dinsdag 6 januari 2015

Miep XX (44.000 Woorden II)

Het feestje was totaal anders dan Miep had verwacht. Met een naam als Aert had ze een hockeyjongen verwacht, maar in plaats daarvan was de gastheer gekleed in een spijkerbroek een lang paars hemd uit India. Hij had een bijpassende kralenketting om. Hij stond in het midden van de grote schitterend ingerichte huiskamer toen Miep en Anders binnenkwamen. Het was onduidelijk of Aert hen wel zag, want hij bleef met zachte stem staan praten.  De andere aanwezigen waren bijna allemaal ook wat alternatief, veel paars en zwart, gekleed. De vrouwen vielen vooral op door hun wel zwartomrande ogen. Het gebral dat Miep had verwacht, bestond in werkelijkheid uit een, hopelijk beschaafd, maar in ieder geval zacht gemompel. “Ha,” zei Aert, die Miep en Anders nu op had gemerkt. Anders stelde haar aan Aert voor. “Leuk dat jullie er zijn.” Hij gaf Miep een hand en bekeek haar met grote interesse. Hij begroette haar niet zo zeer; hij taxeerde haar, bedacht Miep zich. Ze had het idee dat ze geen geheimen voor deze man had. Daarna begroette Aert Anders met grote hartelijkheid. “Leuk dat je er bent,” zei hij. “Volgens mij ken je de meeste mensen wel. Trouwens, was het leuk in de Ardennen?” “Absoluut,” zei Anders. Aert knikte mild goedkeurend. “Absoluut moet het zijn,” zei hij. Voor het gesprek zich verder kon ontwikkelen, kwamen er alweer nieuwe gasten binnen. “Wij pakken wel even wat te drinken,” zei Anders. Aert maakte een verontschuldigend gebaar. “Heel leuk dat je er bent Mira,” zei hij tegen haar. “Ik zie jullie dadelijk nog wel en dan proberen we even bij te praten.”

“Ik had me dit totaal anders voorgesteld,” vertelde Miep aan Anders. “Bij een naam als Aert verwacht je toch veel eerder een hockeyjongen.” “Bijna goed,” antwoordde Anders. “Aert was bijna geselecteerd voor de Olympische spelen in München, maar hij wilde zelf niet. Hij kan, als hij dat wil, echt vreselijk goed hockeyen.” Miep wilde het graag geloven, want ze vermoedde dat onder dat grote hemd uit India een sterk afgetraind lichaam te vinden was. “Wat doet hij eigenlijk?” vroeg ze geïnteresseerd. “Hij reist veel,” zei Anders. Hij komt veel in India en daar bestudeert hij yoga. De rest van zijn tijd is hij in Nederland en geeft hij yogales. “Die lessen leveren blijkbaar nogal wat op,” zei Miep. Anders keek haar vragend aan. “Een huis als dit lijkt me duur,” zei ze. Anders schoot in de lach. “Dit huis is helemaal niet van Aert,” zei hij. “Aert heeft een klein appartementje ergens in Noord en natuurlijk zijn huisje in de Ardennen. Dit is het huis van Dorinde. Als Aert in Nederland is, woont hij altijd bij Dorinde. Misschien kan je beter zeggen dat hij hier resideert.” Miep vond het een verrassend, maar vooral een sterk verhaal. “Waar is die Dorinde dan?” vroeg Miep wantrouwig. Anders haalde zijn schouders op. “Geen idee,” zei hij. “Ze loopt hier vast wel ergens rond. We zien haar zo wel. Ze is een beetje anders dan anderen. Je onthoudt haar wel.”  De rest van het feestje werd veel gepraat over Krishnamurti, de grote of juiste kleine verschillen tussen theosofen en antroposofen en de invloed van de Maharishi op de Beatles. Miep beperkte zich tot knikken en vriendelijk glimlachen; dat had haar bij haar revolutionaire vrienden van een paar jaar geleden ook altijd prima geholpen. “Jij hebt een nieuw onderwerp om je in te lezen,” fluisterde Anders in haar oor. “De bibliotheek is overal goed voor,” zei Miep lachend. Aert kwam gezellig bij hen staan. “Bevalt het een beetje?” vroeg hij aan Miep. “Ja,” zei Miep, “best wel.” “Best wel,” herhaalde Aert, maar hij reageerde daar verder niet op. “Ik hoorde net dat jij yogalessen geeft,” zei Miep. “Klopt,” zei Aert, “als ik terug ben uit India en als ik een geschikte ruimte kan vinden. Maar dit seizoen in ieder geval.” “Waar?” vroeg Miep. “Hier,” antwoordde Aert. “Groot genoeg.” Hij keek Anders aan met een blik van verstandhouding die Miep niet beviel. Anders knikte een keer. “Het is hier inderdaad groot genoeg.”  “Waar is de gastvrouw trouwens?” vroeg Miep. “Ze zit vast,” zei Aert,  “maar ze hoopt nog te komen.” Anders nam Miep mee naar de tuin. Daar stonden een aantal andere vrienden van hem. “Wat is er eigenlijk met al die Aksie Komités gebeurd?” vroeg Miep toch een beetje verbaasd. Anders haalde zijn schouders op. “Toen ze er achter kwamen dat de wereld niet zo gemakkelijk te redden was, en de redders vaak net zulke onderdrukkers waren als hun voorgangers, zijn ze zichzelf gaan redden.” “Wel zo praktisch,” stelde Miep vast. “Weet je,” zei Anders, “je kan gemakkelijker zelf van naam veranderen, dan de wereld” Hij gaf Miep een kus om de angel uit de opmerking te halen, maar Miep voelde zich er toch niet prettig bij.

In de loop van de avond werd het gezelschap langzaam kleiner. Uiteindelijk waren alleen Miep, Anders en Aert nog over. Aert stond op. “Ik ben zo terug,” zei hij tegen Miep en Anders. “Wat gaat hij doen?” vroeg Miep. Anders haalde zijn schouders op. Aert kwam binnen met een mooie vrouw van begin veertig aan zijn arm. Ze liep wat moeilijk, maar Aert ondersteunde haar zorgzaam. “Dit is Dorinde,” stelde Aert de vrouw voor. Dorinde zelf zei niets, maar ging stil in een hoekje zitten. Miep wilde opstaan om de vrouw een hand te geven, maar Anders hield haar met een handgebaar tegen. “Laat haar maar even met rust,” zei Aert vriendelijk. “Dorinde moet even bijkomen.” Dorinde zelf zat in de hoek alsof het haar allemaal niet aan ging. “Willen jullie nog wat drinken?” vroeg Aert. Miep voelde zich wat ongemakkelijk met de nog altijd zeer zwijgzame Dorinde in de hoek van de kamer en had het liefst geweigerd, maar Anders wilde nog wel wat drinken. “Hoe waren de Ardennen?” vroeg Aert. “Leuk,” zei Anders. “Ja,” vulde Miep aan, “erg leuk.” “Leuk,” herhaalde Aert Mieps opmerking. Dat doet hij vaker, dacht Miep. Hij herhaalt je woorden en kauwt er op. Hij kauwt er op tot hij iedere nuance van je antwoord heeft geproefd. Hopelijk had hij dan nu wel geproefd dat Miep geen zin had om met een wilvreemde man de details van haar bezoek in de Ardennen te bespreken. “Leuk is goed,” zei Aert. Hij bleef even zwijgen of hij zijn eigen antwoord nog eens overdacht. “Nog iets bijzonders gedaan?” vroeg hij daarna, maar nu met de toon van iemand die gewoon naar een vakantie informeert. “Eigenlijk niet,” zei Anders. “Veel gewandeld en een paar plaatjes bezocht. Wat doet een mens zo in de Ardennen?” “Kanoën,” vulde Aert aan. “Dat, of abseilen,  maar met jouw hoogtevrees zie ik dat laatste niet snel gebeuren.” Miep keek Anders geamuseerd aan. “Dat wist ik helemaal niet,” zei ze. “Dat van die hoogtevrees.” Zo leerde ze toch iedere keer iets. “Al jaren,” zei Anders, die er blijkbaar niet mee zat. “Al als hij op een krant staat,” voegde Aert er aan toe. “Ja hoor,” zei Anders, “bijna.” “Je hebt gelijk,” zei Aert genereus, “maar een telefoonboek wordt toch wel een hele opgave voor mijn vriend Paul.” Dorinde begon opeens enige tekenen van leven te vertonen. Ze ging iets verzitten en keek Aert vragend aan. “Het is hier een rommeltje,” stelde Aert vast. “Dat heb je altijd na zo’n feestje. Ga alvast maar opruimen.” Dorinde stond op en begon de asbakken en de glazen naar de keuken te brengen. Miep wilde opstaan om te helpen. “Nee hoor,” zei Aert. “Dorinde doet het graag en ze wordt alleen maar zenuwachtig als iemand dingen van haar opbergt.” Het geheel had iets ongemakkelijks. “Okay,” zei Miep en ze bleef maar zitten. De rest van de avond praatten vooral Aert en Anders over koetjes en kalfjes. Miep zei niet veel; ze keek vooral iedere keer naar Dorinde, die zeer zwijgzaam bezig was de kamer op te ruimen. Toen ze daarmee klaar was, keek ze vragend naar Aert. Hij gebaarde dat ze weer kon gaan zitten. Miep voelde zich doodongelukkig onder de situatie en was blij toen ze eindelijk naar huis gingen.

“Dat is echt het raarste stel, dat ik ooit heb gezien,” zei Miep toen ze samen met Anders in de auto zat op weg naar huis. “Waarom?” vroeg Anders. “Die vrouw laat zich in haar eigen huis behandelen als een voetveeg.” “Dat kan je inderdaad  beter in een andermans huis laten doen,” zei Anders lachend. “Als je dit ooit bij mij zou flikken,” zei Miep. “Wat dan?” vroeg Anders geamuseerd. “Ik geloof dat ik je zou vermoorden,” zei Miep. “Vast niet,” zei Anders. “Ik zou echt heel erg boos op je zijn” stelde Miep haar standpunt een beetje bij. “Ze was net thuis en ze werd gelijk aan het werk gezet.” Wat ze precies had gezegd dat zo vreselijk grappig was, wist ze niet, maar Anders bleef er bijna in. “Lieverd,” zei hij. “Waar dacht je eigenlijk dat gedurende de avond onze Dorinde was?” ”Weet ik veel,” zei Miep geërgerd door Anders’ neerbuigende houding. “Ze zat ergens vast in het verkeer.” Anders deed oprecht zijn best om de grijns van zijn gezicht te poetsen. “Dat zei Aert niet,” zei Anders weer iets serieuzer. “Hij vertelde alleen maar dat ze vast zat.” “Waar was ze dan?” “Geloof me,” zei Anders. “Dorinde lag waarschijnlijk naakt en vastgebonden in de kelder en laten we eerlijk zijn; dan zit je ook erg vast.” Mieps ogen werden groot van verbazing. “Terwijl er boven in haar eigen huis een feestjes werd gevierd?” “Natuurlijk,” zei Anders, “en Aert was nu nog in een goede bui. Daarom mocht ze er nog even bij zijn.” “Waarom gaat ze niet naar de politie of een blijf-van-mijn-lijf huis?” vroeg Miep. “Waarom?” Nu was Anders oprecht verbaasd. Miep zei niets meer. Het was voor haar allemaal zo vreselijk duidelijk en dan vroeg Anders zoiets doms. “Aert zit drie maanden per jaar in India. In die tijd zou ze een ander slot op de deur kunnen zetten, twintig keer naar de politie kunnen gaan en een legertje advocaten achter Aert aan kunnen  sturen, maar na die drie maanden smeekt ze letterlijk of hij weer bij haar komt wonen.” Miep was geschokt. “Dorinde heeft geld zat. In die drie maanden dat Aert er niet is, is ze ook uitstekend in staat om haar zaken te regelen, maar als Aert er wel is, is ze zijn wel zeer nederige dienares. Daar kiest ze zelf voor.”

“Maar dan is zij eigenlijk de baas,” stelde Miep tevreden vast. “Haal je maar niets in je hoofd,” zei Anders lachend. “Ten eerste heb jij geen trustfonds, zoals Dorinde, en daarnaast vergeet je dat Dorinde volkomen verslaafd is aan Aert. En hij is slim, onze Aert, door steeds een paar maanden weg te gaan, weet hij de verslaving optimaal in stand te houden. Aert heeft haar nodig en daarom weet Dorinde dat hij altijd weer terug bij haar zal komen, maar zij zou zich ook geen raad weten als Aert er niet meer was.”  Miep moeste het even op zich in laten werken. “Is hij wreed tegen haar?” vroeg Miep nu toch wel enigszins onder de indruk was. Anders lachte even schamper. “Bij hem vergeleken, ben ik een zachtgekookt ei. Daarom geeft Dorinde ook de voorkeur aan Aert.” “Ik vind je gruwelijk genoeg,” zei Miep snel. Voor hetzelfde gemak vond Anders dat hij nog iets moest bewijzen en daar zag zij dan weer erg tegenop. “Ik dacht helemaal niet aan mezelf,” zei Anders een beetje geïrriteerd. Miep wilde het graag geloven, maar ze was toch blij dat ze het had gezegd. “Het is ook gemakkelijk voor Aert,” vervolgde Anders zijn verhaal. “Hij profiteert wel van Dorinde, maar volgens mij houdt hij niet van haar. Voor hem is het een bijna zakelijke overeenkomst.” “En zij?” Anders haalde zijn schouders op. “Zeg jij het maar? Wat is het verschil tussen liefde en een verslaving?” Miep wilde een tegenwerping maken, maar nu ze er voor het eerst van haar leven goed over nadacht, wist ze het antwoord eigenlijk ook niet. Hield ze van Anders?  Ze dacht van wel. Maar als ze er aan dacht dat ze hem zou missen, raakte ze net zo in paniek als vroeger haar vader deed wanneer zijn sigaretten op waren. Het zette haar aan het denken. Om haar eigen gedachtestroom te onderbreken, was het gemakkelijker om je op anderen te richten. “Een vreemde relatie,” zei ze. “Ach,” zei Anders. “Voor hen werkt het prima. Ze zijn al jaren bij elkaar.” Hij was er allemaal veel minder van onder de indruk dan Miep. “Ja,” zei Miep. “Dat is logisch; als het benauwend wordt, gaat hij weg.”

“Dat is hun keuze,” zei Anders. “Ik wil jou ook om heen hebben als het moeilijk wordt,”  Miep,  “sterker nog: juist als het moeilijk wordt.” Anders gaf haar een kus. “Dorinde heeft zoveel geld dat het leven voor haar niet snel moeilijk wordt. Ze is als kind echt ontzettend verwend en misschien wil ze het nu nog steeds goed maken. Ik heb echt geen idee.”

“Hebben al jouw vriendjes en vriendinnetjes zoveel geld?” vroeg Miep misprijzend. “Sommigen wel,” zei Anders. “Aert heeft geen geld, maar dat vind jij een profiteur.” Hij keek Miep een beetje uitdagend aan. “Vind je mij eigenlijk een profiteur?” vroeg Miep aan Anders. “Ik heb ook geen geld.” “Nou,” antwoordde hij ironisch, “zo heb ik het eigenlijk nog nooit zo bekeken, maar nu je het zo stelt.”

“Ik ben serieus,” zei Miep. “Als je het niet erg vindt, ga ik op zulke stomme vragen niet eens in,” zei Anders. Het was natuurlijk weer typisch zo’n ingewikkelde Anders manier om iets te zeggen, maar Miep had het idee dat ze met dit antwoord wel kon leven.

Miep zag wel erg op tegen het eerste bezoek van Aert en Dorinde. “waar praten we dan over?” vroeg ze aan Anders. “Waar praten we nou anders over?” vroeg hij. Miep vond dat geen antwoord. “Normaal weet je dat allebei de aanwezigen hun mond open doen.” Anders begreep wel dat Miep meer tegen dit bezoek dan tegen een ander bezoek opzag. ‘Het is wel vaak lekker rustig,” zei hij praktisch. “Misschien moet ik jou ook maar verbieden om je mond open te doen.” Miep keek hem vuil aan. “Ik vind het wel een prettige gedachte, dat jij ook gewoon eens je mond houdt.” Soms vond Anders zichzelf zo leuk en soms (altijd zo rond diezelfde tijd) had Miep dan zo’n vreselijke hekel aan hem.  

Nadat Miep niet echt wijzer was geworden van Anders,  besloot ze er zelf maar het beste van te maken. Ze was in ieder geval vastbesloten om zich niet de mond te laten snoeren. Zeker niet letterlijk, zoals die Dorinde wel had gedaan. Blijkbaar was het Dorindes eigen keuze, maar Miep vond het moeilijk te volgen. Het viel trouwens allemaal vreselijk mee. Aert was vriendelijk, maar wat gereserveerd en Dorinde, die blijkbaar toestemming had om gewoon mee te praten, praatte vrolijk mee. Dorinde vertelde hoe ze met Aert naar Italië was geweest en hoe mooi het was geweest in Venetië. Miep kende gelukkig geen enkel duur hotel en ze was dan ook hoegenaamd niet onder de indruk, terwijl Dorinde onverstoorbaar door ging met het vermelden in welk hotel in welke Italiaanse stad ze nu weer hadden geslapen. Daarbij had ze een voorliefde voor het met veel klemtonen uitspreken van de namen van de hotels, die in Italië merkwaardig genoeg altijd een Engelse naam hadden. Miep begon zo langzamerhand  te wensen, dat Dorinde niet had mogen praten. Het had de conversatie zeker niet minder aangenaam gemaakt. Misschien was het haar manier om met de situatie om te gaan. Ieder duur Italiaans hotel was door haar en van haar geld betaald en daar kon Aert met al het overwicht dat hij verder op deze vrouw had, niets aan veranderen. Aert vertelde van zijn kant vooral over zijn yoga-school en dat hij toch weer iedere keer met nieuwe dingen uit India terug kwam. Anders had het waarschijnlijk allemaal al een keer gehoord, want Miep kende hem inmiddels goed genoeg om te zien dat hij met open ogen zat te slapen. Miep van haar kant, hield ook haar mond, niet omdat het moest van wie dan ook, maar omdat het razend interessant was. Aan de ene kant probeerde Dorinde door misplaatste name dropping iets te zeggen en aan de andere kant was Aert inderdaad een razend boeiende man. Hij had iets; Miep had geen idee wat, maar het was er overduidelijk wel en ondanks Anders’ aanwezigheid voelde ze het wel, en dwars door haar kleren heen. Ze was eigenlijk blij dat Anders er bij was. Hij was haar anker deze avond. Miep voelde Aerts magnetisme bijna door de eettafel heen. Het was nog erger dat Aert zich ook nog bewust was van zijn aantrekkingskracht  op Miep. Terwijl Aert een aantal ademhalingoefeningen voor deed, zat Anders echt bijna te slapen, maar Miep merkte dat ze bijna ongemerkt het rustige ademhalingsritme van Aert overnam. “Als de ademhaling gelijk loopt, loopt het hart ook gelijk,” zei Aert in het algemeen, maar eigenlijk alleen tegen Miep. Ze had het idee dat Dorinde iets alerts kreeg. “Volgens mij heb je aanleg voor yoga,” zei Aert. “Waarom kom je niet een keer proefles volgen?’’ “Nou,” zei Miep. “Dat weet ik nog niet zo.”

“Denk er over na,” zei Aert. Dorinde was inmiddels klaarwakker. Anders lodderde wat rustig voor zich uit. Nu Aert had gekregen waar hij blijkbaar op uit was geweest, liet hij Dorinde met nog meer fanatisme vertellen dat Aert het allemaal van haar geld deed. Bijna verbeten volgde de naam van het ene dure hotel op het andere. Het was alleen jammer dat het publiek inmiddels allemaal vredig zijn eigen gedachten volgde. Miep kon zich echt heel veel bij een yoga les van Aert voorstellen, maar het had allemaal niet veel yoga te maken.

Het afscheid was allerhartelijkst. Anders en Miep zwaaiden Aert en Dorinde uit tot de auto om de hoek van de straat was verdwenen. Anders sloeg zijn armen om haar heen. Hij drukte haar tegen zich aan. Met dezelfde wat lodderige blok, die hij al de hele avond was, zei hij:  “Wat er ook gebeurt; jij gaat natuurlijk helemaal niet naar de yogalessen van die clown.” Anders lachte een keertje. “Onbeleerbaar die jongen, echt onbeleerbaar.”Het viel Miep op dat Anders’blik niet eens anders was geworden. “Hoe bedoel je?” vroeg Miep zo onschuldig mogelijk, maar ze voelde zich rood worden tot in haar nek. “Aert heeft radar,” zei Anders. “Dat moet ik hem dan weer toegeven. Hij weet heel goed waar  jij gevoelig voor bent. Dorinde weet dat trouwens ook. Die kreeg steeds meer de pest in.”

”Nou,” zei Miep en ze hoopte maar dat het geloofwaardig klonk. Anders lachte een beetje schamper. “En jij hebt natuurlijk helemaal niets gemerkt.” Miep bleef er bijna in. “Nou ja,” zei ze, “ik vond hem soms wel een beetje opdringerig, maar verder niet echt eigenlijk” Het was een zo doorzichtige leugen dat Anders hem volkomen negeerde. “Opdringerig,” deed hij Miep overtuigend na. Miep keek Anders schuldbewust aan. Het gemak waarmee ze ooit Rinus en Jarno had gedumpt en Henk bedrogen, ontbrak bij Anders totaal en heel soms was dat jammer. Ze voelde zich hartstikke schuldig tegenover Anders over de aantrekkingskracht die Aert op haar had met zijn gladde praatjes over verlichting en yoga met zijn India hemd aan. Aan de andere kant kon Miep, die aantrekkingskracht ook niet ontkennen. Misschien kon ze een keer bij een yoga les gaan kijken. Alleen maar uit interesse, in de yoga natuurlijk. Miep gaf Anders een kus. “Natuurlijk ga ik niet,”  zei ze, maar ze betwijfelde sterk of Anders haar geloofde.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten