Ada haatte het dat Breuer haar zomaar een hele week alleen
liet, omdat hij zo nodig voor zaken naar Duitsland moest. In haar gedachten
vluchtte hij al met hangende pootjes terug naar die vreselijke berekenende slet
van Lisa. Hoewel Ada heel goed wist dat ze vooral zich zichzelf gek maakte, was
het toch sterker dan zijzelf. Al het zelfvertrouwen dat ze weer had opgebouwd
sinds ze Breuer kende, was blijkbaar gelijk met Breuer mee naar Duitsland
vertrokken. Die maandag ging het nog wel, want Breuer was ook altijd wel heel
erg in haar leven aanwezig, maar op
dinsdag was het gevoel van opluchting al plaats aan het maken voor de altijd
bij Ada aanwezige knagende onzekerheid. Het werd allemaal niet beter door het
feit dat Breuer maar twee keer een kort mailtje stuurde. Als klap op de
vuurpijl had Breuer haar ook nog gevraagd om Lidl te eten te geven. Ze had stomme
beest nog geen enkele keer gezien, maar iedere keer als ze kwam, was het bakje
leeg. Ada ging er daarom maar vanuit dat het goed ging.
Toen ze net klaar was met de brokjes en het water had ververst,
stopte er een auto voor de boerderij van Hansvelt. Er stapte een vrouw uit. Ada
kwam wat wantrouwig de keuken uit. “U wenst?” vroeg ze zo onvriendelijk
mogelijk. Voordat Ada haar wantrouwen en onzekerheid nog verder had kunnen
voeden, groette de vrouw haar hartelijk. “Jij bent vast Ada,” zei ze
vriendelijk. Ada knikte een keer wat vaag bevestigend. “Ik ben Marga,” zei de
vrouw vriendelijk, maar met een houding alsof daarmee alles duidelijk moest
zijn voor Ada. “En wie is Marga?” vroeg ze, terwijl ze weer helemaal in haar
professionele bitch-houding sprong. “De zus van Hans?” vervolgde Marga nu toch
een beetje vragend. “Je gaat me toch niet vertellen dat Hans het weer eens is
vergeten te vertellen?”
“Als Hans ‘het’ mij niet heeft verteld dan geloof ik ook
niet dat ik dat kan bevestigen of ontkennen,” zei Ada gevat. Marga schudde even
met haar hoofd. Ze spoelde Ada’s zin zichtbaar in haar hoofd terug. “Ja,” zei
ze daarna gedecideerd, “dat klopt.” Ada
had geen idee of ze Ada’s zin bedoelde of het feit dat zij niet kon weten dat
Marga langs kwam. “Goed,” zei Marga, “we beginnen gewoon opnieuw. Ik ben Hans’
zus en ik heb met hem afgesproken dat ik hier de komende dagen logeer.”
”O,” zei Ada, “dat had hij dan weleens mogen zeggen.” Soms
was Breuer echt een onattente eikel. “Mijn broer,” zei Marga berustend. “Ik heb
het hem nog zo gevraagd: heb je het nou gezegd?” Ada schudde haar hoofd. “Nee
dus,” zei Marga. “Je boft,” zei Ada, “dat ik Lidl eten kwam geven. Anders was
ik er niet eens geweest.”
“Ik heb een sleutel,” stelde Marga haar gerust. “Trouwens,
even los daarvan,” zei Ada. “Wil je koffie?”
“Graag,” zei Marga, “maar dan wel met het nieuwe apparaat.”
Ze trok er een ondeugend gezicht bij.
“Hij kan er nog steeds niet mee omgaan,” zei Ada. Marga trok een berustende
blik. “Ach,” zei ze, “het blijft toch je
broer.”
“Ja,” zei Ada, “hij heeft je wel over zijn
koffiezetapparaat verteld, maar niet dat jij hier logeert.” “Ho,” zei Marga,
“het blijft toch mijn broer. Hij heeft me wel uitgebreid bijgepraat over zijn
nieuwe leuke vriendin en hoe geweldig die wel niet is.” Ada voelde zich van
binnen helemaal warm worden. “Echt waar?’’ vroeg ze. “Nee,” zei Marga, “dat
verzin ik maar.” Ze grijnsde naar Ada. “Je kan wel zien,” zei Ada berustend,
“dat jullie familie zijn: zelfde gevoel voor humor.” “Goed hè,” zei Marga.
Tijdens de door Ada gezette koffie bleek Marga trouwens erg
gezellig. Ze zaten samen in de keuken en Lidl, die zich al een hele tijd niet
had laten zien, kwam de keuken binnen om zich door Marga op te laten pakken.
Luid spinnend, ging ze bij haar op schoot liggen. “Ze mist Hans,” zei Marga, “want
normaal is ze nooit zo aanhankelijk.” Ada vond het altijd al een rotbeest en
het werd er niet beter op als ze wel naar Breuers zus kwam en niet naar haar.
Marga leek oprecht geïnteresseerd in Ada en die vertelde dan ook wat voor werk
ze deed, hoe ze was gescheiden en in de Polder was terecht gekomen. Marga
knikte een paar keer. “En jij?” vroeg Ada daarna, want als ze iets over Breuer
te weten wilde komen, was Marga toch de aangewezen persoon. Zonder echt op de
details in te gaan, vertelde Marga, dat haar jeugd en die van Breuer allebei
was gedomineerd door de geestesziekte van hun moeder en hoe het hele gezin en
hun vader nog het meest, daar onder hadden geleden. “Daarom is Hans zo gesloten
geworden,” besloot Marga haar verhaal. “Waarom denk je dat ik hem gesloten
vind?” vroeg Ada, die zich niet graag woorden in de mond gelegd voelde krijgen.
“Je zou de eerste zijn, die daar niet over klaagt,” zei Marga. “Maar zit ik er
naast?” Ada schudde haar hoofd ontkennend. “Nou,” zei Marga met een gezicht
van: dat zei ik toch. “Die klacht hoor ik altijd van iedereen. Het is echt een
hele aardige man hoor, maar wel heel erg gesloten.”
“Hoe ging dat vorige vriendinnetje daar mee om?” vroeg Ada.
“Hoe heette ze ook alweer?” “Bedoel je Lisa?” vroeg Marga in alle onschuld.
“Precies,” zei Ada. “Helemaal vergeten hoe ze heette, maar die bedoel ik
inderdaad.” Ada voelde zich vreselijk slim. “Die had het er volgens mij ook
moeilijk mee,” zei Marga. “Zijn ze daarom uit elkaar gegaan?” vroeg Ada. “Weet
ik eigenlijk niet,” zei Marga. “Volgens mij was de koek gewoon op. Dat zou je
eigenlijk het beste aan Hans kunnen vragen.” Ada knikte een keertje alsof ze
dat zeker van plan was; Breuer zag haar aankomen. Ze had al veel te veel en
veel te vaak over haar o zo leuke voorgangster gezeurd.
Marga bleek Ada’s twijfel toch wel goed aan te voelen.
“Misschien,” zei ze, “is het wel beter ook dat jij nu zijn vriendin bent. Lisa
was een schatje en paste hier uitstekend in de Polder, maar ik weet dat ze zich
in het gezelschap van andere kennissen van Hans weleens voelde als Maria uit
The Sound of Music.”
“Alleen dat ze dan geen verleden had als uitgetreden non,”
zei Ada. “Nee,” zei Marga geamuseerd. “Ik geloof absoluut dat het echte liefde
was met mijn broer, maar ze gebruikte de gaven, die ze had. En waarom niet?”
Ada kon wel honderd redenen verzinnen, maar ze hield haar mond. “Het was een
charmant en uiterst leergierig meisje, maar haar opvoeding was nogal
gebrekkig,” vervolgde Marga onverstoorbaar haar verhaal. “Volgens een kennis
van mij, heeft Hans haar zo ongeveer opgevoed,” zei Ada. Marga knikte een keer
bedachtzaam. “Dat zou best kunnen. Maar al met al denk ik dat jij je in zulke
gezelschappen gemakkelijker weet te handhaven.”
“Zitten er veel vervelende mensen bij?” vroeg Ada.
“Welnee,” zei Marga. “Alleen in dat groepje spiritueel geïnteresseerden van hem
zit één vreselijk dame, maar daar moet je je niets van aantrekken.” “En wie is
dat?” vroeg Ada. “Dan ben ik er maar alvast op voorbereid.” “Gruwella, nou eigenlijk heet ze Guwenda. Ze
zit al een hele tijd achter Hans aan, maar volgens mij alleen zo lang hij haar
niet wil.” Ada keek haar vragend aan.
“Een verwend meisje,” verduidelijkte Marga. “Ze kan het niet uitstaan dat Hans
haar niet wil. Ze zou zich te pletter schrikken.” Ada besloot de laatste
opmerking maar te negeren. Na nog twee door Ada gezette koffie en een door
Marga uit Breuers kelder opgediepte fles witte wijn, ging de beide dames alsnog
als de beste vriendinnen uit elkaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten