zondag 28 december 2014

Miep XV (44.000 Woorden II)

“Waar kijk je naar?” vroeg Miep. “Ik weet het niet,” zei Henk. “Ik kan de gids wel even pakken.” Miep maakte een wegwerpgebaar. “Welnee,” zei ze. “Iets met ridders,” vulde Henk aan. “Sport in Beeld komt zo.” “Studio Sport,” verbeterde Miep hem.  “Zoiets,” zei Henk.  Er werden een man en jonge vrouw vastgebonden aan een houten paal. Via een ingewikkelde constructie werd een brief waar blijkbaar iets mee was boven een vuur gehangen. Het idee was dat als de man of de vrouw hun mond open zouden doen en de stok die in hun mond was gestopt, zouden laten vallen, de brief automatisch in het vuur verdween. De constructie was kinderlijk en het spel bijna ongeloofwaardig slecht, maar Miep had alleen oog voor de vastgebonden vrouw, die er juist in haar zogenaamde mannenkleren extra vrouwelijk uitzag.  Miep vond het ondanks het afschuwelijk spel een fascinerend gezicht. Dit zag Anders dus hij naar haar keek. Alleen was zij er dan ook nog naakt en vaak geblinddoekt bij. Ze kon zich voorstellen dat het een spannend gezicht was. Miep keer weer naar Henk, maar het deed hem inderdaad allemaal gewoon helemaal niets. Hoe ze ook haar best zou doen; uiteindelijk zou het tussen haar en Henk toch nooit wat kunnen worden.  Terwijl de ridder en zijn blijkbaar zogenaamde Indiase vriend te paard de aftiteling uitreden, ging Henk er een keer gemakkelijk voor zitten. “Eindelijk Sport in Beeld. Benieuwd wat Feijenoord heeft gedaan,” zei hij en nam alvast tevreden een slok van zijn bier.

Het deed het baasje van de Simca 1100 zichtbaar en hoorbaar verdriet dat hij afscheid moest nemen van zijn lichtblauwe vriendje. Miep had nog voorgesteld dat Henk alleen zou gaan, maar hij had er op gestaan dat ze met hem mee zou gaan op dit belangrijke moment. “Een auto koop je niet ieder dag,” zei Henk plechtig en daar had hij natuurlijk wel gelijk in. “Er komt hier een metro,” had Henk optimistisch gezegd terwijl ze in de bus op de Groene Kruisweg op weg naar Hoogvliet waren. “Daar hebben we nu niets aan,” had Miep wat bits geantwoord. Door dit avontuur met die vreselijke Simca was ze toch al een hele middag met Anders misgelopen en Henk kon die middag dan ook niet veel goed doen. De eigenaar van het autootje was een trouwens een kenner van Simca’s. Hij vertelde Henk uitgebreid over de aparte ligging van de motor en over alle voordelen van voorwielaandrijving. Miep zat er niet op te wachten en Henk eigenlijk ook niet. Toen uiteindelijk alle papieren waren uitgewisseld en wat nog veel langer duurde, alle verhalen over de Simca eindelijk verteld, maakte Henk dan ook snel een einde aan het gesprek met zijn nieuwe beste vriend. Henk beloofde nog manmoedig om ooit een keer langs te komen of te schrijven, maar toen was de koek dan ook voor hem wel echt op. Henk en Miep reden nog wat onwennig samen over de betonplaten van de Groene Kruisweg de toekomst in. Henk had de slag al vrij snel weer te pakken. Hij reed echt met flair over de toch wat hobbelige weg. Laten we even naar de Heijplaat gaan,” zei hij. “Wat is daar te beleven?” vroeg Miep. “Niets,” zei Henk, “Het is een volkomen mislukt door havens ingesloten stukje Rotterdam.”

“Waarom wil je er dan naar toe?” vroeg Miep mijdig. “Ik ben er nog nooit geweest,” zei Henk. Miep haalde haar schouders op. “Goed hoor,” zei ze onverschillig, “als jij dat wilt.”

De komst van de Simca gooide Mieps leven op meer dan één manier in de war. Henk had bedacht dat  nu ze een auto hadden, ze er ook vooral van moesten genieten. Op zondag naar de Musschen was er bijna niet meer bij; er moest van nu af aan worden gereden. Brielle, Rockanje en de nu via de nieuwe dijken bereikbare Zeeuwse eilanden. Je kon het zo snel niet verzinnen of Henk reed er naar toe. Vaak was het best leuk en Miep had er vast van genoten als het met Anders was geweest, maar nu ging het toch te vaak ten koste van haar afspraken met diezelfde Anders.  De eerste keer naar dat ze naar Antwerpen gingen, had Miep zich dan weer echt voorgesteld als een feestje, maar Henk nam prompt die keer zijn moeder ook mee. Henks moeder moest natuurlijk voorin zitten vanwege haar rug en zere benen.  Al bij Breda was ze al zenuwachtig geweest over de paspoortcontrole, die in de praktijk bestond uit twee vriendelijk knikkende Belgische douaniers. Miep had zich de hele weg alleen maar in stilte zitten verbijten.

Op de Oude Dijk hoorde Miep er inmiddels gelukkig wel helemaal bij. Het hele gezelschap van Commune de Ster bestond uit Anders, Klara, Rogier en Manon. “Rogier compenseert dat hij eigenlijk een Belgische katholiek is,” vertelde Anders aan Miep. Ze begreep het niet. “Rogier gedraagt zich als een soort Jarno, omdat hij wil laten zien dat ook Belgen wel degelijk revolutionair kunnen zijn.” Miep vond het allemaal best wat Rogier deed. Ook de grote standaardposter van Che Guevara  op zijn deur kon haar in ieder geval niets schelen. Manon was vast heel aardig, maar leek verder vooral op een biggetjes. Eigenlijk had Miep alleen maar moeite met de aanwezigheid van Klara in de commune. Klara was altijd aardig tegen haar en leek ook helemaal geen aanleiding te geven tot Mieps wantrouwen, maar die was nog steeds niet over haar eerste indruk van Klara en Anders samen heen.. Vooral het eten met zijn allen vond Miep wel erg gezellig. Als ze mee at, was ook Cora, de vriendin van Rogier, er ook vaak bij. Met zijn zessen werd de wereldpolitiek dan uitgebreid doorgesproken. Hierbij was de vaste rolverdeling dat Rogier het meest anti-Amerikaanse standpunt vertegenwoordigde en Anders meer op de gematigde lijn zat.  Daarna verweet Rogier Anders dan weer steevast dat hij alleen maar zo gematigd was om de belangen van zijn ouders te beschermen. Door weinig te zeggen en veel te luisteren, kwam Miep er achter dat de ouders van Anders alles behalve arm waren.  “Wat doet je vader eigenlijk?” vroeg Miep aan Anders. “Zo min mogelijk volgens mij,” zei  Anders. “Flauw, maar wat doet hij echt?” Soms kan Anders echt zo verschrikkelijk in dooddoeners antwoorden. “Hij doet echt zo weinig mogelijk,” zei Anders, “daar is hij heel trots op. Verder is hij directeur en eigenaar van een chocoladefabriek.” Miep keek er van op. “Hoe word je dat nou?” vroeg ze. “Gewoon erven,” zei Anders. “Mijn opa deed in cacao uit Indonesië en toen hij terug kwam naar Nederland is hij een groothandel gestart.  Daarna is hij voorzichtig gestart met het zelf aan banketbakkers aanbieden van chocoladehazen en sinterklazen. Uiteindelijk werd dat een succes. Mijn vader heeft daarna nog in een aantal banketbakkers aandelen genomen. Had hij gelijk de klandizie veilig gesteld.” “Toevallig ook in Bakkerij van Manen aan de Avenue Concordia?” vroeg Miep nonchalant, maar Anders had het gelijk door. Hij keek betrapt. “Ze hadden wel echt iemand nodig hoor,” zei hij. Miep gaf hem een kus. “Nou ben ik ook nog bij je in dienst,” zei ze. “Nu moet ik echt alles doen wat jij wilt.” Anders kuste haar terug, maar zei niet zo veel. “Daarna zijn  mijn ouders in Reeuwijk gaan wonen aan de Plas, maar mijn moeder hield het daar niet uit.” “Wat doet je moeder?”vroeg Miep. “Vooral op mijn vader letten,” zei Anders. “En dit keer meen ik het. Of zijn gulp staat open, of de knoopjes van zijn overhemd zijn verkeerd geknoopt. Hij vergeet ook al zijn afspraken.”  Miep schoot in de lach. “Maar hij is wel directeur zei je toch?” Anders knikte. “En een goede ook.” Miep vond het een raar verhaal. “Eigenlijk ben je gewoon heel rijk,” zei Miep. “Rogier heeft gewoon gelijk. Je wil helemaal geen wereldrevolutie.”Anders knikte. “Nee,” zei hij, “dat wil ik inderdaad niet. Maar zo’n pretje was het allemaal niet hoor. Met kerst zat ik aan de paashazen en in september aan de sinterklazen. Ik kan trouwens nog steeds geen kersenbonbon meer zien.” Hij keek er overtuigend heel treurig bij. “Ik vind het zielig,” zei Miep. “Echt heel zielig.” “Pas maar op,” zei Anders. “Ja,” zei Miep, “want ik ben nu niet alleen je slavin, maar ook nog gewoon je werkneemster.” Anders was het zat; hij greep haar stevig beet en duwde haar op het bed. “Uitbuiter,” zei Miep. Dat was het laatste zetje dat Anders nodig had. Hij bond haar vast aan het bed en stopte een prop in haar mond. Dat alles had hem zo opgewonden dat hij snel Mieps rokje naar boven schoof. Daarna pakte hij een schaar. Miep schrok er van. Wat was die gek nou weer van plan? Maar het viel mee; Anders knipte alleen maar Mieps slipje kapot. “Sloopuhh,” brieste Miep door haar prop heen. Anders duwde haar dijen nog verder open en drukte zijn penis naar binnen.  Miep rukte aan haar boeien, maar kon niet voorkomen dat ze druipnat werd. Haar gesputter werd steeds minder en ging steeds meer over in gehijg. Anders kwam vrij snel en haalde de prop uit haar mond. “Lul,” zei Miep terwijl ze Anders hartstochtelijk kuste. “Kapitalist. Burgermannetje!”

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten