Het feestje was totaal anders
dan Miep had verwacht. Met een naam als Aert had ze een hockeyjongen verwacht,
maar in plaats daarvan was de gastheer gekleed in een spijkerbroek een lang
paars hemd uit India. Hij had een bijpassende kralenketting om. Hij stond in
het midden van de grote schitterend ingerichte huiskamer toen Miep en Anders
binnenkwamen. Het was onduidelijk of Aert hen wel zag, want hij bleef met
zachte stem staan praten. De andere
aanwezigen waren bijna allemaal ook wat alternatief, veel paars en zwart, gekleed.
De vrouwen vielen vooral op door hun wel zwartomrande ogen. Het gebral dat Miep
had verwacht, bestond in werkelijkheid uit een, hopelijk beschaafd, maar in
ieder geval zacht gemompel. “Ha,” zei Aert, die Miep en Anders nu op had gemerkt.
Anders stelde haar aan Aert voor. “Leuk dat jullie er zijn.” Hij gaf Miep een
hand en bekeek haar met grote interesse. Hij begroette haar niet zo zeer; hij
taxeerde haar, bedacht Miep zich. Ze had het idee dat ze geen geheimen voor
deze man had. Daarna begroette Aert Anders met grote hartelijkheid. “Leuk dat
je er bent,” zei hij. “Volgens mij ken je de meeste mensen wel. Trouwens, was
het leuk in de Ardennen?” “Absoluut,” zei Anders. Aert knikte mild goedkeurend.
“Absoluut moet het zijn,” zei hij. Voor het gesprek zich verder kon
ontwikkelen, kwamen er alweer nieuwe gasten binnen. “Wij pakken wel even wat te
drinken,” zei Anders. Aert maakte een verontschuldigend gebaar. “Heel leuk dat
je er bent Mira,” zei hij tegen haar. “Ik zie jullie dadelijk nog wel en dan
proberen we even bij te praten.”
“Ik had me dit totaal anders
voorgesteld,” vertelde Miep aan Anders. “Bij een naam als Aert verwacht je toch
veel eerder een hockeyjongen.” “Bijna goed,” antwoordde Anders. “Aert was bijna
geselecteerd voor de Olympische spelen in München, maar hij wilde zelf niet.
Hij kan, als hij dat wil, echt vreselijk goed hockeyen.” Miep wilde het graag
geloven, want ze vermoedde dat onder dat grote hemd uit India een sterk
afgetraind lichaam te vinden was. “Wat doet hij eigenlijk?” vroeg ze
geïnteresseerd. “Hij reist veel,” zei Anders. Hij komt veel in India en daar
bestudeert hij yoga. De rest van zijn tijd is hij in Nederland en geeft hij
yogales. “Die lessen leveren blijkbaar nogal wat op,” zei Miep. Anders keek
haar vragend aan. “Een huis als dit lijkt me duur,” zei ze. Anders schoot in de
lach. “Dit huis is helemaal niet van Aert,” zei hij. “Aert heeft een klein appartementje
ergens in Noord en natuurlijk zijn huisje in de Ardennen. Dit is het huis van
Dorinde. Als Aert in Nederland is, woont hij altijd bij Dorinde. Misschien kan
je beter zeggen dat hij hier resideert.” Miep vond het een verrassend, maar
vooral een sterk verhaal. “Waar is die Dorinde dan?” vroeg Miep wantrouwig.
Anders haalde zijn schouders op. “Geen idee,” zei hij. “Ze loopt hier vast wel
ergens rond. We zien haar zo wel. Ze is een beetje anders dan anderen. Je
onthoudt haar wel.” De rest van het
feestje werd veel gepraat over Krishnamurti, de grote of juiste kleine verschillen
tussen theosofen en antroposofen en de invloed van de Maharishi op de Beatles.
Miep beperkte zich tot knikken en vriendelijk glimlachen; dat had haar bij haar
revolutionaire vrienden van een paar jaar geleden ook altijd prima geholpen.
“Jij hebt een nieuw onderwerp om je in te lezen,” fluisterde Anders in haar
oor. “De bibliotheek is overal goed voor,” zei Miep lachend. Aert kwam gezellig
bij hen staan. “Bevalt het een beetje?” vroeg hij aan Miep. “Ja,” zei Miep,
“best wel.” “Best wel,” herhaalde Aert, maar hij reageerde daar verder niet op.
“Ik hoorde net dat jij yogalessen geeft,” zei Miep. “Klopt,” zei Aert, “als ik
terug ben uit India en als ik een geschikte ruimte kan vinden. Maar dit seizoen
in ieder geval.” “Waar?” vroeg Miep. “Hier,” antwoordde Aert. “Groot genoeg.”
Hij keek Anders aan met een blik van verstandhouding die Miep niet beviel.
Anders knikte een keer. “Het is hier inderdaad groot genoeg.” “Waar is de gastvrouw trouwens?” vroeg Miep.
“Ze zit vast,” zei Aert, “maar ze hoopt
nog te komen.” Anders nam Miep mee naar de tuin. Daar stonden een aantal andere
vrienden van hem. “Wat is er eigenlijk met al die Aksie Komités gebeurd?” vroeg
Miep toch een beetje verbaasd. Anders haalde zijn schouders op. “Toen ze er
achter kwamen dat de wereld niet zo gemakkelijk te redden was, en de redders
vaak net zulke onderdrukkers waren als hun voorgangers, zijn ze zichzelf gaan
redden.” “Wel zo praktisch,” stelde Miep vast. “Weet je,” zei Anders, “je kan
gemakkelijker zelf van naam veranderen, dan de wereld” Hij gaf Miep een kus om
de angel uit de opmerking te halen, maar Miep voelde zich er toch niet prettig
bij.
In de loop van de avond werd het
gezelschap langzaam kleiner. Uiteindelijk waren alleen Miep, Anders en Aert nog
over. Aert stond op. “Ik ben zo terug,” zei hij tegen Miep en Anders. “Wat gaat
hij doen?” vroeg Miep. Anders haalde zijn schouders op. Aert kwam binnen met
een mooie vrouw van begin veertig aan zijn arm. Ze liep wat moeilijk, maar Aert
ondersteunde haar zorgzaam. “Dit is Dorinde,” stelde Aert de vrouw voor.
Dorinde zelf zei niets, maar ging stil in een hoekje zitten. Miep wilde opstaan
om de vrouw een hand te geven, maar Anders hield haar met een handgebaar tegen.
“Laat haar maar even met rust,” zei Aert vriendelijk. “Dorinde moet even
bijkomen.” Dorinde zelf zat in de hoek alsof het haar allemaal niet aan ging.
“Willen jullie nog wat drinken?” vroeg Aert. Miep voelde zich wat ongemakkelijk
met de nog altijd zeer zwijgzame Dorinde in de hoek van de kamer en had het
liefst geweigerd, maar Anders wilde nog wel wat drinken. “Hoe waren de
Ardennen?” vroeg Aert. “Leuk,” zei Anders. “Ja,” vulde Miep aan, “erg leuk.”
“Leuk,” herhaalde Aert Mieps opmerking. Dat doet hij vaker, dacht Miep. Hij
herhaalt je woorden en kauwt er op. Hij kauwt er op tot hij iedere nuance van
je antwoord heeft geproefd. Hopelijk had hij dan nu wel geproefd dat Miep geen
zin had om met een wilvreemde man de details van haar bezoek in de Ardennen te
bespreken. “Leuk is goed,” zei Aert. Hij bleef even zwijgen of hij zijn eigen
antwoord nog eens overdacht. “Nog iets bijzonders gedaan?” vroeg hij daarna,
maar nu met de toon van iemand die gewoon naar een vakantie informeert.
“Eigenlijk niet,” zei Anders. “Veel gewandeld en een paar plaatjes bezocht. Wat
doet een mens zo in de Ardennen?” “Kanoën,” vulde Aert aan. “Dat, of
abseilen, maar met jouw hoogtevrees zie
ik dat laatste niet snel gebeuren.” Miep keek Anders geamuseerd aan. “Dat wist
ik helemaal niet,” zei ze. “Dat van die hoogtevrees.” Zo leerde ze toch iedere
keer iets. “Al jaren,” zei Anders, die er blijkbaar niet mee zat. “Al als hij
op een krant staat,” voegde Aert er aan toe. “Ja hoor,” zei Anders, “bijna.”
“Je hebt gelijk,” zei Aert genereus, “maar een telefoonboek wordt toch wel een
hele opgave voor mijn vriend Paul.” Dorinde begon opeens enige tekenen van
leven te vertonen. Ze ging iets verzitten en keek Aert vragend aan. “Het is
hier een rommeltje,” stelde Aert vast. “Dat heb je altijd na zo’n feestje. Ga alvast
maar opruimen.” Dorinde stond op en begon de asbakken en de glazen naar de
keuken te brengen. Miep wilde opstaan om te helpen. “Nee hoor,” zei Aert.
“Dorinde doet het graag en ze wordt alleen maar zenuwachtig als iemand dingen
van haar opbergt.” Het geheel had iets ongemakkelijks. “Okay,” zei Miep en ze
bleef maar zitten. De rest van de avond praatten vooral Aert en Anders over
koetjes en kalfjes. Miep zei niet veel; ze keek vooral iedere keer naar
Dorinde, die zeer zwijgzaam bezig was de kamer op te ruimen. Toen ze daarmee
klaar was, keek ze vragend naar Aert. Hij gebaarde dat ze weer kon gaan zitten.
Miep voelde zich doodongelukkig onder de situatie en was blij toen ze eindelijk
naar huis gingen.
“Dat is echt het raarste stel,
dat ik ooit heb gezien,” zei Miep toen ze samen met Anders in de auto zat op
weg naar huis. “Waarom?” vroeg Anders. “Die vrouw laat zich in haar eigen huis
behandelen als een voetveeg.” “Dat kan je inderdaad beter in een andermans huis laten doen,” zei
Anders lachend. “Als je dit ooit bij mij zou flikken,” zei Miep. “Wat dan?”
vroeg Anders geamuseerd. “Ik geloof dat ik je zou vermoorden,” zei Miep. “Vast
niet,” zei Anders. “Ik zou echt heel erg boos op je zijn” stelde Miep haar
standpunt een beetje bij. “Ze was net thuis en ze werd gelijk aan het werk
gezet.” Wat ze precies had gezegd dat zo vreselijk grappig was, wist ze niet,
maar Anders bleef er bijna in. “Lieverd,” zei hij. “Waar dacht je eigenlijk dat
gedurende de avond onze Dorinde was?” ”Weet ik veel,” zei Miep geërgerd door
Anders’ neerbuigende houding. “Ze zat ergens vast in het verkeer.” Anders deed
oprecht zijn best om de grijns van zijn gezicht te poetsen. “Dat zei Aert
niet,” zei Anders weer iets serieuzer. “Hij vertelde alleen maar dat ze vast
zat.” “Waar was ze dan?” “Geloof me,” zei Anders. “Dorinde lag waarschijnlijk
naakt en vastgebonden in de kelder en laten we eerlijk zijn; dan zit je ook erg
vast.” Mieps ogen werden groot van verbazing. “Terwijl er boven in haar eigen
huis een feestjes werd gevierd?” “Natuurlijk,” zei Anders, “en Aert was nu nog
in een goede bui. Daarom mocht ze er nog even bij zijn.” “Waarom gaat ze niet
naar de politie of een blijf-van-mijn-lijf huis?” vroeg Miep. “Waarom?” Nu was
Anders oprecht verbaasd. Miep zei niets meer. Het was voor haar allemaal zo
vreselijk duidelijk en dan vroeg Anders zoiets doms. “Aert zit drie maanden per
jaar in India. In die tijd zou ze een ander slot op de deur kunnen zetten,
twintig keer naar de politie kunnen gaan en een legertje advocaten achter Aert
aan kunnen sturen, maar na die drie
maanden smeekt ze letterlijk of hij weer bij haar komt wonen.” Miep was
geschokt. “Dorinde heeft geld zat. In die drie maanden dat Aert er niet is, is
ze ook uitstekend in staat om haar zaken te regelen, maar als Aert er wel is,
is ze zijn wel zeer nederige dienares. Daar kiest ze zelf voor.”
“Maar dan is zij eigenlijk de
baas,” stelde Miep tevreden vast. “Haal je maar niets in je hoofd,” zei Anders
lachend. “Ten eerste heb jij geen trustfonds, zoals Dorinde, en daarnaast vergeet
je dat Dorinde volkomen verslaafd is aan Aert. En hij is slim, onze Aert, door
steeds een paar maanden weg te gaan, weet hij de verslaving optimaal in stand
te houden. Aert heeft haar nodig en daarom weet Dorinde dat hij altijd weer
terug bij haar zal komen, maar zij zou zich ook geen raad weten als Aert er
niet meer was.” Miep moeste het even op
zich in laten werken. “Is hij wreed tegen haar?” vroeg Miep nu toch wel
enigszins onder de indruk was. Anders lachte even schamper. “Bij hem
vergeleken, ben ik een zachtgekookt ei. Daarom geeft Dorinde ook de voorkeur
aan Aert.” “Ik vind je gruwelijk genoeg,” zei Miep snel. Voor hetzelfde gemak
vond Anders dat hij nog iets moest bewijzen en daar zag zij dan weer erg
tegenop. “Ik dacht helemaal niet aan mezelf,” zei Anders een beetje
geïrriteerd. Miep wilde het graag geloven, maar ze was toch blij dat ze het had
gezegd. “Het is ook gemakkelijk voor Aert,” vervolgde Anders zijn verhaal. “Hij
profiteert wel van Dorinde, maar volgens mij houdt hij niet van haar. Voor hem
is het een bijna zakelijke overeenkomst.” “En zij?” Anders haalde zijn
schouders op. “Zeg jij het maar? Wat is het verschil tussen liefde en een
verslaving?” Miep wilde een tegenwerping maken, maar nu ze er voor het eerst
van haar leven goed over nadacht, wist ze het antwoord eigenlijk ook niet.
Hield ze van Anders? Ze dacht van wel.
Maar als ze er aan dacht dat ze hem zou missen, raakte ze net zo in paniek als
vroeger haar vader deed wanneer zijn sigaretten op waren. Het zette haar aan
het denken. Om haar eigen gedachtestroom te onderbreken, was het gemakkelijker
om je op anderen te richten. “Een vreemde relatie,” zei ze. “Ach,” zei Anders.
“Voor hen werkt het prima. Ze zijn al jaren bij elkaar.” Hij was er allemaal
veel minder van onder de indruk dan Miep. “Ja,” zei Miep. “Dat is logisch; als
het benauwend wordt, gaat hij weg.”
“Dat is hun keuze,” zei Anders.
“Ik wil jou ook om heen hebben als het moeilijk wordt,” Miep, “sterker
nog: juist als het moeilijk wordt.” Anders gaf haar een kus. “Dorinde heeft
zoveel geld dat het leven voor haar niet snel moeilijk wordt. Ze is als kind
echt ontzettend verwend en misschien wil ze het nu nog steeds goed maken. Ik
heb echt geen idee.”
“Hebben al jouw vriendjes en
vriendinnetjes zoveel geld?” vroeg Miep misprijzend. “Sommigen wel,” zei
Anders. “Aert heeft geen geld, maar dat vind jij een profiteur.” Hij keek Miep
een beetje uitdagend aan. “Vind je mij eigenlijk een profiteur?” vroeg Miep aan
Anders. “Ik heb ook geen geld.” “Nou,” antwoordde hij ironisch, “zo heb ik het
eigenlijk nog nooit zo bekeken, maar nu je het zo stelt.”
“Ik ben serieus,” zei Miep. “Als
je het niet erg vindt, ga ik op zulke stomme vragen niet eens in,” zei Anders. Het
was natuurlijk weer typisch zo’n ingewikkelde Anders manier om iets te zeggen,
maar Miep had het idee dat ze met dit antwoord wel kon leven.
Miep zag wel erg op tegen het eerste
bezoek van Aert en Dorinde. “waar praten we dan over?” vroeg ze aan Anders.
“Waar praten we nou anders over?” vroeg hij. Miep vond dat geen antwoord.
“Normaal weet je dat allebei de aanwezigen hun mond open doen.” Anders begreep
wel dat Miep meer tegen dit bezoek dan tegen een ander bezoek opzag. ‘Het is
wel vaak lekker rustig,” zei hij praktisch. “Misschien moet ik jou ook maar
verbieden om je mond open te doen.” Miep keek hem vuil aan. “Ik vind het wel
een prettige gedachte, dat jij ook gewoon eens je mond houdt.” Soms vond Anders
zichzelf zo leuk en soms (altijd zo rond diezelfde tijd) had Miep dan zo’n vreselijke
hekel aan hem.
Nadat Miep niet echt wijzer was
geworden van Anders, besloot ze er zelf
maar het beste van te maken. Ze was in ieder geval vastbesloten om zich niet de
mond te laten snoeren. Zeker niet letterlijk, zoals die Dorinde wel had gedaan.
Blijkbaar was het Dorindes eigen keuze, maar Miep vond het moeilijk te volgen.
Het viel trouwens allemaal vreselijk mee. Aert was vriendelijk, maar wat
gereserveerd en Dorinde, die blijkbaar toestemming had om gewoon mee te praten,
praatte vrolijk mee. Dorinde vertelde hoe ze met Aert naar Italië was geweest
en hoe mooi het was geweest in Venetië. Miep kende gelukkig geen enkel duur
hotel en ze was dan ook hoegenaamd niet onder de indruk, terwijl Dorinde
onverstoorbaar door ging met het vermelden in welk hotel in welke Italiaanse
stad ze nu weer hadden geslapen. Daarbij had ze een voorliefde voor het met
veel klemtonen uitspreken van de namen van de hotels, die in Italië merkwaardig
genoeg altijd een Engelse naam hadden. Miep begon zo langzamerhand te wensen, dat Dorinde niet had mogen praten.
Het had de conversatie zeker niet minder aangenaam gemaakt. Misschien was het
haar manier om met de situatie om te gaan. Ieder duur Italiaans hotel was door
haar en van haar geld betaald en daar kon Aert met al het overwicht dat hij
verder op deze vrouw had, niets aan veranderen. Aert vertelde van zijn kant
vooral over zijn yoga-school en dat hij toch weer iedere keer met nieuwe dingen
uit India terug kwam. Anders had het waarschijnlijk allemaal al een keer
gehoord, want Miep kende hem inmiddels goed genoeg om te zien dat hij met open
ogen zat te slapen. Miep van haar kant, hield ook haar mond, niet omdat het
moest van wie dan ook, maar omdat het razend interessant was. Aan de ene kant
probeerde Dorinde door misplaatste name dropping iets te zeggen en aan de
andere kant was Aert inderdaad een razend boeiende man. Hij had iets; Miep had
geen idee wat, maar het was er overduidelijk wel en ondanks Anders’
aanwezigheid voelde ze het wel, en dwars door haar kleren heen. Ze was eigenlijk
blij dat Anders er bij was. Hij was haar anker deze avond. Miep voelde Aerts
magnetisme bijna door de eettafel heen. Het was nog erger dat Aert zich ook nog
bewust was van zijn aantrekkingskracht
op Miep. Terwijl Aert een aantal ademhalingoefeningen voor deed, zat
Anders echt bijna te slapen, maar Miep merkte dat ze bijna ongemerkt het
rustige ademhalingsritme van Aert overnam. “Als de ademhaling gelijk loopt,
loopt het hart ook gelijk,” zei Aert in het algemeen, maar eigenlijk alleen
tegen Miep. Ze had het idee dat Dorinde iets alerts kreeg. “Volgens mij heb je
aanleg voor yoga,” zei Aert. “Waarom kom je niet een keer proefles volgen?’’
“Nou,” zei Miep. “Dat weet ik nog niet zo.”
“Denk er over na,” zei Aert.
Dorinde was inmiddels klaarwakker. Anders lodderde wat rustig voor zich uit. Nu
Aert had gekregen waar hij blijkbaar op uit was geweest, liet hij Dorinde met
nog meer fanatisme vertellen dat Aert het allemaal van haar geld deed. Bijna
verbeten volgde de naam van het ene dure hotel op het andere. Het was alleen
jammer dat het publiek inmiddels allemaal vredig zijn eigen gedachten volgde. Miep
kon zich echt heel veel bij een yoga les van Aert voorstellen, maar het had
allemaal niet veel yoga te maken.
Het afscheid was
allerhartelijkst. Anders en Miep zwaaiden Aert en Dorinde uit tot de auto om de
hoek van de straat was verdwenen. Anders sloeg zijn armen om haar heen. Hij
drukte haar tegen zich aan. Met dezelfde wat lodderige blok, die hij al de hele
avond was, zei hij: “Wat er ook gebeurt;
jij gaat natuurlijk helemaal niet naar de yogalessen van die clown.” Anders
lachte een keertje. “Onbeleerbaar die jongen, echt onbeleerbaar.”Het viel Miep
op dat Anders’blik niet eens anders was geworden. “Hoe bedoel je?” vroeg Miep
zo onschuldig mogelijk, maar ze voelde zich rood worden tot in haar nek. “Aert
heeft radar,” zei Anders. “Dat moet ik hem dan weer toegeven. Hij weet heel
goed waar jij gevoelig voor bent.
Dorinde weet dat trouwens ook. Die kreeg steeds meer de pest in.”
”Nou,” zei Miep en ze hoopte
maar dat het geloofwaardig klonk. Anders lachte een beetje schamper. “En jij
hebt natuurlijk helemaal niets gemerkt.” Miep bleef er bijna in. “Nou ja,” zei
ze, “ik vond hem soms wel een beetje opdringerig, maar verder niet echt
eigenlijk” Het was een zo doorzichtige leugen dat Anders hem volkomen negeerde.
“Opdringerig,” deed hij Miep overtuigend na. Miep keek Anders schuldbewust aan.
Het gemak waarmee ze ooit Rinus en Jarno had gedumpt en Henk bedrogen, ontbrak
bij Anders totaal en heel soms was dat jammer. Ze voelde zich hartstikke
schuldig tegenover Anders over de aantrekkingskracht die Aert op haar had met
zijn gladde praatjes over verlichting en yoga met zijn India hemd aan. Aan de
andere kant kon Miep, die aantrekkingskracht ook niet ontkennen. Misschien kon
ze een keer bij een yoga les gaan kijken. Alleen maar uit interesse, in de yoga
natuurlijk. Miep gaf Anders een kus. “Natuurlijk ga ik niet,” zei ze, maar ze betwijfelde sterk of Anders
haar geloofde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten