat je pijn lijdt.” Ada moest haar best doen om niet te gaan huilen, maar de tranen sprongen spontaan in haar ogen. Breuer gaf haar nog een stroomstoot gegeven op haar clitoris. Ada schokte opnieuw met haar lichaam, maar wist haar bovenlichaam grotendeels stil te houden.  “Steek je tong uit,” zei Breuer. Ada begon te huilen terwijl ze haar tong uit stak. “Nee,” smeekte ze met haar mond open. Het volgende moment voelde ze de schok op haar tong. “Alsjeblieft,” smeekte ze, “Alsjeblieft.” Breuer haalde de klemmen van haar tepels. Een golf van pijn en genot ging door haar heen toen haar tepels eindelijk van die vreselijke klemmen waren bevrijd en zich hopelijk weer een beetje herstelden. “Bedank me maar,” zei Breuer. “Dank u wel meester,” zei Ada. Het was de eerste keer dat ze hem zo noemde, maar om van die pijn af te komen, had ze wel alles willen beloven of zeggen. “Goed zo,” zei Breuer hoorbaar zelfingenomen. “Je leert snel.” Als beloning kust hij haar op haar mond. “Maar we zijn er nog niet voor vandaag. We gaan een spelletje spelen. Ik geef jou een stroomstoot en jij telt. Als je je vertelt, beginnen we gewoon opnieuw. Snap je dat?”Ada knikte en huilde zachtjes. “Goed,” zei Breuer. “Na iedere stoot zeg je de hoeveelste het is en daarna: Dank u meester. En als je het goed doet, ben je dan bij tien klaar.” Ada voelde de eerste stroomstoot. “Een,” zei ze. Breuer wachtte even met de tweede stroomstoot. “Fout,” zei hij. “Geeft niets hoor. We beginnen gewoon opnieuw.”

”Hoezo?” vroeg Ada. “Ik heb toch keurig geteld.”

“En het Dank u Meester?” vroeg Breuer gespeeld vriendelijk.  Ada worstelde van frustratie met haar boeien, maar het was allemaal zinloos. “Ben je er klaar voor?” vroeg Breuer. Ada knikte opnieuw en zette zich huiverend schrap. Na de eerste stroomstoot wist Ada nu prima wat er van haar werd verwacht. “Een. Dank u meester.” Breuer kuste haar op de mond. “Zie je wel,” zei hij troostend, “zo moeilijk is het allemaal niet.” Ada zei keurig het verplichte lesje op. Alleen bij acht vergat ze bijna het “Dank u meester.” Volgens mij vergeet je wat,” zei Breuer en dan moeten we weer opnieuw beginnen. “Dank u meester,” zei Ada snel. “Dank u meester.” “Twee keer is te veel,” zei Breuer, maar voor vandaag zullen we het door de vingers zien.  De laatste twee keer deed Ada keurig maar snikkend haar plicht.

Breuer maakte Ada los van het kruis. Ze viel tegen hem aan, maar hij pakte haar op en nam haar in zijn armen. Nadat hij haar even had getroost, was het weer gedaan met de pret. “Ik heb dorst,’ zei Breuer en daarom heb ik voor jou ook wat. Hij maakte haar armen vast achter haar rug en dwong haar op haar knieën. Breuer duwde Ada’s hoofd omlaag. Ze voelde een metalen bakje. “Drink,” zei Breuer. Ada begon gehoorzaam te drinken. Ze kon zich op dit moment niets voorstellen wat ze niet zou doen als hij het zei. Nadat ze met enige moeite wat water binnen had gekregen, trok Breuer Ada aan haar haren weer omhoog. Ze voelde zijn stijve penis in haar gezicht. Ada was nu blij dat ze wat had kunnen drinken en dat haar mond niet meer zo droog was.  Ada nam Breuers penis in haar mond en begon gehoorzaam te zuigen. Toen ze merkte dat Breuer opgewonden werd, voelde ze ondanks alles haar eigen lustgevoelens ook weer terug komen. Toen Breuer kwam, legde ze haar hoofd op zijn schoot, maar al Breuers agressie leek wel verdwenen op het moment dat hij was gekomen. Hij zakte door zijn knieën en hield Ada stevig vast. Zijn hand gleed langs Ada’s clitoris en greep deze toen stevig vast. Voor Breuer maar zelfs het begin van beweging had kunnen maken, kwam Ada met een luide gil.  Nagenietend en naschokkend had ze de grootst mogelijke moeite om niet om te vallen. Breuer ving haar op en tilde haar daarna in een grote zwaai op. Ada voelde zich totaal leeg. Ze had het idee dat ze bijna naar zichzelf keek toen Breuer haar naar het grote bed bracht.  Hij legde haar er neer en kuste haar een keer op haar voorhoofd. Ada staarde naar het plafond, maar ze moest uiteindelijk toch in slaap zijn gevallen. Toen ze zich er weer bewust van was, dat ze wakker was, zat Breuer naast haar in het bed te lezen. Met nog wat stijve spieren probeerde ze tegen hem aan te kruipen. Breuer legde zijn boek weg en ging over haar heen liggen. Hij kuste eerst haar voorhoofd en toen haar neus. De kus op haar mond was dit keer zacht en teder. Daarna kuste Breuer haar nek, haar borsten en haar vagina. Ada voelde zich weer langzaam wegglijden in een soort trance in het schemergebied tussen waken en slapen.

Ada werd wakker en keek een keer om zich heen. Ze knipperde een keer met haar ogen. Het leek wel of de hele wereld er vandaag gewoon net wat scherper uit zag dan normaal. Ze bleef even ontspannen naar het plafond kijken. De lamp aan het plafond was haar eigenlijk nog nooit zo opgevallen. Het was een zwarte rond schijf met daarop een melkwitte grote glazen schijf gemonteerd. Vast iets uit Zweden, dacht Ada, maar misschien was het, Breuer een beetje kennende, iets heel duurs. Ze rekte zich ontspannen uit, maar de pijn in haar schouders herinnerde haar weer opeens aan gisteravond. Klootzak, dacht ze en ze meende het intens. Breuer was echt te keer gegaan als een beest. Nu ze er goed over nadacht voelde ze ook haar borsten nog steeds. Ze drukte zich weer terug in de kussens en probeerde weer het gevoel van trance dat haar gisteren zo had overrompeld terug te halen, maar ze begreep zelf ook wel dat dat vergeefse moeite was.

“Goedemorgen,” zei Breuer. “Je hebt je weer eens uitgesloofd,” zei Ada toen ze hem met een heel blad binnen zag komen. “Ik heb zelfs koffie gezet,” zei Breuer trots. “Het moet niet gekker worden,” antwoordde Ada. Ze merkte dat ze stierf van de honger. “Daarom kan ik nou nooit mediteren,” zei Breuer. “Ik moet altijd voor jou zorgen.”

“Ik heb last van mijn schouders,” zei Ada, die het helemaal niet erg vond om Breuer zich toch een beetje schuldig te laten voelen. “Oh,” zei Breuer, maar hij maakte niet echt de indruk, dat hij daar echt mee bezig was. “Echt,” zei Ada met een benepen stemmetje en een pruillipje. Breuer besmeerde een geroosterde boterham met boter. “Wat wil je er op?” vroeg hij. “Je negeert me,” stelde Ada vast. Breuer knikte bevestigend. “Marmelade of kaas?”

“Nou, doe dan maar marmelade,” zei Ada pragmatisch.  “Heb je eigenlijk nog andere hobby’s?” vroeg Ada aan Breuer. “Anders dan?” vroeg Breuer met nog halfvolle mond. “Dit,” zei Ada, terwijl ze op haar mishandelde borsten wees. Breuer antwoordde niet, maar keek nadenkend naar zijn koffie. “Niet echt,’ zei hij uiteindelijk. “Ik heb nog nooit iemand meegemaakt, die zo weinig behoeftes heeft als jij,” zei Ada. “Waar word jij nou echt enthousiast van?”

“Van jou,” zei Breuer voorspelbaar, “maar verder weet ik het echt niet.”

“Je bent altijd met alles zo vreselijk gereserveerd,” zei Ada. Breuer haalde zijn schouders op. “Ik heb stropdassen verzameld,” zei hij toen met een grijns. “En toen?” vroeg Ada. “Ik draag nooit dassen,” zei Breuer droog. “Dat was dus ook best kansloos.”  Ada besloot niet door te vragen; ze wist al van te voren dat Breuer haar met een kluitje in het riet zou sturen.

 

zaterdag 21 februari 2015

Ada VIII (44.000 Woorden III)

In Gemeenteraad werd het rapport van de Commissie Integriteit gepresenteerd en besproken en voor het eerst sinds het aftreden van de vorige burgemeester was het echt weer eens druk in de raadszaal. Volgens Karremans waren er naast Werner dit keer zelfs ook nog echte journalisten in de zaal. Vlak na de verkiezingen was er een commissie van raadsleden gevormd, die het gedrag van de vorige burgemeester zou onderzoeken. Nu deze echt was vertrokken en voormalig wethouder Kellermeister niet eens meer zijn boodschappen in de Polder dorst te doen, was de gemeenteraad alsnog, maar natuurlijk veel te laat, moedig geworden. Het was Ada al eerder opgevallen dat nu de trouwste aanhangers van de vorige burgemeester, vooral naar eigen zeggen natuurlijk, achteraf haar grootste tegenstanders waren geweest. Om niet zelf alles te hoeven onderzoeken, was de commissie vooral als opdrachtgever opgetreden en had een onderzoeksbureau het eigenlijke onderzoek laten doen. Het was het eerste raadsstuk dat Ada van het begin tot het einde en vooral ook met rode oortjes had gelezen.  Ze had het bij Breuer uitgeprint en terwijl zij van het scherm las, las hij het als een echte oude man van papier. “Gaat dit over jou?” had ze aan Breuer gevraagd. “De burgemeester heeft meerdere malen de indruk gewekt namens de Gemeente  te spreken, ook als ze daar niet toe gerechtigd was.” Breuer knikte een keer. “Dat zou heel goed kunnen,” zei hij bedachtzaam, “maar aan de andere kant heeft ze natuurlijk wel meer toegezegd. Dat deed ze graag als ze een positieve indruk wilde maken.” “Misschien had ze een oogje op je,” zei Ada. “Vast niet,” antwoordde, “maar misschien wilde ze Kellermeister hier wel een keer goed aftuigen.”

“Zieke geest,” zei Ada en het drong gelijk tot haar door hoe belachelijk dat was. “Ach,” zei Breuer met een effen gezicht, “wie zijn wij om daar over te oordelen?” Ada beet Breuer zachtjes in zijn arm. Gewoon, omdat ze niet wist hoe ze onder woorden moest brengen hoe ze zich voelde. Breuer streek Ada door haar haar.

De vergadering was na het spannende rapport voor Ada een grote tegenvaller. Iedere fractievoorzitter leuterde wat over de schade en de schande, die de vorige burgemeester over de Polder had gebracht, maar nu was het natuurlijk allemaal anders. Eigenlijk had alleen van Dinthen voor vuurwerk kunnen zorgen, want Ada en hij zaten de vorige periode niet  in de raad, maar van Dinthen hield een slap praatje waaruit vooral moest blijken dat hij een groot en warm vriend van de huidige burgemeester was.  Karremans liep even bij Ada langs. “Ja,” zei ze nijdig, “ik weet het.” Soms vond Ada zelfs Karremans irritant. “Trek het je niet aan,” zei Karremans gemoedelijk. “Hij zal het nooit leren. Maar eerlijk gezegd zijn we daar vandaag allemaal wel blij mee.”

“Doe er maar cynisch over,” zei Ada nijdig. “Trouwens,” zei Karremans, “je vriendje is er ook.” “Hoe bedoel je?” vroeg Ada verbaasd. “Nou die Breuer,” zei Karremans. Ondanks het slappe beschamende verhaal van haar fractievoorzitter schoot Ada in de lach. Verschillende collega’s keken op. “Waarom moet je zo lachen?” vroeg Karremans. “Niets,” zei Ada. “je bent echt een schatje.” Hij keek haar verbaasd aan, maar toen ze verder niets wilde zeggen, haalde Karremans zijn schouders op en ging weer bij zijn eigen fractie zitten. Merkwaardig genoeg hield Karremans daarna zelf nog het stevigste verhaal van allemaal. Vooral zijn oude vriend, partijgenoot en vroegere wethouder Kellermeister moest het daarin ontgelden.  Ada moest toegeven dat in deze raad die Karremans misschien nog wel de meeste ballen had.

Na de vergadering werden de fractievoorzitters geïnterviewd door verschillende journalisten. Van Dinthen bloeide helemaal op door de aandacht, die hij nu kreeg en zelfs van echte journalisten. Ada vond het allemaal best; ze zocht Breuer snel op. “Kop op,” zei hij terwijl hij haar een kus gaf. “Van Dinthen is nu eenmaal een eikel.”

“Ja,” gaf  Ada volmondig toe, “eigenlijk was alleen het verhaal van Karremans nog wel een beetje te verdragen.” Breuer haalde zijn schouders op. “Vond jij van niet?” vroeg Ada verbaasd. “Karremans en Kellermeister waren vroeger goede vrienden, maar dat is inmiddels al weer heel lang geleden,” zei Breuer. “Karremans heeft nog een appeltje met Kellermeister te schillen en dat doet hij op deze manier.” Ada werd er zo langzamerhand gek van. Er was altijd wel ergens sprake van een dubbele bodem. Karremans zelf, kwam zich totaal onbewust van de diabolische bedoelingen, die Breuer hem toeschreef, gezellig naar Ada toe toen hij ook Breuer zag staan. Ada had moeite om haar lachen in te houden toen Karremans zag dat Breuer met zijn arm om Ada heen stond. “Oh,” zei hij en zijn mond bleef van verbazing keurig rond open staan. Het deed Ada vooral denken aan een goudvis op het droge. “Begrijp je nu waarom ik daarnet zo moest lachen?” vroeg Ada. Het was onduidelijk of de vraag wel tot Karremans door drong, want hij reageerde in ieder geval niet zichtbaar. “Goed,” zei Breuer, “je hebt het kampioenschap dom kijken nu echt wel gewonnen.” Karremans herstelde zich langzaam en wist zijn mond langzaam in de richting van een grimas te persen. “Leuk,” zei hij vlak, maar het was Ada niet ontgaan dat zijn ogen vooral verdrietig keken. “Echt leuk.” Karremans keek een keer om zich heen, zwaaide naar Ada met een vaag gebaar en liep toen razendsnel naar een ander groepje. “Arme man,” zei Breuer, “hij had het echt te pakken van je.”  Nu was het Ada’s beurt om dom te kijken. “Nou,” zei Breuer, “Karremans was beter, maar je komt in de buurt.” Ada keek er nu ook nog vragend bij. Breuer keek haar een beetje ironisch aan en gaf haar toen een kus op haar voorhoofd. “Je keek bijna net zo dom als Karremans,” verduidelijkte Breuer. “Wist je dat echt niet?” Ada schudde haar hoofd. Ze had echt geen idee gehad. “Arme man,” zei Breuer nogmaals. “Doe maar net of je er geen erg in hebt.”

“Denk je dat hij daar in zal trappen?” vroeg Ada. “Natuurlijk wel,” zei Breuer. Ada keek Breuer bedenkelijk aan. “Geen betere suggestie,” zei Breuer, “dan zelfsuggestie.”  Ada moest aan haar directeur Joris denken en hoe hij met zijn stichtingsbestuur omging. Breuer zou best wel eens gelijk kunnen hebben.

Dit was blijkbaar de avond waarop van Dinthen zich voor het eerst sinds de verkiezingen herinnerde waarom hij ooit de politiek in was gegaan. Hij was geïnterviewd door echte journalisten en hij had zijn gebrekkige inzicht in de affaire met de vorige burgemeester met het hele land mogen delen. Ada was eerst nog in zijn beurt gebleven om te zien of ze de schade nog kon beperken, maar het was onbegonnen werk. Van plaatsvervangende schaamte was ze afgedropen naar Breuers veilige armen. “Ik schaam me dood,” zei ze. Breuer kuste haar op haar voorhoofd. “Vandaag gebeurt er toch niets meer,” zei hij. “Iedereen is alleen maar zo druk, omdat ze hun stress aan het ontladen zijn. Een keertje flink met zijn allen zuipen, doet wonderen.”  Ada had geen idee, maar ze had een heilig vertrouwen in het beoordelingsvermogen van Breuer.  “En jij?” vroeg Ada  aan Breuer. Breuer keek haar vragend aan. “Heb jij nooit stress.”

“Je moest eens weten,” zei Breuer. “Daar merk ik anders nooit iets van,” zei Ada. Breuer haalde zijn schouders op en Ada vroeg niet verder. Ze wist inmiddels ook wel dat Breuer op sommige punten zo gesloten was als een pot. “Laten we naar huis gaan,” stelde Breuer voor. “Fijn,” zei Ada. “Hoe bedoel je?” vroeg Breuer. “Gewoon,” zei Ada, “het is fijn om weer bij iemand te horen. Iemand, die er voor je is.” Breuer keek wat moeilijk. Het verbaasde Ada iedere keer weer hoe verlegen die man soms kon zijn.

Terwijl Breuer al sliep, lag Ada stijf tegen hem aan. “We lijken wel een getrouwd stel,” had ze nog tegen hem gezegd vlak voor hij in slaap viel. “Hoe bedoel je?” had hij gevraagd. “Nou,” zei Ada, “lekker tegen elkaar aan liggen, maar geen seks.” Breuer had er om gelachen. “Je weet niet wat ik nog allemaal voor je in gedachten heb,” had hij gezegd.” “Bluf,” zei Ada. “Je bent gewoon een oude man.” Breuer was duidelijk in een goede bui; hij liet allemaal maar over zich heen komen. “Weet je wat pas echt erotisch is,” zei hij, “tegen elkaar in slaap vallen.”

“Heerlijk,” had Ada gezegd. Ze was tegen Breuer aan gaan liggen en voelde zich weer even zestien.

 

zaterdag 14 februari 2015

Ada VII (44.000 Woorden III)

“Vind je mij oud?” vroeg Ada. Breuer, die weer eens aan het worstelen was met zijn koffiezetapparaat, keek verbaasd op.  “Vindt u mij lang?” vroeg Breuer aan Ada. Nu was het haar beurt om verbaasd te kijken. “Iets van een televisieserie waar ik vroeger weleens naar keek,” zei hij. “Ik ben serieus,” zei Ada. “Sorry,” zei Breuer. “Waarom zou ik jou in Godsnaam oud vinden?” Ada haalde haar schouders op en keek wat moeilijk. “Ik heb begrepen dat je vorige, o zo leuke en geweldige vriendin een stuk jonger was.” Breuer keek haar eerst verbaasd aan en schoot toen in de lach tot hij zag, dat het Ada bittere ernst was. Het huilen stond haar nader dan het lachen. Breuer liet dat verdomde koffiezetapparaat van hem zowaar even met rust en sloeg zijn armen beschermend, maar ook wat hulpeloos om haar heen. “Schatje toch,” zei hij troostend tegen haar terwijl haar tegen zich aan trok. “Wat gaat er ook af en toe in dat hoofd van je om?” vroeg hij. Ada wist eigenlijk niet of ze boos was, of juist droevig. “Hoe denk je dat het is om altijd van iedereen te moeten horen dat die Lisa van jou zo geweldig was.”

“Van wie heb je dat dan gehoord?” vroeg Breuer. “Nou, van iedereen,” zei Ada terwijl ze zich er van bewust dat ze klonk als een twaalfjarig meisje. Breuer hield haar nu stevig vast en Ada wist niet of ze zich los wilde worstelen of juist tegen hem aan wilde kruipen. “Heb ik iets gezegd?” vroeg Breuer. “Ik hou van je en ik vergelijk je nooit met een vorig vriendinnetje.”

“O,” zei Ada honend. “is dat wat we voor je zijn, gewoon vriendinnetjes?” Ze wist zelf ook wel dat ze onredelijk was, maar het was sterker dan zij zelf. Breuer vond nu blijkbaar ook dat ze zich aanstelde, want ze zag de uitdrukking op zijn gezicht veranderen van ‘begripvol’ naar ‘licht ironisch.’ Het was zo’n moment dat ze zijn gezicht zag bevriezen en hij afstand nam. Ze had dat gezicht al verschillende keren gezien, maar nog nooit als hij naar haar keek. Ze kroop tegen hem aan en begon te huilen. Breuer streelde haar, maar voor haar gevoel had het wat mechanisch.  Ada slikte een keer. “Sorry,”  zei ze. “Ik stel me aan.” Ze zag hoe Breuers zich weer langzaam ontspande. Het leek wel of die man emoties haatte. Breuer veegde de tranen van haar wangen en was weer zijn volkomen begripvolle zelf. “Wat is er nou aan de hand?” vroeg Breuer. “Je kent me,” zei Ada. “Ik zoek altijd alles uit en voor ik dat interview met Werner had waar ik je over heb verteld, heb ik het digitale archief van de Hoekse Bode goed doorgenomen. Jij staat op een aantal foto’s en bijna altijd met die slet.” Ze zag Breuers gezicht toch weer enigszins betrekken. “Sorry,” zei ze, “maar toen ik rond ging vragen, bleek iedereen haar allemaal zo geweldig te vinden.” “Logisch,” zei Breuer. “Lisa was, of beter gezegd is een fantastische vrouw, maar ze is ook weg.” “Hoe bedoel je?” vroeg Ada. “Toen Lisa hier nog gewoon rond liep, hadden zij en Werner regelmatig bonje,” zei Breuer. “Pas als de ergernissen van het dagelijks leven weg zijn, denken we dat mensen heiligen zijn.” Ada liet het allemaal maar even op zich inwerken. “Heb je nog wel contact met haar?” vroeg Ada toch een beetje benepen. “Zelden,” zei Breuer. “Ze heeft me laatst nog via de mail gevraagd of ik als referentie op wilde treden.” “Waar ging het mis tussen jullie?” vroeg Ada. “Het ging niet mis,” zei Breuer. “Het was gewoon op.”

“Vond je dat erg?” vroeg Ada. “Ik vond het verschrikkelijk,” zei Breuer. “En zij vond het trouwens ook verschrikkelijk.”  Ada hield verder haar mond en Breuer ging maar weer eens proberen om koffie te zetten. Nadat Ada Breuer nog even had laten tobben, vond ze het genoeg. Ze duwde hem zachtjes opzij. “Laat mij maar,” zei ze, “je leert het echt nooit.”

Omdat praten over de ex van je vriend nou niet echt de manier is om de stemming te verhogen, vermeed Ada dat onderwerp zorgvuldig. In plaats daarvan kroop ze op de bank voorzichtig tegen hem aan. Toen Breuer even niet op lette, gaf ze Lidl snel een zwieper. Breuer had er gelukkig geen erg in. Breuer pakte haar voorzichtig bij haar nek en drukte haar hoofd in zijn kruis. “Ik bijt,” dreigde Ada terwijl ze probeerde zich uit Breuers greep te worstelen. Breuer lachte een keer ironisch. “Kleed je maar uit,” zei hij terwijl hij haar los liet. “Als ik dat nou niet wil,” zei Ada. Breuer nam niet eens de moeite om te reageren. “Jij gaat er altijd maar vanuit dat ik precies doe wat jij zegt,” mokte Ada terwijl ze zich uitkleedde. Ze draaide ook nu weer net iets meer met haar kont dan noodzakelijk was, maar Ada deed haar best om het ook niet te overdrijven. Hij hoefde echt niet te denken dat ze het altijd zomaar leuk vond om zich voor hem uit te kleden. Toen ze zich had uitgekleed, ging ze preuts met haar handen voor haar borsten en vagina voor hem staan. “En nu?” zei ze uitdagend. Breuer bekeek haar goedkeurend. “Weet je,” zei Ada, “een slavenmarkt was wel iets voor jou geweest. Dan had je je vrouwen eerst uitgebreid kunnen bekijken en keuren.”

“Heerlijk,” beaamde Breuer. “Kom eens hier.” Ada knielde voor hem neer. Breuer pakte een paar handboeien en maakte haar polsen achter haar rug vast. Ada voelde hij ze nat werd. Breuer duwde haar hoofd zachtjes in zijn kruis. Ada zag de gigantische bobbel dwars door zijn broek. Ze wilde een opmerking maken over een rol pepermunt, maar ze bedacht zich op het laatste moment. Naast lief en teder kon Breuer soms ook, als hij daarvoor in de stemming was, een echte rotzak zijn en daarom besloot Ada maar om haar mond te houden. Nadat Breuer Ada ook nog had geblinddoekt en gekneveld gleed zijn hand langs haar kruis. Ada kreunde zachtjes, maar probeerde vooral niet te bewegen. Hoe meer zij haar best deed, des te meer draaide Breuer zijn hand weg. Hij pakte haar stevig bij allebei haar tepels vast. Hoewel Ada voorbereid was op de pijn, voelde het toch als een messteek toen hij in een keer allebei haar tepels een kwart slag draaide. Ze beet in haar knevel en kreunde in een mengeling van pijn en genot. In een natuurlijke reflex probeerde ze haar lichaam naar achteren te trekken, maar dat verhoogde alleen maar de pijn. “Nee,” zei Breuer, die nog steeds haar tepels stevig vast had. “Dat gaan we niet doen.”  Als troost kuste hij haar vol op de mond, maar door haar knevel kon Ada zijn kus, hoe ze ook nu weer haar best ook deed, maar amper beantwoorden. “Ik heb een verassing voor je,” zei Breuer en Ada voelde zich al wat ongemakkelijk worden. Breuers verassingen hielden meestal niet veel goeds in.  Zonder verdere uitleg duwde Breuer iets gigantisch en trillend ding in haar vagina. Ada kreunde en probeerde weg te komen, maar Breuer hield haar en de vibrator stevig vast. Ada gooide haar hoofd naar achteren, maar dat loste ook niets op. Ze had geen andere keuze dan een enorm orgasme te krijgen dat voor haar gevoel maar duurde en duurde.  Hevig naschokkend en kwijlend hing Ada in Breuers armen. Ze murmelde wat voor zich uit, maar ze kwam pas weer bij zinnen toen Breuer haar knevel los maakte en zijn penis in haar mond naar binnen duwde. Ze zoog eerst voorzichtig, maar daarna steeds harder. Ze hoorde Breuer kreunen en voelde zich ondanks haar eerdere orgasme toch weer opgewonden worden. Breuer haalde zijn penis uit haar mond. Ze hoorde hem kreunen. Hij drukte haar hoofd weer in zijn schoot. Ada bleef stil met haar gezicht op Breuers penis liggen. “Beest,” murmelde ze, maar Breuer hoorde het niet, of hij reageerde gewoon niet.

dinsdag 10 februari 2015

Ada  VI (44.000 Woorden III)

Ada kende Werner van der Stel wel. Het was op zich een aardige kerel, die goed paste bij de cultuur van de Polder. Op zijn kaartje stond weliswaar ‘hoofdredacteur,’ maar Ada wist inmiddels wel dat Werner niet alleen  de hoofdredacteur van de Hoekse Bode was, maar deze wijdlopige titel ook nog combineerde met die van advertentieverkoper en die van jongste bediende. Ada had een goed inzicht in het functioneren en de belangen van de Hoekse Bode gekregen toen ze nog samen met van Dinthen actie had gevoerd tegen de megalomane nieuwbouwplannen van de Gemeente. Het ging Werner uiteindelijk voor alles om advertenties en dus om de belangen van de adverteerders. Om vooral niemand tot vijand te maken, had Werner van de Hoekse Bode vooral een goednieuwsblad gemaakt, met veel honderdjarigen, winkelopeningen en jubilerende sportclubs.  Werner had het idee opgevat om alle nieuwe raadsleden een keer te interviewen en na drie andere, blijkbaar belangrijkere raadsleden was Ada nu aan de beurt. Volgens Karremans, op wiens oordeel ze op dit gebied veel meer vertrouwde dan op van Dinthen was het Werners op zich best slimme manier om zoveel mogelijk vrienden in de gemeenteraad te maken, onder het mom van: je weet maar nooit. Ada was zichzelf trouw gebleven en had eerst alle informatie over de Hoekse Bode opgezocht, die ze kon vinden. Op zich viel er weinig over of het blaadje te melden, maar Ada had op internet wel een keer goed naar de foto’s gekeken waar Breuer op stond en bij nader onderzoek waren die haar toch minder goed had bevallen. Hoewel Breuer en de dame op de foto elkaar niet aanraakten, sprak er toch een intimiteit uit, die Ada maar matig kon waarderen. Bij nazoeken, bleek het om  de toenmalige ‘journaliste’ van de Hoekse Bode  Lisa Genderik te gaan. “Leuke vrouw,” had Karremans in zijn onschuld gezegd. “Die Breuer heeft smaak als het gaat om vrouwen.” Die laatste opmerking maakte dan weer wel veel goed, maar Ada vond het toch niet prettig om op deze manier met het verleden van Breuer te worden geconfronteerd. “Volgens mij vond Werner het verschrikkelijk toen ze wegging, want het was de enige tijd dat de Hoekse Bode bijna op een echt krantje leek,” vulde Karremans nog ongevraagd en vooral ongewenst aan. “Is het lang geleden tussen haar en Breuer?” vroeg Ada en ze deed haar best om zo neutraal mogelijk te klinken. Karremans haalde zijn schouders op. “Geen idee,” zei Karremans. “Lisa ging in augustus of september studeren; dus zo’n anderhalf jaar geleden.” “Studeren?” vroeg Ada. “Volgens mij vond Breuer het vreselijk,” zei Karremans. “Sportief was hij trouwens wel. Volgens mij heeft hij nog een flink stuk van haar studie betaald.”  Ada besloot het hierbij te laten. Breuer had natuurlijk ook recht op zijn eigen leven en zo te horen was hij voor die kleine hoer toch gewoon een gentleman geweest, dacht Ada wrokkig. “Hoezo?” vroeg Karremans nu toch wel erg nieuwsgierig. Normaal vond Ada het één van Karremans charmes dat je aan zijn gezicht zo goed kon zien wanneer een zaak hem echt interesseerde, maar nu kon ze hem om die zelfde kwaliteit wel slaan. “Niets,” zei Ada, maar ze wist zelf ook wel dat het ongeloofwaardig klonk. “Ik wil me nergens mee bemoeien,” zei Karremans,” en dankzij onze bijzondere opsporingsambtenaren heb ik wel enig vermoeden van Breuers seksuele voorkeuren, niet dat het mij aangaat hoor, maar als je toch wil aanpappen met iemand in onze oude vertrouwde polder is Breuer echt niet de slechtste kerel.” Ada glimlachte dapper en probeerde vooral zakelijk te kijken. “Die Breuer,” zei Karremans nu oprecht bewonderend. “Je houdt je bek,” snauwde Ada. “Maak je maar geen zorgen,” zei Karremans met een brede glimlach. “Ik zou het niet eens willen, of durven,…. doorvertellen.”

“Hoogstens durven,” zei Ada, “want ik vermoord je.” Karremans vond het blijkbaar allemaal wel een goede grap. “Onze eigen ijskoningin,” grapte hij. Ada keek hem vernietigend aan. “Sorry,” zei Karremans nu weer serieus. “Geen idee, dat het zo diep zat.” Ada knikte een keertje  gelaten. “Weet je,” zei Karremans vriendelijk. “Je bent echt een mooie vrouw. Breuer heeft zijn ogen niet in zijn zak. Ik denk dat als jij je best doet hij je echt niet af zal wijzen.” Dat vond Ada dan weer grappig. “Denk je?” vroeg ze. “Misschien moet ik dan toch eens mijn best doen.” “Ga er voor,” zei Karremans. Op een hele andere manier dan het geval was bij Breuer hield ze ook van deze  lieve dorpspoliticus, die het echt zo duidelijk goed met haar voor had. Alleen, die Lisa Genderik, die moest ze niet; dat was wel duidelijk.

Door al deze, deels nogal onverwachte voorinformatie, was Ada veel meer op haar hoede en gespannen dan een ‘interview’ met Werner verdiende. Werner hield zich verre van iedere politieke controverse in de Polder en probeerde van ieder interview vooral voor de geïnterviewde een aangenaam moment te maken. “Waarom wilde je eigenlijk raadslid worden?” was weinig verrassend Werners eerste vraag. “Nou,” zei Ada evenmin verrassend, “dat wilde ik eigenlijk helemaal niet. Dat is me min of meer overkomen.” Ada wist inmiddels wel dat dat blijkbaar het goede antwoord was, want ook al haar geïnterviewde voorgangers ontkenden van harte om ooit enige politieke ambities te hebben gehad. Het was ze altijd allemaal alleen maar overkomen. “Vertel eens,” ging Werner onverstoorbaar verder. Hij wist natuurlijk net zo goed als zij dat het allemaal onzin was, maar met een stalen gezicht ging hij zijn vaste rijtje nietszeggende vragen af. Pas toen de persoonlijke vragen kwamen, werd Werner weer even serieus en echt betrokken. “Je moet het gewoon zeggen hoor, wanneer je dingen niet wil vertellen.” Dat begreep Ada wel. “Heb je kinderen?” vroeg Werner. Ada knikte ontkennend. “Okay,” zei Werner een beetje verlegen met het antwoord. “Ik weet toevallig dat je gescheiden bent voor je in de Polder kwam wonen, maar heb je op dit moment een relatie?” Ada knikte bevestigend en toch ook gewoon een beetje trots. “Sinds kort,” zei ze. “Ken ik hem?” vroeg Werner. Ada schudde haar hoofd ontkennend, maar de eerdere aarzeling moest Werner zijn opgevallen, want hij keek haar wel erg vragend aan. Ada keek stoïcijns terug. Als ze nu haar ogen neersloeg, wist hij wel zeker dat ze zat te liegen. “Goed,” zei Werner eerder berustend dat er toch verder niets zou komen dan dat hij overtuigd was. “A lang?” vroeg hij daarna meer als nieuwsgierige privépersoon dan als journalist. Ada gaf hem een knipoog. “De volgende vraag stel ik voor,” zei Ada. Werner schoot in de lach. “Je bent een oud wijf,” zei Ada nu ook lachend. “Natuurlijk,” zei Werner. “Waarom denk je dat ik journalist ben geworden?”

“Maar waarom dan in Godsnaam in de Polder?” vroeg Ada. Werner keek haar gekwetst aan. “Wil je zeggen dat er hier geen journalistiek wordt bedreven?” Een moment dacht Ada dat Werner het meende, maar toen hij Ada’s verwarring zag, grijnsde hij breed. “Ik ben hier al op de middelbare school begonnen,” vertelde hij. “Blaadjes als de Hoekse Bode vind je bijna nergens meer. Het zijn allemaal onderdelen van grote landelijke uitgevers.”  “Maar waar leef jij dan van?” vroeg Ada.  “Advertenties,” zei Werner. “Ik verkoop advertenties en die verpak ik achter coleur locale.” Ada begreep nu Breuers mening over Werner  wel wat beter. Volgens Breuer was Werner een slimme kerel, die de verhoudingen in de Polder heel goed door had.

“Ik heb me natuurlijk ook een beetje voorbereid,” zei Ada. “Schrijf je nou alles alleen?” “Meestal wel,” zei Werner, “het is nou ook weer niet zo lucratief dat ik er een hele redactie op na kan houden.” “Is dat niet veel?” vroeg Ada geïnteresseerd. “Welnee,” zei Werner, “zoveel gebeurt er nou ook weer niet de Polder. De meeste tijd gaat echt in het aan de man brengen van de advertenties zitten.” 

“Maar je hebt toch wel een medewerkster gehad?” vroeg Ada. “Vroeger,” zei Werner, “maar inmiddels doe  ik weer gewoon alles zelf.” Hij keek er trots bij. “Zwaar,” zei Ada begripvol. Werner haalde zijn schouders op. “Drie kolomen en een grote foto doen wonderen.”  “Hoe kom je eigenlijk aan ondersteuning?” vroeg Ada, die het gewoon koppig bleef proberen. “Meestal via, via,” zei Werner. “Heb je soms iemand op het oog?” vroeg Werner. “Nee hoor,” zei Ada snel, die zich bijna betrapt voelde. “Gelukkig maar,” zei Werner. “Op een gegeven moment heeft de Looze ook geprobeerd om zijn zoon bij mij als ‘sportverslaggever’ onder te brengen.” “En?” vroeg Ada. “Geen succes,” zei Werner. “Ik was eerst nog tien minuten bezig om alles na te kijken.” Ada nam nog een slok van haar koffie. “Gelukkig kwam Lisa toen en die meid kon wel schrijven,” vervolgde Werner zijn verhaal. “Lisa?” vroeg Ada. Met stalen zelfbeheersing wist ze te voorkomen dat ze niet in haar koffie stikte. “Geweldige meid,” zei Werner. “Maar ja,”  vulde hij berustend aan, “het was natuurlijk ook volstrekt logisch dat zij niet lang zou blijven.” “Want?” vroeg Ada. “Echt een mooie meid,” zei Werner. Ada had hem het liefst haar kopje in zijn  strot gestompt. Ze wist inmiddels wel hoe geweldig iedereen Lisa Genderik had gevonden. “Ze kreeg iets met Breuer,” zei Werner. “Had je vast niet gedacht van die dooie diender, maar hij is echt goed met vrouwen, hoewel daar wel de raarste geruchten de ronde over doen.”

“En toen?” vroeg Ada. Werner haalde zijn schouders op. “Lisa was een geweldige meid, die zo ongeveer alles mee had…” Ada dacht er nog eens goed over na hoe diep ze haar kopje in één slag in Werners strot kon slaan. Ze was bang dat het toch niet diep genoeg was om hem te laten stoppen met het ophemelen van Lisa. “…Alleen haar afkomst, die had Lisa niet mee,” ging Werner, zich blijkbaar onbewust van het gevaar dat hij liep, onverdroten verder. “Haar vader had ze nooit goed gekend en haar moeder was een kutwijf. Ze woonde hier samen met een onderwijzer van de Lambertusschool voor ze Breuer leerde kennen.”  

“En toen?” vroeg Ada ongeduldig. Ze had nu al zolang zoveel gezeur aan gehoord, dat ze ook wel recht had op de ontknoping, vond ze. “Ik denk eigenlijk dat Breuer haar eigenlijk heeft opgevoed.” Ada keek hem vragend aan. “Het was natuurlijk een leuke meid,” zei Werner, “en geloof me, ambitieus genoeg, maar ze miste gewoon dingen. Breuer heeft haar, geloof me; ik maak geen grapje, met mes en vork leren eten.” Ada lachte begripvol en zag in haar gedachten hoe die kleine, o zo leuke en o zo lieve en o zo geweldige snol, zich langzaam ontwikkelde tot een echte dame. “Een keer was ze klaar,” zei Werner. “En hoe gaat dat met je kinderen?  Een keer moet je ze loslaten.”  Ada glimlachte dapper. “Mijn zoon studeert tegenwoordig ook zo nodig in Leiden,” ging Werner verder. De familieperikelen van Werner leken Ada echt heel interessant, maar nu even niet. “Is ze weggelopen?” vroeg Ada. “Wie?” vroeg Werner, die met zijn gedachten alweer mijlenver van Lisa verwijderd was. “Lisa,” zei Ada. “Natuurlijk niet,” zei Werner. “Ze is gaan studeren.” Hij glimlachte irritant.. “Hebben ze nog contact?” vroeg Ada. Werner keek een keer bedachtzaam. “Ik geloof het eigenlijk niet,” zei hij, “maar Breuer is geen slechte vent; hij heeft haar niet zomaar laten vallen. Hij heeft haar collegegeld betaald en al haar boeken.”

“Hoe weet je dat?”vroeg Ada. “Dat heeft ze mezelf verteld,” antwoordde Werner. “Dat is trouwens ook Breuer. Hij wilde haar geen geld mee geven; hij wilde zeker zijn dat ze ook daadwerkelijk ging studeren.”

“Vertrouwde Breuer haar niet?” vroeg Ada bijna gretig. “Welnee,” zei Werner, “het is nu eenmaal een controlfreak en op zijn eigen manier ook nog een bezorgde vader.” Ada lachte een keertje zuinig. Werner keek een keer op zijn horloge. “Ik vond het een leuk gesprek,” zei hij, “alleen ik moet mijn vrouw nog ophalen.” Ada knikte. “Ik vond het ook erg interessant,” zei ze.  “Misschien valt Breuer nu wel op een al volwassen vrouw,” zei Werner. “We worden per slot van rekening allemaal een dagje ouder.” Hij gaf Ada een knipoog en stond op. “Zak,” zei Ada betrapt, “je hebt me gewoon lekker laten vissen.” Werners grijns was zo breed dat Ada een moment bang was dat zijn onderkaak van zijn gezicht zou vallen. Aan de andere kant zou dat dan wel weer volkomen verdiend zijn.  ”Ja,” zei Werner, “maar dat deed je dan wel heel erg subtiel.” “Legde ik het erg dik bovenop?” vroeg Ada. “Nee hoor,” zei Werner, maar zijn gezicht sprak boekdelen. “Moeilijke man lijkt mij,”  vervolgde Werner, “Veeleisend, als ik het goed begrijp: heel erg veeleisend, maar als ik Lisa mag geloven en zij was toch ervaringsdeskundige, is het ook een hele aardige kerel, maar ook wel met een getroebleerd verleden.”

“Want?” vroeg Ada gretig. “je hebt al een hele middag geprobeerd om een arme oude man uit te horen,” zei Werner. “Er zijn dingen, die ik niet weet of die je gewoon zelf uit moet zoeken.”

“Je bent nog helemaal niet oud,” zei Ada. “Goed zo,” zei Werner, “jij brengt het ver, maar nu ga ik mijn vrouw ophalen… Trouwens, dit kan maar beter onder ons blijven.” Ada lachte en deed haar best om dankbaar te kijken. Dat was ze ook echt wel, maar ze kon vooral zichzelf ook wel slaan.

 

vrijdag 6 februari 2015

Ada V (44.000 Woorden III)


Ada V (44.000 Woorden III)

Hoewel Ada had gezegd dat ze gemakkelijk zelf naar huis had kunnen rijden, had Breuer er op gestaan om haar met haar eigen auto naar haar huis te brengen. “En jij dan?” had Ada tevergeefs geprotesteerd. “Ik loop wel terug,” had Breuer gezegd. Ze was bang geweest dat hij nog mee naar binnen wilde en dat hij zou zien wat voor rotzooi het in haar huis was. Iemand, die zijn eigen huis zo goed op orde hield, had daar vast van alles van gedacht, maar het viel allemaal heel erg mee. Voor de deur nam Breuer als een volmaakte heer afscheid en gaf haar een twee bijna preutse kussen op haar wangen. Gezien de voorgeschiedenis leek het Ada belachelijk om Breuer nog voor een kop koffie binnen te vragen. Hij had thuis koffie zat, ook al had hij dan moeite met zijn koffiezetapparaat en als uitnodiging voor andere zaken was het na vandaag ook volkomen zinloos. Daarnaast was Ada ook nog helemaal beurs en zag ze seks op dit moment absoluut niet zitten. Wat haar eerst wel had geïrriteerd, was dat Breuer nog zo fris als een hoentje leek. Hij had er zelf smakelijk om gelachen. “Vroeger misschien,” zei hij, “maar tegenwoordig ben ik een oude man. Het gaat allemaal prima, maar als ik dadelijk thuis ben, ga ik liggen en ben ik weg.”

“Ja,” had Ada vooral gezegd om zichzelf een plezier te doen, “je bent een oude man.”  Ook Breuer moest toch tenminste een zwakke plek hebben, naast dat koffiezetapparaat.  Breuer had zijn schouders opgehaald. Hij zat er blijkbaar allemaal niet zo mee.

Nadat Breuer om de hoek van de straat was verdwenen, was Ada naar binnen gegaan. Eigenlijk had ze verwacht dat Breuer als een cowboy aan slotscene van een film zou weglopen zonder nog een keer om te kijken, maar hij had gewoon nog een keer hartelijk gezwaaid en zelfs een kushandje naar haar toegeworpen voor hij definitief de hoek om ging. Ada vroeg zich af Breuer nou echt zo was of dat zijn totale gebrek aan poseren juist één grote pose was. Een moment verdacht ze hem er zelfs van om juist prima met zijn koffiezetapparaat om te kunnen gaan. Aan de andere kant bemerkte Ada dat ze nog steeds  moeilijk liep en dat ze wel wat anders aan haar hoofd had.. Ze voelde zich echt uitgewoond. Voorlopig moest ze nog naar boven en tegen haar gewoonte in, besloot ze de lift te namen. Ze had meer dan genoeg aan zichzelf om zich ook nog druk te maken over Breuer. Beest, dacht ze vertederd.

Die avond werkte Ada op haar gemak en nog wat rozig alvast haar mail door voor de volgende dag. Haar collega’s stuurden haar eigenlijk nooit een mailtje in het weekend, maar er was altijd wel een bestuurslid met een ideetje of er had er één een stukje in de krant gelezen. Vaak werden hele artikelen ingescand met als enkel begeleidend zinnetje: kunnen wij hier iets mee?  Meestal was het goedbedoelde onzin, maar Joris, haar eveneens ‘goedbedoelende directeur,’ stond er op dat ieder ‘interessant idee,’ mits afkomstig van een bestuurslid natuurlijk, serieus werd bekeken. Omdat het allemaal zo hinderde bij haar gewone werk, keek Ada dat soort dingen altijd al in het weekend door. Normaal las ze op het zaterdag alvast alle Nederlandse kwaliteitskranten door om een inschatting te maken waar ze komende maandag mee zou worden geconfronteerd. Alleen dit weekend had ze wel wat anders aan haar hoofd gehad, bedacht ze met een glimlach. Joris betaalde al die weekendabonnementen en Ada vond dat ze er tenminste wel iets voor terug moest doen. Het viel dit keer gelukkig allemaal erg mee. Er werden dit keer geen wilde ideeën gelanceerd. De Gemeente had natuurlijk de gebruikelijke diaree aan stukken gestuurd. Met een glimlach dacht ze terug aan haar eerste periode als raadslid. In die periode had ze niet alleen alles uitgeprint, het had haar een vermogen aan papier gekost, maar ze had zelfs geprobeerd om alles te lezen. Ze viste er wat stukken uit over onderwerpen waar ze Karremans en de Looze weleens had horen praten en zette de rest in de map ‘Gemeente.’ Daarna bedacht Ada zich tot haar eigen afgrijzen dat zij en Breuer helemaal geen vervolgafspraak hadden gemaakt. Met moeite wist ze haar eerste neiging om hem gelijk een mailtje te sturen, onderdrukken. Het volgende initiatief mocht best van hem komen. Ze had al genoeg onder die man geleden.

Het was die maandag voor Ada een moeilijk begin van de werkweek. Ten eerste had ze zich voor het eerst sinds ze in de Polder woonde, verslapen. Daardoor was ze te laat bij de tunnel en kon ze achter in de file aan sluiten. Bij het metrostation was daarna natuurlijk geen parkeerplaats meer te vinden. Het was natuurlijk vooral haar eigen schuld geweest. Ze had om half drie voor de laatste keer haar mail gecheckt. Maar Breuer lag waarschijnlijk zelf in vrede te slapen en was zich waarschijnlijk helemaal niet bewust van de onrust, die het uitblijven van een mailtje van hem veroorzaakte.  Ada was blij dat ze haar mail op zondagavond had bekeken, want ze was er met haar hoofd totaal niet bij. “Je bent laat,” zei Joris, ”ik maakte me al zorgen,” toen Ada nog nadampend van het harde rennen met haar kop koffie de directiekamer binnen kwam. Ada maakte een verontschuldigend gebaar dat zo ongeveer alles had kunnen betekenen. “Ik heb de map met binnengekomen post maar gelijk gepakt,” zei Ada. “Ga gewoon eerst even zitten,” zei Joris. Je kon een hoop zeggen van Joris vond Ada, maar een onaardige baas was hij niet. Hij was geliefd bij zijn personeel en bij zijn grote sponsoren. Binnen de organisatie werd er een levendige discussie gevoerd over zijn managementcapaciteiten. Volgens een aantal medewerkers was Joris superslim en hield hij de organisatie met echt minimale inspanningen overeind. De grootste groep medewerkers was geneigd om Joris vooral als goedmoedige bagage te behandelen. Ada kende Joris nu alweer drie jaar, maar ze wist echt nog steeds niet wat ze aan hem had. Alleen over het feit, dat Joris ongelofelijk lui was, was ze het met iedereen eens. “Ik hinder mijn medewerkers zo min mogelijk,” zei hij vaak met een knipoog tegen Ada als hij weer een overenthousiaste medewerker met een paar volkomen nietszeggende, maar blijkbaar opbeurende opmerkingen het bos had ingestuurd. Iedere nadere uitleg van plannen deed hij al snel enigszins ongeduldig af met: “details, details, die hoef ik niet te weten.” Wat Ada het meest verbaasde, was dat Joris er ook bij zijn bestuur mee wegkwam. “Goed onder de pekel houden,” was zijn devies en Ada was een paar keer mee geweest naar een bestuursvergadering en ze moest toegeven dat het werkte. Het model was eigenlijk te simpel voor woorden, maar het werkte dus wel.  Joris liet Ada een zaaltje bij een duur restaurant huren. Hoe eerder de vergadering klaar was, hoe eerder het bestuur aan de maaltijd en vooral aan de drank kon beginnen. “Dat werkt toch niet?” had Ada de eerste keer echt oprecht verbaasd gevraagd. “Daar trapt toch niemand meer in?” Joris had niet eens geantwoord; hij had alleen maar naar haar gewuifd zonder de telefoon neer te leggen. Achteraf moest ze ook toegeven dat Joris volkomen gelijk had gehad. De ‘vergadering’ was erg gezellig geweest en Joris had de vrije hand gekregen om alle problemen op te lossen, zoals hij dacht dat goed was.  Dat had hij daarna natuurlijk wel weer in zijn beste tradities laten versloffen, maar als het om effectief vergaderen ging, had hij gelijk gekregen.

“Leuk weekend gehad?” vroeg Joris. “Gezellig,” zei Ada, die haar best deed om niet te kleuren. “En jij?” vroeg Ada om maar zo snel mogelijk van onderwerp te veranderen. “Leuk,” zei Joris, “wat heb je gedaan?’’

“Naar het voetballen geweest,” vertelde Ada. Joris keek er van op. “Ach,” zei Ada, “als raadslid moet je dat soort dingen doen.”  Joris knikte begripvol, maar het was wel duidelijk dat hij nooit naar een wedstrijd van zaterdagamateurs zou gaan. “Leuk,” zei Joris en hij  deed niet eens zijn best om het overtuigend te laten klinken. “En gisteren?” vroeg  Joris. “Gewoon met vrienden,” antwoordde Ada, die zich nu toch wel een beetje ongemakkelijk begon te voelen. Wat ging het Joris aan hoe zij haar weekenden doorbracht. “Leuk,” zei Joris voor de tweede keer. “Erg leuk,” zei Ada nu geheel naar waarheid. “Hoezo?” vroeg ze wantrouwig. Joris haalde zijn schouders op. “Het zal wel aan de ogen van een oude man liggen, maar je ziet er anders uit dan anders. Je straalt.” “Het was eigenlijk niet met ‘vrienden’, maar met één vriend,” zei Ada, die verbaasd was over haar eigen openhartigheid. “Leuk voor je,” zei Joris en dit keer klonk het wel gemeend. “Een mooie meid als jij moet meer van het leven maken dan alleen maar werken.” “Kunnen we doorgaan met de post?” vroeg Ada nu toch veel minder gespannen. “Is het zo zichtbaar?” vroeg ze toch nog aan Joris. Hij knikte een keer. Ada pakte maar snel de ingekomen post. Ze hoopte dat ze niet kleurde.

De rest van de dag had Ada zich weer in de hand. Het was natuurlijk al erg genoeg dat ze zo’n open boek voor haar baas was. Ze wist best dat haar medewerksters haar meestal een bitch vonden, maar dat vond ze zelf minder erg dan wanneer ze haar een watje zouden vinden. Terwijl ze nog wat strenger was dan normaal, ging Ada wel regelmatig even naar het toilet om haar eigen mobiele telefoon te checken. Alleen ze kon turen naar het scherm wat ze wilde, maar Breuer stuurde geen berichtje en zij verdomde het om als eerste hem dan maar een berichtje te sturen. Hij zag haar vast als een one night stand, niet meer dan een avontuurtje. Haar zonnige humeur van die ochtend maakte steeds meer plaats voor haar gebruikelijke getob. Ze voelde zich eigenlijk nu al gedumpt. Voor Ada weg ging, liep ze nog even bij Joris langs. Meestal was die luie flikker er al vandoor, maar prompt vandaag was hij er nog. “Succes vanavond,”  zei hij vriendelijk terwijl hij haar een knipoog gaf. “Wat is er?’’ vroeg Joris toen hij Ada’s gezicht zag. Ze haalde als een koppig kind haar schouders op. “Maak je niet druk,” zei hij blijkbaar feilloos radend wat zij dacht. “hij heeft het misschien druk. Je hoort vast wel wat van hem.” Ik ben een open boek, dacht Ada. Zou hier nog iemand in het gebouw zijn voor wie ik wel iets geheim zou kunnen houden?

Ada was net thuis toen er aan de deur werd gebeld. Tot Ada’s teleurstelling was het alleen maar de benedenbuurvrouw. “Hoi,” zei ze, “ik dacht al dat ik je hoorde lopen.”

“Sorry,” zei Ada zonder dat ze zich van enig kwaad bewust was. “Nee,” zei de buurvrouw snel, “zo bedoelde ik het helermaal niet. Ik hoor je nooit. Alleen wilde ik niet zo sjouwen.”  Ada keek de vrouw verbaasd na en wilde net weer naar binnen gaan toen de buurvrouw al weer terug kwam, tenminste daar ging Ada vanuit, want de vrouw zelf was onzichtbaar door de enorme bos rozen, die ze meetorste. Ada begreep nu wel waarom de buurvrouw eerst zeker wilde zijn dat ze daadwerkelijk thuis was. Ada pakte de bos aan. Hij was zwaar. “Nog gefeliciteerd,” zei de buurvrouw. “Dank je wel,” zei Ada, die geen zin had in verdere uitleg. “Trouwens nog bedankt voor het aannemen van de bos.” Het was toch een hele klim voor haar geweest. “Ja,” zei de buurvrouw, wier nieuwsgierigheid duidelijk was gewekt door de grootte van de bos. “Kijk gauw op het kaartje,” zei ze. “Van wie is het?”  Plichtmatig keek Ada op het kaartje om de vrouw niet voor haar hoofd te stoten. Er stond iets onleesbaars op het kaartje, maar Ada ging er maar gewoon vanuit dat er Breuer stond. “Mijn baas,” zei Ada. “Nou dan is hij echt blij met je,” zei de buurvrouw. “Ik denk het ook,” antwoordde Ada. “Een groot project goed afgerond. Ik ga hem gauw in het water zetten.” ”Doe dat,” zei de buurvrouw welwillend, maar ook zichtbaar een beetje teleurgesteld. Nu haar nieuwsgierigheid was bevredigd had ze geen reden meer om nog langer te blijven hangen.

Ada zette de bloemen snel in het water. Er was helaas geen vaas in huis groot genoeg en daarom verdeelde ze bos maar over twee vazen. Hij lijkt wel gek, dacht ze gelukkig. Ze keek nog snel even in haar agenda; zoals ze al verwachtte, had ze die avond geen afspraak. Bovendien kon de Gemeenteraad voor nu sowieso even het lazarus krijgen. Ze propte snel een boterham in haar mond. De laatste hap slikte ze pas door toen ze haar auto al had gestart. Ada had alle ideeën om vooral koel en een beetje op afstand te blijven, maar gelijk weer laten varen.

“Je ziet er echt niet uit,” zei Ada toen ze Breuer uit zijn tuin zag komen. Hij lachte verontschuldigend. Lidl schuifelde onzeker achter hem aan en keek een beetje wantrouwig naar Ada. “Het is net een hond,” zei Breuer. “Kom je doen?” 

“Ik kwam je bedanken,” zei Ada. Breuer glimlachte verlegen. “Dat had toch ook per mail gekund,” zei hij. Ada besloot Breuer zelf en de aarde op zijn kleren maar gewoon te negeren. Ze sloeg haar armen om hem heen en gaf hem een hartstochtelijke kus. Breuer stond er wat verloren bij. “Ben je niet blij me te zien?” vroeg Ada, die weer gelijk in haar pantser schoot. “Natuurlijk wel,” zei Breuer, maar ik ben hartstikke smerig.” “Ik inmiddels ook,” zei Ada. “Ik ga wel langs de stomerij.”  “Zieke geest,” zei Breuer. “Ik wist helemaal niet dat je op letterlijk vieze mannen valt.” Hij liet alle schroom varen en tilde haar in een krachtige beweging op en nam haar in zijn armen. “Je bent een oermens,” stelde Ada tevreden vast. “Alleen mijn hol is iets comfortabeler,”  stelde Breuer zelfgenoegzaam vast.  Lidl, die wel begreep dat er voor haar geen aandacht meer over was, ging klagelijk piepend, maar vooral sneu genegeerd de tuin weer in. Daar zou vast een onschuldige muis voor haar frustraties moeten betalen.  “De kat?” vroeg Ada nog, die vooral de indruk van warme dierenvriend wilde maken nu Breuer zo zichtbaar aan het walgelijke beest gehecht bleek. “Die gaat zitten mokken,” zei Breuer op een toon waaruit bleek dat hij zich daar niet echt druk over maakte.

Breuer gooide zijn smerige kleren in de wasmand. Hij deed het met de nonchalance van iemand, die er niet echt mee zat dat hij naakt was. Ada voelde zich een gelukkige voyeur toen ze naar hem keek. “Wil jij niet ook douchen?”  vroeg Breuer. Ada had inmiddels haar eigen kleren geïnspecteerd. Het viel allemaal hard mee. Haar mantelpakje was nog helemaal schoon. Alleen haar blouse moest worden gewassen, maar die kon gewoon in de wasmachine. “Graag,” zei Ada, die een kans om samen Breuer onder de douche te gaan staan voor geen goud ter wereld liet lopen. Breuer pakte een hangertje waar Ada haar kleren overheen kon hangen en grote witte badjas. “Geweldig,” zei Ada. “Buiten films heeft nooit iemand zo’n ding en jij hebt er weer prompt één.” “En nog helemaal nieuw,” zei Breuer. “Ik draag dat ding nooit, maar nu kan ik er wel een goede indruk mee maken.” “Denk je dat dat nog nodig is?” vroeg Ada. “Je weet maar nooit,” zei Breuer, “ik neem graag het zekere voor het onzekere. Het  water is trouwens warm; we kunnen er onder.”

Breuer was blijkbaar in een ontspannen stemming. Hij had Ada met haar polsen vastgemaakt aan de bovenkant van het bed. Nu ze een blinddoek om had, luisterde ze extra goed om hij niets akeligs van plan was, maar het viel mee. Hij speelde wat met haar borsten en beet een paar keer voor zijn doen tamelijk voorzichtig in haar tepels. Ze kreunde en verlangde er intens naar dat hij op haar zou gaan liggen, maar ze dorst het niet te vragen. Hij behandelde haar weliswaar als een speeltje, maar wel als zijn favoriete speeltje en daarom genoot ze maar gewoon het moment en zijn sterke, maar nu opeens tedere handen. Toen zijn handen eindelijk haar clitoris aanraakten, duwde ze haar kruis omhoog, maar trok hij zijn hand juist een stukje terug waardoor hij haar bijna pesterig maar weer net aanraakte. Rotzak, dacht ze, maar ze hield het voor zich terwijl ze verleidelijk met haar onderlichaam kronkelde. Tot haar genoegen merkte ze dat dat dan weer wel heel goed werkte. Ze hoorde Breuer steeds zwaarder ademen. Omdat ze inmiddels door en door nat was, kon hij in een keer doordrukken. Ze voelde hoe hij in haar borsten beet. De snijdende pijn ging over in een gevoel van intens genot. Breuer, die voor zijn leeftijd toch over een geweldige conditie beschikte, pompte ondertussen als een waanzinnige door. Ada rukte aan haar boeien raakte min of meer buiten zichzelf. Toen ze zich weer bewust was van haar omgeving lag Breuer bovenop haar en kuste haar voorzichtig op haar mond. Ada had het idee dat een echt tedere kus voor Breuer zo ongeveer de afsluiting van zijn, laten we zeggen, meer hartstochtelijke fase was.

Terwijl Ada in Breuers armen lag, vroeg hij opeens prozaïsch: “Heb je eigenlijk al gegeten?” “Geen tijd voor gehad,” zei Ada. “Toen ik thuis kwam, had een of andere gek een bloemenkas leeg gekocht en toen ik hem ging bedanken….”

“Ik weet het,” zei Breuer schuldbewust. “Ik ben een afschuwelijke gastheer.” Hij stond op. “Ga je doen?” vroeg Ada. “Iets te eten maken,” zei Breuer. “Kan ik gelijk ook Lidl te eten geven.” Klote kat, dacht Ada. Hij geeft meer om dat beest dan om mij.  Ze zou er in ieder geval deze avond niet achter komen, of dat waar was of niet, maar Breuer kwam na tien minuten terug met een dienblad. “Nou, nou,” zei Ada. “Je hebt je uitgesloofd.”

“Je bent een ondankbaar secreet,” stelde Breuer zonder rancune vast. “Dan moet je me vast straffen,” zei Ada terwijl ze een pruilmondje trok en haar ogen zedig weg draaide. “Ja, ja,” zei Breuer, “maar eerst weer een beetje in conditie komen.”

“Oude man,” zei Ada, maar om het goed te maken, gaf ze hem wel gelijk een kus op zijn arm. Breuer mocht dan een oude man zijn; hij had zich inderdaad wel uitgesloofd. “Eet jij altijd zo?,” vroeg Ada toch wel een beetje onder de indruk. “Nee, natuurlijk niet,” zei Breuer. “Het is net als met die ochtendjas; ik sloof me gewoon graag voor je uit.” 

“Dat doe je goed,” zei Ada. Ze rekte zich uit op het bed. Breuer gaf haar een toastje met blauwe schimmelkaas. Als Ada iets verschrikkelijk vond, was het wel blauwe schimmelkaas. “Lekker,” zei ze dapper. Breuer moest het hebben gemerkt, want terwijl hij zelf met smaak door at van die vreselijke blauwe schimmelkaas, gaf hij Ada alleen maar toastjes  met meer gangbare kaas. “je wijn is trouwens heerlijk,” zei ze. “Ja,” zei Breuer, “maar daar zit een gedachte achter.” Ze keek hem vragend aan. “Je bent inmiddels aan je derde glas bezig en nu kan je niet meer rijden.”

“En dus?” vroeg Ada. “Dus moet je hier blijven.” Ada ging met haar hoofd op Breuers schoot liggen. “Ik loop weg,” zei Ada. Ze rolde zich over het bed en bleef moe, verzadigd en ook een beetje beurs liggen. “Ik heb morgen pas om half tien een vergadering en alles is al voorbereid.” Breuer ging naast haar liggen. “Moet jij trouwens nooit werken?” vroeg Ada. “Zo af en toe,” zei Breuer. “De hele volgende week ben ik naar Duitsland.”

“Wat doe je daar eigenlijk?” vroeg  Ada. Breuer vertelde haar dat hij ooit met een paar vrienden een bedrijfje was begonnen om software voor magazijnen te ontwikkelen. “Niet echt spannend,” zei Breuer, “maar ik heb het leuk kunnen verkopen. Alleen ga ik nog regelmatig naar echt grote klanten om problemen op te lossen of nieuwe versies te implementeren.”

“Vandaar,” zei Ada. Breuer keek haar vragend aan. “Ik had je toch opgezocht op internet,” zei Ada. “Dat heb ik je verteld.” Breuer keek haar met zijn onuitstaanbare lichte ironische grijns aan. Zelfingenomen lul, dacht Ada. Hij wist best dat ze al veel langer geïnteresseerd in hem was, maar hij hoefde het niet zo te laten merken. “Misschien zit ik wel alleen achter je aan voor je geld,” zei Ada. “Altijd nog beter dan voor mijn aangename karaktertje,” zei Breuer. “En wat zie je eigenlijk in mij?” vroeg Ada. “Je hengelt naar complimentjes,” zei Breuer. “Ja,” zei Ada, “goed hè?” Breuer trok een serieus gezicht en ging er eens voor zitten. “Je bent mooi, grappig, intelligent en dom genoeg om met mij aan te pappen; dat was het wel zo ongeveer.”
“Vind je mij mooi?” vroeg Ada. Breuer gaf haar een kus, maar antwoordde niet. “Nou?” drong Ada aan. “Vanitas omnia vanitas,” zei Breuer. “Dat kan allemaal best,” zei Ada, “maar ik wil het van jou horen.” “Ik vind je prachtig,” zei Breuer en Ada geloofde dat hij het meende.

 

zondag 1 februari 2015

Ada IV (44.000 Woorden III)

“Zit je eigenlijk ooit weleens in de woonkamer?” vroeg Ada aan Breuer. “Merkwaardig genoeg alleen als ik alleen ben,” zei Breuer. “Met visite zit ik bijna altijd in de keuken.”

“Hij is er groot genoeg voor,” zei Ada. Lidl was inmiddels op de bank naast hen gaan liggen slapen. “Ik moet zeggen,” zei Ada, “je bent eigenaardig, maar je Boeuf is prima.”  Ze merkte dat ze eigenlijk iets te veel had gegeten en daarna had ze ook nog appeltaart genomen. Bovendien had de wijn er stevig in gehakt. “Ik had beter geen toetje kunnen nemen,” zei Ada terwijl ze verre van elegant, maar wel erg gemakkelijk ging zitten. “Sorry hoor,” zei ze. “Ik had me dit ook anders voorgesteld.” 

“Vertel eens,” zei Breuer. “Nee,” zei Ada. “Jij wil te graag en ik heb veel te veel gedronken; dan wordt ik altijd vreselijk loslippig.” Breuer liet haar maar een beetje betijen. “Trouwens,” zei Ada, “ik moet naar huis, want ik heb echt veel te veel gedronken. Wist je trouwens dat ik dat helemaal niet van plan was. Ik wilde bij je blijven slapen, maar nu ben ik veel te dronken en vind je me morgen vast een sloerie.”  Ada stond op, maar ze merkte dat het allemaal niet meer van zelf ging. “Weet je wat,” zei Breuer. “Je blijft hier toch gewoon slapen; je hebt te veel gedronken.” “Nee,” zei Ada en ze wist dat vastbesloten was om te vertrekken. Breuer tilde haar op en nam haar in zijn armen. “Dat wil ik niet,” zei Ada. Breuer negeerde haar. “Nu ben jij Tarzan en ik Jane,” zei Ada “wat romantisch.”

Ada deed voorzichtig een oog open en keek naar het voor haar onbekende plafond. Nadat ze haar tweede oog had opengedaan, herkende ze het plafond nog steeds niet. Ze bewoog haar hoofd een keer voorzichtig op en neer en dat viel nog niet mee. Het begon allemaal weer terug te komen. De avond was hartstikke gezellig begonnen. Breuer had geanimeerd verteld over hoe hij zijn bedrijf had opgebouwd. Ze wist inmiddels ook dat hij een zus had en neus had voor ongelukkige affaires. Breuer had zich keurig gedragen en was steeds tot Ada’s toenemende frustratie een volmaakte heer gebleven. Hij had wel iets meer mogen hebben van Karremans en de Looze. Uiteindelijk had Ada gemerkt dat ze te veel had gedronken toen ze loslippig werd, maar toen was het al te laat. Ze wist nog dat ze naar huis wilde gaan, maar daarna was het licht, in ieder geval voor haar, uit gegaan. Ada liet haar handen voorzichtig onder de dekens glijden. Ze ging er eigenlijk al vanuit, maar ze had inderdaad haar ondergoed nog gewoon aan. Ze ging zitten in het eenpersoonsbed. Naast haar bed stond een teiltje. Op het nachtkastje stond een glas water en twee doosjes met verschillende soorten pijnstillers. Ada merkte dat ze gelukkig niet misselijk was, maar het water en de pijnstillers kwamen prima van pas. Ze had dorst en hoofdpijn. Als dat niet zoveel pijn had gedaan, had Ada zich wel voor haar hoofd kunnen slaan. Ze dronk zelden en prompt nu had ze of veel te veel gedronken of (en dat hoopte ze maar) was het volkomen verkeerd gevallen.

Ada moest toegeven dat Breuers huis van alle gemakken was voorzien. De slaapkamer waarin zij wakker was geworden, had een eigen douche en toilet. Luxe, dacht Ada terwijl ze het warme water langs haar lichaam voelde lopen. Ik zou er aan kunnen wennen. Het was natuurlijk jammer dat er geen schoon ondergoed was, maar aan de andere kant was het misschien ook juist wel gek geweest als Breuer een grote verzameling damesondergoed had. Na de pijnstillers en de douche voelde Ada zich eigenlijk al weer een stuk beter. Tot haar eigen verbazing merkte ze dat ze zelfs honger had. Dat was ook eigenlijk niet zo gek, want op haar telefoon zag ze dat het inmiddels elf uur was. De Boeuf was lekker geweest, hoewel ze er nu niet aan moest denken, maar daarna had ze niets meer gegeten, tenminste voor zover ze zich kon herinneren. Ze had geen idee of Breuer eigenlijk thuis was. Daarom sloop ze min of meer de trap af. Ze voelde zich toch wel een beetje opgelaten in een vreemd huis. Breuer zat heel saai aan tafel, met een leesbril op, blijkbaar een aantal stukken te bestuderen. “Goedemorgen,” zei hij vriendelijk zonder op te kijken. “Goed geslapen?”  “Volgens mij wel,” zei Ada, “het wakker worden was een beetje een uitdaging.”  Breuer keek even op. “Wil je eten?” vroeg hij. “Nou,” zei Ada, “eigenlijk wel. Het verbaast me ook.”

“Iets lichts?” vroeg Breuer, ‘of liever iets stevigs.” “Nou,” zei Ada, “laten we het geluk maar niet tarten.” Tot nu toe was het goed gegaan en dat wilde ze vooral graag zo houden. “Ik pak wel yoghurt,” zei Breuer en hij liep naar de keuken. “Ik wist trouwens niet dat jij een leesbril hebt,” riep Ada naar de keuken. “Ik ben een oude man,” beaamde Breuer. “Het is weliswaar jammer, maar daarom niet minder waar.”  Jammer, dacht Ada. Weer zo’n antwoord dat alleen Breuer zou kunnen geven; heel jammer.

Terwijl Ada met lange tanden voorzichtig haar yoghurt naar binnen werkte, was Breuer bij haar komen zitten met een kop koffie. “Heb ik me erg misdragen?” vroeg Ada. “Nee,” zei Breuer, “echt niet. Het was allemaal heel erg gezellig tot je blijkbaar opeens boven je theewater was en allemaal oneerbare voorstellen ging doen.” Ada schoot in de lach. “En waarom heb je daar dan geen gebruik van gemaakt?” vroeg Ada toch een beetje in haar wiek geschoten. “Ik wacht wel tot je ze herhaald als je nuchter bent,” antwoordde Breuer met een zelfverzekerd lachje. “Misschien kan je daar wel heel lang op wachten,” zei Ada, die daar zelf helemaal niet zo zeker van was, maar die zelfvoldane grijns niet uit kon staan. “Misschien,” zei Breuer en haalde gelaten zijn schouders op. “Je zou een poging kunnen wagen,” zei Ada, die vond dat Breuer zich wel erg gemakkelijk bij de situatie neerlegde. “Komt wel,” zei Breuer en hij gaf Ada een kus op haar voorhoofd voor hij naar de keuken om nieuwe koffie te halen. “Je bent verslaafd,” zei Ada. “Nou en of, maar nu ga ik koffie halen,” zei Breuer. “Ik wil nu eigenlijk ook wel koffie,” zei Ada nadat Breuer weer terug was gekomen uit de keuken. “Had je dat niet wat eerder kunnen zeggen,” zei Breuer terwijl hij gelaten weer terugliep naar de keuken. “Je bent echt een zak,” zei Ada terwijl ze achter Breuer aan naar het koffiezetapparaat liep. Breuer vond het blijkbaar allemaal niet de moeite waard om nog te reageren. “Je negeert me,” stelde Ada vast. “Nee hoor,” zei Breuer. “Ik schatte in hoe je je voelde.”

”En hoe voel ik me?”vroeg Ada nieuwsgierig. “Blijkbaar goed genoeg,” zei Ada en hij sloeg zijn armen om haar heen. “Ho nou,” zei Ada nog, maar zijn lippen hadden die van haar al gevonden en zijn tong leek wel een drilboor. Ada was eerst overdonderd door deze actie, maar beantwoordde zijn kus toen met passie. Ik haat deze man, dacht ze terwijl ze zijn lange intieme kus probeerde te beantwoorden. Ze sloeg zo goed en zo kwaad als het ging haar armen om Breuer heen en drukte zich tegen hem aan. Met haar linkerbeen probeerde Ada hem nog dichter zich aan te drukken. Het maakte haar wat onstabiel, maar het gaf haar ook een excuus om zich nog steviger aan hem vast te houden. Ada merkte al gauw dat ze zich geen zorgen hoefde te maken. Breuer hield haar zo stevig vast dat ze niet eens had kunnen vallen als ze dat al zou hebben gewild.  “Waarom deed je dat?” vroeg Ada nog nahijgend. “Ach,” zei Breuer, “ik weet wel andere manieren om je je mond te laten houden, maar om daar nou zo op je nuchtere maag mee te beginnen.” 

“Als je het maar laat,” zei Ada terwijl ze Breuer aan vloog met net voldoende pit om het serieus te laten lijken. Breuer was niet onder de indruk en hield haar moeiteloos in bedwang. “Kan je wel,” zei Ada, terwijl ze zich zogenaamd probeerde los te worstelen, maar in werkelijkheid vooral haar kruis tegen Breuers kruis aan duwde. Breuer liet haar opeens los waardoor Ada, die daar niet op berekend was, op de grond viel. Ze zat wat beteuterd op haar billen. “Sukkel,” zei Breuer, maar hij ging wel gelijk naast haar op de grond zitten en sloeg zijn arm om haar heen. “Je neemt me niet serieus,” mokte Ada met een pruillipje. “Nee,” zei Breuer, “maar ik vind je wel erg lief.” “Ik wil niet lief zijn,” zei Ada. Ze beet in Breuers hand. “Loeder,” zei Breuer en hij drukte Ada tegen de grond. Met een handigheid, die blijkbaar het resultaat was van veel oefening, draaide hij haar pols op haar rug. Ze kon geen kant op, maar ze voelde wel dat Breuer niet door draaide en haar eigenlijk allen maar in bedwang hield. “Lul,” zei ze. “Laat me los… Wat doe je nu?” Breuer, die er toch blijkbaar echt andere gewoontes dan anderen op na hield, had God weet waar vandaan een paar handboeien gepakt en haar polsen achter haar rug vastgemaakt. “Laat me los,” snauwde Ada. Breuer tilde haar voorzichtig op en kuste haar nu opnieuw, maar vooral onverwacht teder. Ada rukte een keer aan haar boeien, maar die gaven geen millimeter toe. Ada drukte haar hoofd tegen Breuer aan. Hij sloeg zijn armen weer om haar heen en wiegde haar voorzichtig heen en weer. Ada voelde al haar boosheid en de agressie, die ze voor deze man had gevoeld langzaam wegglijden. Ze beet zachtjes in Breuers schouder. Breuer streelde haar.  “Eindelijk,” dat ze iets te luid hardop, maar Breuer negeerde het als een heer  en liet haar gewoon tegen zich aan tot rust komen.

Breuer liet er blijkbaar allemaal geen gras over groeien. Ada vervloekte nu het feit dat ze in alleen haar slip en T-shirt naar beneden was gekomen. Breuer mocht dan een heer zij geweest toen ze dronken was, maar daar was nu niets meer van over. Zijn linkerhand gleed langs haar benen en drukte haar slip omlaag. Met zijn andere arm hield hij haar nog steeds moeiteloos in bedwang.  Zijn linkerhand gleed tussen haar benen en wreef langs haar clitoris, die toch al overgevoelig was. Ada vergat haar geworstel volkomen en probeerde haar kruis tegen Breuers vingers aan te duwen. Ze kreunde terwijl zijn hand steeds sneller langs haar kruis gleed. Ada verstijfde en de opeenvolgende orgasmen kwamen razendsnel. Ze  kreunde en worstelde en verslapte toen in Breuers armen. Volkomen slap hing ze tegen Breuer aan. “Lang geleden?” vroeg hij begripvol. “Heel lang geleden,” mompelde Ada. Ze merkte dat ze op Breuer had gekwijld. Breuer streelde Ada’s borsten en ze liet het gehoorzaam en intens nagenietend over zich heen komen. Breuer tedere fase duurde blijkbaar maar kort, want hij ging op een stoel zitten terwijl hij Ada dwong om op haar knieën te blijven zitten. Toen hij de rits van zijn broek opende, zag Ada dat dit alles hem ook niet onberoerd had gelaten. Zijn penis knalde bijna uit zijn broek. Zonder verdere aanwijzing of dwang, nam Ada het apparaat gehoorzaam in haar mond en begon als een bezetene te zuigen. Ze hoorde Breuer kreunen en voelde hoe hij verstijfde. Ze bewoog haar mond nog sneller heen en weer. Opeens trok Breuer haar hoofd  weg. Hij pakte zelf zijn penis vast en het volgende moment volgde een gigantische zaadlozing, gevolgd door een ingehouden brul. Ada bleef tevreden tegen Breuer aan liggen terwijl hij bijna afwezig haar hoofd en haar streelde.

Het bed was blijkbaar niet echt  uitgekozen op comfort. Ten eerste lag er geen matras op en de metalen ringetjes van de spiraalbodem drukten in Ada’s billen en rug. Het hoofd- en voeteneinde bestonden uit stevige  spijlen. Met haar armen en benen gespreid, kon Ada geen kant op. Toen ze volgens Breuer al te heftig had geprotesteerd, had hij een zwart balletje in haar mond gestopt en achter haar hoofd met een riempje vastgemaakt. Daarna had Ada hem alleen nog heel vuil aan kunnen kijken tot hij haar ook nog een blinddoek had omgedaan. Af en toe hoorde ze hem even binnenkomen. Haar lichaam verstrakte zich op zo’n moment. De ene keer werd Breurs binnenkomst gevolgd door korte venijnige pijn als hij haar berekenend een klap gaf met die leren plak, die hij haar daarvoor met zichtbaar genoegen had laten zien. Het viel Ada trouwens wel op dat hij er lang niet zo hard mee sloeg als tijdens de demonstratie, maar hij wist altijd wel net een pijnlijk puntje te raken. De andere keer gleed een van zijn gespierde handen langs haar lichaam en werd Ada helemaal gek van genot. Hij streelde haar borsten en zocht dan langzaam via haar navel de weg naar haar kruis. Hij maakte haar gek door pesterig vlak voor haar clitoris te stoppen. De ene keer bleef het daarbij en bleef ze gefrustreerd liggen. De andere keer haalde hij blijkbaar zijn hand over zijn hart en voelde ze opeens uit het niets alsnog een of twee vingers tegen haar clitoris drukken. Ze rukte aan haar boeien, maar de machteloosheid maakte Ada op zo’n moment alleen nog maar gekker. Breuer kuste haar op haar voorhoofd en leek haar daarna weer in de steek te laten, maar dit keer was het anders. Ze hoorde hoe hij zich uitkleedde en voelde daarna het gewicht van zijn lichaam op haar drukken. De ringen drongen nog dieper in het vlees van haar billen. Ze kon zich niet voorstellen dat hij wel lekker lag met zijn knieën op de spiraal. Lekker voor je, dacht ze, maar het volgende moment vergat ze alles. Breuer drukte zijn penis in een keer bij haar druipnatte vagina naar binnen. Ada trok aan haar boeien, gorgelde wat en probeerde haar lichaam om te gooien, maar ze zat stevig vast. Het opvangen van zijn stoten was bijna onmogelijk en ze had het idee dat ze zijn stoten alleen maar lijdzaam kon ondergaan. Breuers adem werd steeds gejaagder tot hij verstijfde en blijkbaar kwam. Ada had geen idee waar haar vorige orgasme eindigde en haar nieuwe begon. Breuer lag al een tijdje stil, maar door haar eigen naschokken, kreeg ze tenminste nog een orgasme. Breuer kuste haar teder op haar mond, maar door dat klote balletje kon ze zijn kussen, hoe ze ook haar best deed, niet beantwoorden.  Breuer streelde haar voorzichtig, ook weer in haar intieme delen, maar Ada kon het gewoon niet meer opbrengen. Ze bleef uitgeput op het bed liggen. Ze hoorde Breuer lachen en daarna voelde ze hoe hij haar blinddoek afdeed en daarna eindelijk dat balletje uit haar mond haalde. “Het is pap daar beneden,” was het eerste dat ze zei. “Het is er in ieder geval nat genoeg voor,” antwoordde Breuer. Hij maakte haar snel los en hielp haar om haar armen na al die tijd weer terug langs haar lijf te vouwen. Ondanks de kramp in haar schouders voelde Ada zich vooral alleen maar warm en geborgen. Ze rolde zich op in foetushouding en bleef op de spiraal liggen, maar dat vond Breuer niet goed. Hij tilde haar op alsof ze een kind was en nam haar in zijn armen mee naar de slaapkamer waar hij haar op haar buik legde. Ada bleef stil liggen met haar hoofd op het kussen. “Dat arme ruggetje,” zei Breuer, die er verder volmaakt aan voorbij ging dat hij Ada ook nog op haar borsten en in haar kruis had geslagen. Merkwaardige prioriteiten heeft die man, dacht Ada, maar ze had de fut niet meer om het ook daadwerkelijk te zeggen. De crème voelde weldadig aan en ze genoot van Breuers handen, die haar schouders, rug en kont insmeerden. Ze kreunde een paar keer. “Lekker?” vroeg hij zorgzaam. “Heerlijk,” mompelde Ada terwijl ze vergeefs vocht tegen de opkomende slaap.