vrijdag 27 februari 2015

Ada X (44.000 Woorden III)

Ada haatte het dat Breuer haar zomaar een hele week alleen liet, omdat hij zo nodig voor zaken naar Duitsland moest. In haar gedachten vluchtte hij al met hangende pootjes terug naar die vreselijke berekenende slet van Lisa. Hoewel Ada heel goed wist dat ze vooral zich zichzelf gek maakte, was het toch sterker dan zijzelf. Al het zelfvertrouwen dat ze weer had opgebouwd sinds ze Breuer kende, was blijkbaar gelijk met Breuer mee naar Duitsland vertrokken. Die maandag ging het nog wel, want Breuer was ook altijd wel heel erg in haar leven  aanwezig, maar op dinsdag was het gevoel van opluchting al plaats aan het maken voor de altijd bij Ada aanwezige knagende onzekerheid. Het werd allemaal niet beter door het feit dat Breuer maar twee keer een kort mailtje stuurde. Als klap op de vuurpijl had Breuer haar ook nog gevraagd om Lidl te eten te geven. Ze had stomme beest nog geen enkele keer gezien, maar iedere keer als ze kwam, was het bakje leeg. Ada ging er daarom maar vanuit dat het goed ging.

Toen ze net klaar was met de brokjes en het water had ververst, stopte er een auto voor de boerderij van Hansvelt. Er stapte een vrouw uit. Ada kwam wat wantrouwig de keuken uit. “U wenst?” vroeg ze zo onvriendelijk mogelijk. Voordat Ada haar wantrouwen en onzekerheid nog verder had kunnen voeden, groette de vrouw haar hartelijk. “Jij bent vast Ada,” zei ze vriendelijk. Ada knikte een keer wat vaag bevestigend. “Ik ben Marga,” zei de vrouw vriendelijk, maar met een houding alsof daarmee alles duidelijk moest zijn voor Ada. “En wie is Marga?” vroeg ze, terwijl ze weer helemaal in haar professionele bitch-houding sprong. “De zus van Hans?” vervolgde Marga nu toch een beetje vragend. “Je gaat me toch niet vertellen dat Hans het weer eens is vergeten te vertellen?”

“Als Hans ‘het’ mij niet heeft verteld dan geloof ik ook niet dat ik dat kan bevestigen of ontkennen,” zei Ada gevat. Marga schudde even met haar hoofd. Ze spoelde Ada’s zin zichtbaar in haar hoofd terug. “Ja,” zei ze daarna gedecideerd, “dat klopt.”  Ada had geen idee of ze Ada’s zin bedoelde of het feit dat zij niet kon weten dat Marga langs kwam. “Goed,” zei Marga, “we beginnen gewoon opnieuw. Ik ben Hans’ zus en ik heb met hem afgesproken dat ik hier de komende dagen logeer.”

”O,” zei Ada, “dat had hij dan weleens mogen zeggen.” Soms was Breuer echt een onattente eikel. “Mijn broer,” zei Marga berustend. “Ik heb het hem nog zo gevraagd: heb je het nou gezegd?” Ada schudde haar hoofd. “Nee dus,” zei Marga. “Je boft,” zei Ada, “dat ik Lidl eten kwam geven. Anders was ik er niet eens geweest.” 

“Ik heb een sleutel,” stelde Marga haar gerust. “Trouwens, even los daarvan,” zei Ada. “Wil je koffie?”

“Graag,” zei Marga, “maar dan wel met het nieuwe apparaat.” Ze trok er een ondeugend gezicht  bij. “Hij kan er nog steeds niet mee omgaan,” zei Ada. Marga trok een berustende blik.  “Ach,” zei ze, “het blijft toch je broer.”

“Ja,” zei Ada, “hij heeft je wel over zijn koffiezetapparaat verteld, maar niet dat jij hier logeert.” “Ho,” zei Marga, “het blijft toch mijn broer. Hij heeft me wel uitgebreid bijgepraat over zijn nieuwe leuke vriendin en hoe geweldig die wel niet is.” Ada voelde zich van binnen helemaal warm worden. “Echt waar?’’ vroeg ze. “Nee,” zei Marga, “dat verzin ik maar.” Ze grijnsde naar Ada. “Je kan wel zien,” zei Ada berustend, “dat jullie familie zijn: zelfde gevoel voor humor.” “Goed hè,” zei Marga.

Tijdens de door Ada gezette koffie bleek Marga trouwens erg gezellig. Ze zaten samen in de keuken en Lidl, die zich al een hele tijd niet had laten zien, kwam de keuken binnen om zich door Marga op te laten pakken. Luid spinnend, ging ze bij haar op schoot liggen. “Ze mist Hans,” zei Marga, “want normaal is ze nooit zo aanhankelijk.” Ada vond het altijd al een rotbeest en het werd er niet beter op als ze wel naar Breuers zus kwam en niet naar haar. Marga leek oprecht geïnteresseerd in Ada en die vertelde dan ook wat voor werk ze deed, hoe ze was gescheiden en in de Polder was terecht gekomen. Marga knikte een paar keer. “En jij?” vroeg Ada daarna, want als ze iets over Breuer te weten wilde komen, was Marga toch de aangewezen persoon. Zonder echt op de details in te gaan, vertelde Marga, dat haar jeugd en die van Breuer allebei was gedomineerd door de geestesziekte van hun moeder en hoe het hele gezin en hun vader nog het meest, daar onder hadden geleden. “Daarom is Hans zo gesloten geworden,” besloot Marga haar verhaal. “Waarom denk je dat ik hem gesloten vind?” vroeg Ada, die zich niet graag woorden in de mond gelegd voelde krijgen. “Je zou de eerste zijn, die daar niet over klaagt,” zei Marga. “Maar zit ik er naast?” Ada schudde haar hoofd ontkennend. “Nou,” zei Marga met een gezicht van: dat zei ik toch. “Die klacht hoor ik altijd van iedereen. Het is echt een hele aardige man hoor, maar wel heel erg gesloten.”

“Hoe ging dat vorige vriendinnetje daar mee om?” vroeg Ada. “Hoe heette ze ook alweer?” “Bedoel je Lisa?” vroeg Marga in alle onschuld. “Precies,” zei Ada. “Helemaal vergeten hoe ze heette, maar die bedoel ik inderdaad.” Ada voelde zich vreselijk slim. “Die had het er volgens mij ook moeilijk mee,” zei Marga. “Zijn ze daarom uit elkaar gegaan?” vroeg Ada. “Weet ik eigenlijk niet,” zei Marga. “Volgens mij was de koek gewoon op. Dat zou je eigenlijk het beste aan Hans kunnen vragen.” Ada knikte een keertje alsof ze dat zeker van plan was; Breuer zag haar aankomen. Ze had al veel te veel en veel te vaak over haar o zo leuke voorgangster gezeurd.

Marga bleek Ada’s twijfel toch wel goed aan te voelen. “Misschien,” zei ze, “is het wel beter ook dat jij nu zijn vriendin bent. Lisa was een schatje en paste hier uitstekend in de Polder, maar ik weet dat ze zich in het gezelschap van andere kennissen van Hans weleens voelde als Maria uit The Sound of Music.”

“Alleen dat ze dan geen verleden had als uitgetreden non,” zei Ada. “Nee,” zei Marga geamuseerd. “Ik geloof absoluut dat het echte liefde was met mijn broer, maar ze gebruikte de gaven, die ze had. En waarom niet?” Ada kon wel honderd redenen verzinnen, maar ze hield haar mond. “Het was een charmant en uiterst leergierig meisje, maar haar opvoeding was nogal gebrekkig,” vervolgde Marga onverstoorbaar haar verhaal. “Volgens een kennis van mij, heeft Hans haar zo ongeveer opgevoed,” zei Ada. Marga knikte een keer bedachtzaam. “Dat zou best kunnen. Maar al met al denk ik dat jij je in zulke gezelschappen gemakkelijker weet te handhaven.”

“Zitten er veel vervelende mensen bij?” vroeg Ada. “Welnee,” zei Marga. “Alleen in dat groepje spiritueel geïnteresseerden van hem zit één vreselijk dame, maar daar moet je je niets van aantrekken.” “En wie is dat?” vroeg Ada. “Dan ben ik er maar alvast op voorbereid.”  “Gruwella, nou eigenlijk heet ze Guwenda. Ze zit al een hele tijd achter Hans aan, maar volgens mij alleen zo lang hij haar niet wil.”  Ada keek haar vragend aan. “Een verwend meisje,” verduidelijkte Marga. “Ze kan het niet uitstaan dat Hans haar niet wil. Ze zou zich te pletter schrikken.” Ada besloot de laatste opmerking maar te negeren. Na nog twee door Ada gezette koffie en een door Marga uit Breuers kelder opgediepte fles witte wijn, ging de beide dames alsnog als de beste vriendinnen uit elkaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten