Miep XVII (44.000 Woorden II)
Na de verdoving van de eerste
dagen kwam de knagende pijn. Natuurlijk was het niet aardig geweest om dagen
niets van zich te laten horen, maar Anders had toch ook wel kunnen begrijpen
dat zij worstelde met haar gevoelens. Hij had haar nota bene zelf dat boek mee
gegeven, zodat ze iets had om bij hem terug te komen. Miep had er nog een paar
keer over nagedacht om toch nog een keer bij hem langs te gaan om tenminste
tekst en uitleg te krijgen, maar ze dorst het uiteindelijk toch niet. Miep ging
mechanisch werken bij de bakker en daarna weer naar huis. Ze leefde inmiddels
met Henk als broer en zus. Het was allemaal niet ideaal, maar wel te doen. Ze
was zelfs Jarno nog een keer tegengekomen toen Vrouw van Oorschot echt klem zat
en zij Wim naar school had gebracht. De lafaard was snel een lokaal in
gevlucht, omdat hij blijkbaar de confrontatie niet aan dorst.
Het enige dat Miep in die tijd
deed, was heel veel lezen. Ze had een abonnement op de bibliotheek genomen en
nu werkte ze zo uit haar hoofd heel de boekenkast van Anders door.Het was haar
manier om toch nog een beetje contact met de liefde van haar leven te houden. In
het begin vond ze het vreselijk, maar zo langzamerhand werd ze een vaste
bezoeker van de wijkbibliotheek in Lombardijen. Naast de boeken waarvan ze wist
dat Anders ze in zijn boekenkast had staan, las ze eigenlijk alles wat los en
vast zat. Door haar vele bezoeken aan de
bibliotheek zag ze dan ook als een van de eersten de advertentie op het
prikbord waarin om een uitleenmedewerkster werd gevraagd. Het was een stuk
dichterbij dan Kralingen en Miep wilde eigenlijk helemaal niets meer met Anders
of zijn bakkerij te maken hebben. Mieps
carrière bij de Gemeente Rotterdam begon bescheiden, maar binnen twee jaar had
ze zich opgewerkt tot fulltime ‘juf van de bieb’ met een bijbehorend bescheiden
salaris. Toen ze een vaste aanstelling kreeg als documentatiemedewerkster op de
hoofdvestiging op de Botersloot vond ze het wel tijd worden om een aantal
knopen door te hakken. Het vele lezen en de waardering op de bibliotheek hadden
haar voor het eerst iets van zelfvertrouwen gegeven, dat niet afhing van de
mening van een man. Miep voelde zich voor het eerst klaar voor de rest van haar
leven.
Henks afkeer van Albert Heijn
had hem er ondertussen toch niet voor kunnen behoeden dat hij nu voor dat
bedrijf moest gaan werken. Simon de Wit werd na een grote brand in het door hem
eerst zo gehate distributiecentrum in Zaandam verkocht aan datzelfde Albert
Heijn. Hoewel hij er eigenlijk in arbeidsvoorwaarden op vooruit ging, was het
voor Henk toch weer reden om eindeloos te klagen. Miep was het allemaal al lang
zat en ze had sterk de indruk dat dat eigenlijk ook voor Henk gold. Sinds het
Italiaanse meisje Lina bij de groenten en fruit was gaan werken, was Henks
humeur sterk verbeterd, maar kwam hij wel steeds later thuis. De scheiding was
eigenlijk alleen nog maar een formaliteit. Ze waren echt totaal uit elkaar
gegroeid. Net als Vrouw van Oorschot was ze nu een gescheiden vrouw, alleen
waren de tijden blijkbaar veranderd, want niemand sprak er meer schande van,
tenminste niet in haar gezicht. Verder
had Miep besloten dat naam ‘Miep’ wel heel erg uit de tijd was. Het werd ook op
dat gebied tijd voor iets nieuws. Het werd uiteindelijk ‘Mira’ naar de
succesvolle film van Fons Rademakers. De voorletter bleef hetzelfde en het leek
toch wel een beetje op elkaar. Bovendien scheelde haar eigen naam maar een
letter met die van de regisseur. Verder had Willeke van Ammelrooys niets verhullende
optreden in de film de naam ‘Mira’ ook nog een extra spannende lading gegeven. Dat
laatste was toch mooi meegenomen ook al had Miep na Anders zo haar buik vol
gehad van mannen, dat ze ze allemaal op afstand hield. Vanaf de eerste dag op
de Botersloot stelde Miep zich voor als Mira. In het begin ging het nog weleens
fout. Ze stelde zich altijd foutloos voor als Mira, maar als iemand haar
onverwacht aansprak of riep, moest er soms wel drie keer worden geroepen voor
Miep door had dat zij werd bedoeld en niet iemand anders.
Miep werd zo langzamerhand een
echte vertegenwoordigster van haar generatie. Ze was een zelfstandige vrouw en
ze had een eigen flatje, een echte baan en leuke collega’s. Miep had het idee
dat het leven, desnoods of misschien wel juist, zonder mannen meer dan de
moeite waard was. Tot op de dag dat ze werd gevraagd om even in te vallen voor
een groepje leerlingen van een school en hun docent. “Jongens en meisjes,” zei
de mevrouw, die rondleiding deed. “Mira Rademaker gaat jullie nu vertellen hoe
je de bibliotheek kunt gebruiken als jullie een scriptie willen maken.
“Moeten,” verbeterde een van de leerlingen haar. “Nou ja,” zei de mevrouw, die
de sfeer niet wilde verpesten, “desnoods moeten dan.” “Genoeg,” zei de
begeleidende leraar met een lichte irritatie in zijn stem. De jongen hield zijn
mond, maar leek niet echt onder de indruk, maar Miep des te meer. Achterin in
het halfduister zat de man van wie ze de stem uit duizenden zou herkennen.
Nadat Miep de eerste aanvechting om weg te rennen, had overwonnen, zette ze
zich schrap. “Zo jongens en meisje,” zei ze, “of moet ik al dames en heren
zeggen.” “Zeg maar mannen,” riep de jongen, die al eerder aan het woord was
geweest. “Ja,” zei Miep met warme stem. “Dat past wel bij pubertjes. Dames en
mannen…” Ze vervolgde haar verhaal. De jongen hield zijn mond, maar keek haar
als een echte puber enigszins geringschattend aan. “Lekker wijf,” mompelde hij
net iets te hard tegen de jongen naast hem, die ranzig begon te lachen. Het
deed Miep goed, zelfs Anders’ leerlingen zagen blijkbaar in dat zij de moeite
waard was. “Wat zei je?” vroeg ze de jongen rechtstreeks. “Uhh niets,” zei de
jongen, die dit wel een hele erge directe aanval vond. “Zo gek,” zei Miep, “ik
dacht dat iets over lekker verstond, maar ik heb me vast vergist.” De andere
leerlingen schoten in de lach. Inmiddels wist Mira wel dat leerlingen maar heel
zelden solidair met elkaar waren. Op dit gebied begreep ze Anders’ vraagtekens
bij de revolutie dan weer wel heel goed. Het was allemaal een mooi ideaal, maar
het werkte gewoon niet. Ze vervolgde geroutineerd haar verhaal en liep langzaam
door het zaaltje. Ze zag Anders zitten. Hij was misschien wat ouder geworden,
maar hij zag er nog steeds goed uit. Hij keek haar heel serieus aan, maar er zat
vooral afstand in zijn blik. Blijkbaar broedde hij op iets. Miep voelde toch
weer een beetje de oude kriebels terug komen toen ze, ondanks alles, de liefde
van haar leven terug zag. Terwijl haar mond rustig doorpraatte, dacht ze aan de
tijd met Anders, maar ook aan de lullige manier waarop hij haar had gedumpt.
Hij kon het lazarus krijgen. Ze zou zich niet laten kisten. De Miep van twee
jaar geleden was de Mira van nu geworden.
Toen Miep merkte dat haar verhaal afgelopen was, hield ze niet alleen
haar mond, maar stond ze ook stil. “Zijn er nog vragen?” vroeg ze aan de
leerlingen. Die keken wel linker uit. Als er één een vraag stelde, duurde het
allemaal nog langer. Misschien was er wel een vraag, maar dan dorst toch
niemand die te stellen. “Dan ben ik blijkbaar heel duidelijk geweest,” zei Miep
tevreden. Die conclusie maakte het voor iedereen gemakkelijk. De leerlingen
stonden op en gingen lawaaiig het zaaltje uit om de rest van de rondleiding te
vervolgen. Anders volgde zijn leerlingen zonder nog om te kijken. Ontzettend
grote lul! dacht Miep. Ze had het liefste haar koffiekopje naar zijn hoofd
gegooid. In plaats daarvan vervloekte ze hem binnensmonds, alleen dat maakte
wel minder indruk.
Voor Marjon Krabbersma was het
leven toch al zwaar en sinds ze leiding gaf aan de afdeling documentatie was
het er allemaal, voor zover Miep kon inschatten, niet lichter op geworden. Op
de afdeling werd over haar paniekaanvallen geroddeld. Als het even kon, schoof
ze dan ook alle externe contacten af naar medewerkers, die daar beter geschikt
voor waren. Omdat Marjons afdeling voor een groot gedeelte uit
bibliothecaressen bestond, die allemaal net zo contactgestoord waren als hun
leidinggevende, stond Miep met haar bescheiden functie al snel regelmatig voor
groepen. “Kom,” zei ze tegen Miep. “We moeten nog even een vervolgafspraak
maken met die leraar. We gaan op die school ook een presentatie houden.” Miep
was nog erg van slag af van haar ontmoeting met Anders en iedere afleiding was
welkom. Ze liep met Marjon mee naar de
ontvangstkamer. “Daar zijn we al,” zei Marjon. Miep dacht nu dat ze dood bleef.
Anders bevroor toen hij haar zag. “Dit is Mira,” zei Marjon, “zij kan u wel
verder helpen.” “Mira,” zei Anders ironisch. “Goh, wat een leuke naam.” Miep
kon hem wel schieten. Marjon had blijkbaar weer genoeg ‘klantcontacten’ voor
een dag gehad. “Jullie redden je verder wel denk ik,” zei ze, waarna ze maakte
dat ze weg kwam naar haar bolwerk van naslagwerken en krantenknipsels. “Zegt u
het eens,” begon Miep terwijl ze voelde dat haar knieën knikten. Anders had het
een stuk moeilijker; hij moest nu een inhoudelijk verhaal afsteken. Hij slikte
een keer en stak toen zonder een hapering van wal. Het kwam er op neer dat zijn
school er over nadacht om de eigen bibliotheek, die toch vooral de hobby van de
leraren Nederlands en geschiedenis was, min of meer op te doeken. Alleen wilden
ze dan wel samen gaan werken met de bibliotheek in de wijk. Terwijl Anders zo
vlekkeloos zijn verhaal opdreunde, repeteerde Miep in gedachten haar antwoord.
Anders hield zijn mond; hij was blijkbaar klaar. Miep stak gelijk professioneel
van wal. “Ontzettende paardenlul, je durfde het me niet eens in mijn gezicht te
zeggen. Alleen maar een getypt briefje!” Ze sloeg wild op hem in, maar Anders
was te verbouwereerd om ook maar iets te zeggen. Miep bleef Anders slaan, maar
ondanks al haar woede lette ze er toch wel op om hem niet in zijn gezicht te
slaan. “Ik een briefje?” zei Anders verontwaardigd. “Ik een briefje?” “Een boek
waar de voorkaft vanaf was gescheurd en een brief je dat je het niet zag
zitten!”
“Van jou!” schreeuwde Miep. “Van
mij!” schreeuwde Anders, die nu ook geduld begon te verliezen. “Van jou!”
Ondanks hun geschreeuw begrepen ze nu toch allebei dat er sprake was van enige
verwarring en dat ruziede nu eenmaal niet lekker. “Om kort te gaan,” zei Anders
zakelijk. “Ik kreeg van Klara mijn boek terug met de afgescheurde voorkaft een
kort briefje dat je dat speet, maar dat je het toch al niet meer zag zitten en
dat je verder ging met die Henk van je.” “Vuile gore slet,” zei Miep. “Ik kreeg
van Klara een briefje waarin jij het uitmaakte.” De wedstrijd dom kijken, die
daarop volgde, bleef gelijkspel. Marjon, die blijkbaar door andere
personeelsleden was gewaarschuwd dat Mira Rademaker en die aardige meneer van
die school bezig waren om elkaar af te maken, kwam redderig de kamer binnen.
“Wat?” snauwde Mira, die even was vergeten dat Marjon haar baas was. “Ziet u
niet dat we in gesprek zijn,” zei Anders snijdend. Marjon, die in ieder geval
vond dat je gesprekken tussen medewerkers en klanten het beste niet kon storen,
draaide zich om en draafde weer snel de kamer uit. “Deur dicht!” schreeuwde
Anders haar na.
Anders en Miep gingen er allebei
maar eens voor zitten. “Ik,….” zei Anders. Miep keek alleen maar een beetje
verbaasd voor zich uit. “Ik heb zo vaak bij je langs willen gaan. Gewoon om te
weten wat er nou eigenlijk was gebeurd.” “Toen ik bij de bakker ging
informeren, had je ontslag genomen.” “Ik heb daar anders nog wel drie maanden
gewerkt,” zei Miep nijdig. Anders knikte een keertje erg schuldbewust. “Lul,”
zei Miep, maar nu met een veel zachtere stem. “Hoe gaat het nu verder met je?”
Anders schudde een keer met zijn hoofd. “Goed,” zei hij vlak. “Ik ben inmiddels
afdelingshoofd.” “En verder?” vroeg Miep dringend. “Weer vrijgezel,” zei
Anders. Hij schudde een keer met zijn hoofd. “Je wil het niet weten,” zei hij.
“Want?” vroeg Miep. “Het is twee maande geleden uitgegaan met….” Anders keek
vooral lullig. “Klara,” vulde Miep aan. Anders knikte en deed een poging te
glimlachen. “Ze heeft je vast getroost na mijn hufterige briefje.” “Inderdaad,”
zei Anders. “En met overgave,” voegde hij er met een ironisch lachje aan toe. “Dat
hoef ik niet weten,” snauwde Miep. “En jij?” vroeg Anders. “Gescheiden,” zei
Miep, “en na jou, arrogante lul, nooit meer de ware kunnen vinden.” Er werd op
de deur geklopt. Mieps collega Esther stak haar hoofd om de deur. “We willen
toch wel graag weten of jullie nog leven,” zei ze met een grijns, “en Marjon
durft zich niet meer te laten zien.” Anders keek haar verbaasd aan. “Je lacht
er misschien om, maar Marjon zit in haar kantoor en wil er niet meer uit
komen.” Het was wel duidelijk dat Esther het voor alles een giller vond. “Ik
lach helemaal niet,” zei Anders droog. “Wat moet ik haar wel zeggen?” vroeg
Esther. “Iedereen denkt dat jullie elkaar hebben vermoord.” “Zeg maar dat Miep
en ik..” “Mira,” snauwde Miep. “Zeg maar dat Mira en ik een ander gaan
bespreken bij een etentje.” “Wat romantisch,” zei Esther, “liefde opgebloeid in
bibliotheek.” “Nou wegwezen,” snauwde
Miep. “Je speelt met je leven.” Esther vertrok giebelend. Miep hoorde voor ze
de deur weer sloot, dat ze haar toegestroomde collega’s op de hoogte bracht van de laatste
ontwikkelingen en dreigementen. “Nou moet die klote school wel zaken met ons
gaan doen,” zei Miep, “anders raak ik mijn baan kwijt.” Anders knikte. “Er zit
inderdaad niets anders op.”
Tijdens het eten hoorde Miep van
Anders dat Klara hem inderdaad en overtuigend had getroost, maar dat ze hem na
haar studie had ingeruild voor een beginnende directeur van Unilever en dat ze
met deze man naar Zuid-Amerika was vertrokken. “Goed zo,” zei Miep, “je
verdient niet beter.” In de afgelopen twee jaar was er wel het nodige veranderd
in Anders’ kamer. Er stond inmiddels een televisie. Een deel van de boeken was
verdwenen. “Kijk,” zei Anders. Hij liet het boek en de afgescheurde kaft zien.
“Je hebt het bewaard,” zei Miep vertederd. Miep en Anders tastten elkaar
voorzichtig af. Anders streelde Miep heel voorzichtig en onder zijn bekwame
handen ontdooide Miep toch weer een beetje. De ongenaakbare Mira werd weer
langzamerhand de oude bijna verlegen Miep. Ze voelde hoe haar pantser van haar
afgleed. Als een vlinder kroop ze uit haar cocon. Anders stopte met strelen.
Hij kleedde Miep langzaam uit. Tot haar grote ergernis moest ze toegeven dat
hij de afgelopen twee jaar wel wat had bijgeleerd. Nadat Anders haar had
uitgekleed boeide hij haar polsen achter op haar rug. Zijn linkerhand gleed
langs haar schaamstreek. Anders kuste Miep op de mond. Daarna deed hij Miep een
blinddoek om. Een knevel in haar mond maakte
haar helemaal hulpeloos en vreselijk nat. Anders’ vingers drongen wederom diep
in haar vagina door. Miep kreunde terwijl Anders’ vinger steeds sneller heen en
weer gingen. Hij legde haar op bed, duwde haar benen uit elkaar. Met een stoot
zat zijn penis tot aan de wortel in haar vagina. Na al die tijd ontplofte Miep.
Ze bleef voor bijna dood liggen terwijl Anders bijna verbeten door bleef
stoten. Toen hij eindelijk kwam, voelde Miep alleen nog maar een natte brij. Ze
kon echt niet meer. Anders trok Miep voorzichtig van het bed af en drukte haar
op haar knieën. “Stil blijven zitten,” beval hij zonder stemverheffing. Miep
bleef geknield op de grond zitten. Ze dorst niet te bewegen. Ze voelde overal
zijn ogen op haar gericht. Ze hoorde hoe hij de televisie aanzette en haar
verder negeerde. Terwijl Miep daar zo zat, raakte ze in een soort trance. Ze
was zich hyperbewust van ieder geluid dat Anders maakte, maar ze dreef aan de
andere kant ook langzaam weg in grote roze droom. De slag op haar billen bracht
haar weer bij de les. “Wil je wat drinken?” vroeg Anders. Miep knikte; ze
stierf van de dorst. Ze hoorde dat Anders weg liep en na een korte tijd weer
terug kwam. Hij trok haar hoofd omhoog en maakte haar knevel los. Miep
probeerde een aantal grimassen te trekken om
haar gezicht te ontspannen. Ze tuitte haar mond, maar Anders kus bleef
uit, hoe ze er ook om bedelde. Hij duwde haar hoofd tussen haar knieën. Ze
voelde het bakje met water. “Drink,” beval hij. Miep probeerde uit het bakje te
drinken, maar dat was nog lang niet simpel. “Goed zo,” zei Anders mild. Hij
trok haar hoofd weer omhoog en kuste haar vluchtig op haar voorhoofd. Hij
negeerde haar bedelende mond opnieuw en deed haar knevel weer in. Ze jammerde
zachtjes, maar Anders ging blijkbaar verder met televisie kijken. Ze was als lucht voor hem.
Miep lag tegen Anders aan. “Ik
laat je nooit meer gaan,” zei ze. Anders kroop over haar heen. “Nee,” zei Miep.
“Ik ben nog helemaal beurs van de eerste keer. “ Haar verzet was futloos,
vooral ook, omdat er totaal geen overtuiging achter zat. . Ze liet zich door
Anders weer vastbinden aan het bed. “Nee,” zei ze nog, maar toen ze zijn penis
voelde die zijn weg zocht door haar vagina en langzaam naar binnen drong, kwam
ze niet verder dan wat geil gekreun. Die man was echt onverzadigbaar. De stoere
zelfstandige Mira had het deze avond afgelegd tegen de onderdanige Miep, die
alleen maar bij deze man wilde zijn. “Ik ben je slavin,” zei ze tegen Anders.
Hij kuste haar teder. “Dan moet ik voortaan voor je zorgen,” zei hij. Hij
speelde met haar borsten. Miep kreunde een beetje. “Waarom heet je tegenwoordig
eigenlijk Mira?” vroeg Anders. Tussen het kreunen door, vertelde Miep hoe ze
haar nieuwe leven na haar breuk met Anders vorm had gegeven. “Niet alleen mooi,
maar ook nog slim,” zei Anders. Miep glimlachte om het compliment. Zo voelde
geluk blijkbaar. “Weet je het verschil al tussen Frans en Engels?” vroeg Anders
plagerig. Miep probeerde hem te bijten, maar ze kon niet bij zijn gezicht
komen. “Voorzichtig,” zei hij. “Als ik weer een knevel in je mond moet doen,
ben je toch een stuk minder overtuigend.” Ze liet haar hoofd weer op het bed
vallen. “En jij?” vroeg ze. Anders had een hoop te vertellen. De Commune van de
Ster was uit elkaar gevallen toen Rogier was gaan samenwonen met zijn vriendin.
Anders en Klara hadden daarna voor zichzelf de benedenverdieping gereserveerd.
“We hebben het zelfs over kinderen gehad,” zei Anders met een wrang lachje. De
rest van het huis had Anders verhuurd aan een aantal studenten. “Aardige
kinderen hoor,” zei Anders, “maar toch voor alles kinderen.” Hij combineerde
zijn functie op school met de functie van directeur in zijn vaders
chocoladefabriek. “Dat kost me steeds meer tijd,” vertelde hij. “Mijn vader
wordt oud en mijn broer heeft er helemaal geen zin in.” “Mijn eigen Willy
Wonka,” zei Miep. “Ik ben knapper dan
Gene Wilder,” zei Anders zogenaamd verontwaardigd. “Maak je maar geen zorgen,”
zei Miep, “er wordt vast ooit nog weleens een nieuwe versie gemaakt met een acteur,
die wel aantrekkelijk is en daar wil je dan vast wel op lijken.” Anders keek
verongelijkt. “Eigenlijk was het een prima leven,” ging hij verder. “Op een
ding na.” “En wat was dan?” vroeg Miep. “Je vist naar complimentjes,” zei
Anders. Miep trok het pruillipje dat ze al heel lang niet meer had getrokken.
“Ik laat me hier volkomen door jou uitwonen en een aardig woordje kan er niet
af.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten