Ninonne kwam de schrijfkamer van de Meesteres binnen. De
Meesteres zag er natuurlijk weer schitterend uit in haar bescheiden zwarte zijden
jurk. Het was Ninonne al eerder opgevallen dat de Meesteres zich altijd kleedde
naar de situatie. In haar schrijfkamer was de Meesteres altijd de verlichte
bescheiden aristocrate, die zich op basis van recht en rede verzette tegen de
vele misstanden in het Koninkrijk. Het waren haar halfanonieme pamfletten, die
haar in Parijs onder filosofen en vrijdenkers zo populair maakten. Daar speelde
ze dan ook met verve de nobele alleenstaande vrouw, die ondanks haar
onuitputtelijke rijkdom gewoon toch nog oog had voor de noden van het gewone
volk. Waar de gemiddelde aristocrate alleen maar haar best deed om zich uit te
laten nodigen in Versailles om zich daar in een leven van feesten en seks te
storten, bleef de Meesteres liever bescheiden in de provincie. Omdat de
Meesteres nu eenmaal heel bescheiden was, nodigde ze van haar kant natuurlijk
zo min mogelijk gasten uit. Daar ook filosofen en vrijdenkers nu eenmaal
moesten leven, vergaven ze het de Meesteres graag in ruil voor haar royale
steun. Het gerucht ging dat Pierre Choderlos de Laclos zijn “Les Liasons
Dangereuses’ aan haar had willen opdragen. Ninonne geloofde het allemaal wel;
ze was ooit stiekem begonnen aan het boek, dat toch mogelijk iets te maken had
met haar Meesteres, maar ze had het al snel te moeilijk gevonden.
Ninonne had grotere en veel concretere ergernissen in het
leven dan een boek dat ze maar half begreep. De Meesteres had niet haar, maar
Celle meegenomen naar de schrijfkamer en ze zag dat de Meesteres het meisje,
naakt en geboeid onder haar bureau had gepropt. Dat kon natuurlijk nooit
comfortabel zitten, stelde Ninonne tevreden vast. Terwijl de Meesteres haar
ongetwijfeld briljante gedachten op papier zette, werd ze gehinderd door Celle,
die vol overgave haar hoofd in het kruis van de Meesteres had begraven. Hoewel
de Meesteres tegenover Ninonne de indruk probeerde te wekken dat zij zowel
Ninonne als de geknielde Celle niet opmerkte en eigenlijk diep in gedachten
verzonken was, wist Ninonne natuurlijk wel beter. “Zet de thee maar op het
bureau,” zei de Meesteres quasi afwezig. Ninonne zette het blad net iets te
hard, maar lang niet zo hard als ze had gewild, op het bureau. De Meesteres
strafte haar gelijk door haar verder geen blik waardig te keuren. De korte
goedkeurende blik of de toevallige aai over haar hand bleven dit keer uit.
Ninonne draaide zich mokkend om en ging weer naar de keuken. Ze deed de deur
van de schrijfkamer zo langzaam mogelijk dicht. Misschien had de Meesteres, die
soms toch wel heel erg mild was, het haar al vergeven, maar niets van dat
alles. Ze was lucht voor de Meesteres, die vast ergens tussen haar eigen diepe
gedachten en de tong van Celle met haar gedachten was. Ninonne ging smartelijk
zuchtend en sneu genegeerd terug naar de keuken.
In de keuken flodderde Ninonne wat ongeïnspireerd rond tot
het tijd werd voor de lunch. Tegen die tijd was ze weer helemaal vergeten dat
ze van plan was om de Meesteres weleens een keer te laten merken dat ze niet
met zich liet sollen. In plaats daarvan sloofde ze zich juist extra uit. Als ze
nu wat extra aandacht aan de lunch besteedde, zou de Meesteres haar vast wel
weer willen vergeven. Hoezeer Ninonne
ook haar best had gedaan, toen ze opnieuw de schrijfkamer van de Meesteres
binnenkwam, keek deze niet eens op. “Zet maar neer,” zei de Meesteres. Tot
Ninonne’s grote ergernis lag Celle opgekruld als een puppy tegen de Meesteres
aan te duwen. De jurk van de Meesteres was nu weer naar beneden, maar dat was
voor Ninonne maar een schrale troost. “Wat sta je daar nou?” vroeg de Meesteres.
Het was het soort ontspannen toon dat de Meesteres alleen maar gebruikte
wanneer ze net daarvoor was klaargekomen. Ninonne keek stuurs naar beneden. Ze
had Celle, die wel erg zichtbaar lag te genieten en wat nog erger was, ook heel
erg op haar plekje, het liefst een schop gegeven. Teef, dacht Ninonne.
De Meesteres keek op en Ninonne zag het wrede lachje rond
haar welgevormde lippen. “Soms,” zei de Meesteres, “is de inspiratie gewoon
even op. Dan moet je gewoon even wat anders.” Ninonne zei niets; ze keek wel
uit. “Herken je dat?” vroeg de Meesteres ongeïnteresseerd. Ninonne zei niets,
maar de Meesteres stond op van haar stoel. Ze knielde even bij Celle neer. Zonder
waarschuwing pakte ze de tepels van het meisje en draaide ze een halve slag om.
Het meisje piepte een keer pijnlijk, maar de Meesteres negeerde haar verder. De Meesteres gebaarde Ninonne zich uit te
kleden. “Ik moet gewoon even mijn gedachten kunnen verzetten voor ik weer
verder ga,” zei de Meesteres, “schiet eens op.” Zo snel als ze kon kleedde Ninonne
zich uit. Ze zag dat Celle vanaf de vloer vooral tekortgedaan lag te kijken. Ninonne
was vastbesloten om haar eens te laten zien hoe je de Meesteres echt diende. “Kom
hier,” zei de Meesteres. “Steek je polsen uit.” Ninonne liet haar polsen boeien
en keek toe terwijl de Meesteres de boeien aan een ketting bevestigde. Die
ketting liep langs een bijna onzichtbare haak in het plafond. Door de handige
katrol en hefboom kostte het de Meesteres weinig moeite om Ninonne aan haar
armen op te hijsen. De Meesteres hing Ninonne aan haar polsen aan het plafond,
maar zorgde ervoor dat Ninonne’s voeten nog net de vloer raakten. Der Meesteres
had genoeg ervaring mee te weten dat je niemand al te lang aan zijn of haar
polsen kon laten hangen zonder dat je de gewrichten uit de kom trok. Omdat
Ninonne nu nog steeds een groot gedeelte van haar gewicht op de bal van haar
voeten kon laten rusten, kon de Meesteres haar veel langer laten hangen.
De Meesteres greep Ninonne bij haar billen en zette haar
nagels er in. Ze drukte Ninonne’s kruis tegen zich. Ze kuste Ninonne vol op
haar lippen, maar toen Ninonne probeerde te reageren, draaide de Meesteres haar
eigen hoofd lachend weg. De Meesteres
liep naar Celle en maakte het meisje los. “Ga de zweep halen,” beval de Meesteres
aan Celle, die met zichtbare tegenzin aan het bevel van Meesteres voldeed. “Stumper,”
zei de Meesteres schamper toen Celle de kamer uitholde. Ninonne lachte een keer
ondanks haar hulpeloze positie. “Zo,” zei de Meesteres, “vinden wij het fijn
dat ik zo slecht wordt gediend?” Ninonne schudde voor zover de armen langs haar
hoofd dat mogelijk maakten, heftig van nee. “Geeft niet,” zei de Meesteres, die
Ninonne’s ontkenning gewoon negeerde. De Meesteres pakte een sjaal van haar
tafel en bond die handig tussen Ninonne’s kaken vast. Omdat de Meesters was geïrriteerd,
trok ze de sjaal net iets harder aan dan normaal. Ninonne voelde de zijde
snijden in haar wangen. Inmiddels was Celle, die soms opeens wel heel snel kon
zijn al weer terug met de zweep. Ze wilde knielen om de zweep aan de Meesteres
te geven, maar die trok het leren apparaat bijna nijdig uit haar handen. De meesteres
liep naar achteren en daarmee uit het gezichtsveld van Ninonne, maar de eerste
zwiepende slag zorgde er voor dat Ninonne toch precies wist waar de Meesteres
was. Ninonne kreunde, maar probeerde zich in te houden. De volgende drie slagen
volgden elkaar in een straf tempo op. Daarna hielden de slagen op Ninonne’s rug
en billen weer even op. Ninonne rukte vooral niet te hard aan haar boeien, want
ze wist dat dat zinloos was en alleen maar voor extra kramp zorgde. Ninonne
beet in de zijden sjaal en wachtte op de volgende serie slagen. De Meesteres
sloeg bijna altijd in korte series. De eerste nieuwe slag kwam op haar billen
terecht. Ninonne zette zich klem en ving de twee volgende slagen op haar billen
kreunend op.
“Zo,” zei de Meesteres, “daar voel ik me echt beter van.”
Ninonne hing wat moeilijk aan haar boeien, maar ze bleef zo stil mogelijk
balanceren. “Weet je,” ging de Meesteres verder, “ik ben vandaag echt lekker
bezig geweest.” Omdat Ninonne niet instemmend genoeg knikte, sloeg de Meesteres
haar met de zweep goedmoedig op haar billen. “Opletten,” zei ze,” hoe willen
jullie nou eigenlijk ooit gelijke rechten krijgen als opletten al moeilijk is?”
Ninonne hing stil te luisteren. “Goed zo,” zei de Meesteres, “het zou toch
jammer zijn als Voltaire en de Sade gelijk kregen met hun eindeloze verachting
voor het gewone volk.” Ninonne voelde
dat het steeds moeilijker werd om op de bal van haar voeten te blijven staan en
de aard van het betoog van de Meesteres ontging haar volkomen. “Je let niet op,”
zei de Meesteres. “Ik doe zo mijn best, maar jij let nog steeds niet op.” Ze
pakte Ninonne’s tepels en kneep er gemeen in. Ninonne probeerde weg te komen,
maar de boeien boven haar hoofd hielden haar op plaats. “Pak de klemmen,”
commandeerde de Meesteres. Celle sprong op en gaf de al klaarliggende klemmen
gelijk. “Teleurstellend,” zei de Meesteres. “Juist zo’n verlichte persoonlijkheid
als ik,” de Meesteres lachte cynisch, ‘zou toch ook verlicht en oplettend
personeel moeten hebben.” De Meesteres zette de klemmen op de tepels van
Ninonne, die gesmoord gilde van de pijn. Ninonne probeerde de klemmen van haar
borsten te schudden, maar dat deed nog meer pijn. Toen dat niet hielp, hing ze
aan haar boeien en begon gesmoord te huilen. De pijn was echt ondragelijk. “Kijk,”
zei de Meesteres, “Madamme de Tourvel was gewoon een slechte dame, maar ik heb
alleen maar het beste met de wereld voor.” Ninonne kreunde en was tot alles
bereid om de pijn te laten stoppen. “Wat denk jij?” vroeg de Meesteres zorgelijk,
“heb ik iets van Madamme de Tourvel?”
Ninonne had geen idee wie of wat haar betreft wat Madamme de Tourvel
was, maar ze had van de Meesteres begrepen dat deze juist niet deze dame
vergeleken wilde worden. Ze schudde heftig haar hoofd in een poging de
Meesteres gunstig te stemmen. “Aan de andere kant,” zei de Meesteres wreed
lachend, “misschien heb ik toch wel iets van Madamme de Tourvel.” Ninonne rukte
van pijn en frustratie aan haar boeien. Ze kreunde en de Meesteres zag dat Ninonne op punt van instorten stond. Ze haalde
de klemmen van Ninone’s tepels af. Ninonne voelde een snijdende, maar
bevrijdende pijn toen haar tepels hun oude vorm weer terugkregen. Daarna liet
de Meesteres ook de ketting iets vieren. Ninonne kon nu niet alleen volledig op
haar voeten staan, maar ze kon zelfs haar armen een paar centimeter bewegen.
“Volk van Frankrijk,” begon de Meesteres op gedragen toon, “u
bent reeds lang onderdrukt, onderdrukt door de staat, door de kerk en vooral
door uw eigen valse moraal.” Ninonne haalde een keer diep adem. “Opletten,”
snauwde de Meesteres. Ze sloeg Ninonne met de zweep op haar billen. Ninone
worstelde zich met moeite overeind. “Alleen als u als burger zelf uw eigen natuurrecht
terugneemt om over u zelf te beslissen en uw eigen vrijheid te beleven, zoals u
wil, zal u waarlijk vrij zijn,” ging de Meesteres verder. Ninonne begon te
huilen. Hoe ze ook haar best deed; de
pijn werd gewoon te erg. De Meesteres keek verstoord op. “Ook dat nog,” zei ze
onvriendelijk, maar het was ook de Meesteres wel duidelijk dat Ninonne
inmiddels echt op was. Soms gedroeg de Meesteres zich echt, zoals ze soms zelf
ook deed, stelde Ninonne vast. Alleen won de pijn het van haar gevoel van
triomf. De Meesteres maakte de ketting met zichtbaar ongenoegen, bijna mokkend,
los om Ninonne’s armen te laten zakken. “Kniel,” commandeerde de Meesteres, die
zichtbaar was geïrriteerd, omdat Ninonne op deze kinderachtige manier haar
betoog verstoorde. “Ik weet het niet,” zei de Meesteres wreed, “soms vraag ik
me echt af waarom ik je niet terugstuur en alleen Celle hou.” Ninonne knielde
en kroop onder de kritiek van de Meesteres in elkaar. Zo achteloos mogelijk
maakte de Meesteres Ninonne’s polsen vast achter haar rug. De Meesteres duwde
Ninonne’s gezicht naar de grond. Ze voelde zich vreselijk, want ze had de
meesteres nu wel heel erg teleurgesteld. “Misschien kan ik nu eindelijk de rest van
mijn betoog voorlezen,” zei de Meesteres. Ninonne hoorde amper de rest van het
verhaal waarin veel over vrijheid en rechten voor iedereen werd gesproken. De
Meesteres was altijd op haar best wanneer ze sprak over de rechten van of voor
anderen. “Wat vind je er van?” vroeg de Meesteres. Ninonne zei niets. Ze knikte
maar een paar keer en hoopte dat het overtuigend overkwam. “Kinkels,” zei de
Meesters minachtend, “jullie weten niet eens wat je met je vrijheid aan moet.” De Meesteres
had nu eenmaal veel behoefte aan bewondering en Celle was in een hoekje van de
schrijfkamer gekropen en Ninonne was alleen maar bezig met haar nog steeds
pijnlijke armen en tepels. Ninonne tilde moeizaam haar hoofd op. “Mooi,” zei ze
moeilijk. “Wel moeilijk, maar ook erg mooi.” Het gezicht van de Meesteres
verloor nu toch iets van haar stuurse uitdrukking. “Ja,” zei ze bijna
kinderlijk tevreden, “ik geloof best dat het moeilijk voor je is.” Daarna
draaide zich om naar Celle, die nu eenmaal minder ervaring met de Meesteres had
en daarom niet zo snel wist wat ze moest antwoorden. “En jij?” vroeg de meesteres
snijdend. Celle had natuurlijk ook geen idee en probeerde nog verder in de hoek
weg te kruipen. Dat maakte de Meesteres alleen nog maar woedender. “Ik had je
gewoon daar moeten laten!” schreeuwde de Meesteres. Ninonne wist nog steeds
niet waar ‘daar’ was, maar op dit moment was dat haar minste zorg. De Meesteres
greep Celle bij haar haar en sleurde het piepende meisje overeind. Het zag er
verschrikkelijk uit, maar Ninonne zag met haar kennersblik dat de Meesteres het
met beleid deed, anders had ze nu een flinke pluk van Celle’s haar van haar
hoofd afgetrokken. In plaats daarvan gaf ze Celle toch de mogelijkheid om half
overeind te komen en gebukt achter de Meesteres aan te lopen. “Naar de kelder,”
commandeerde de Meesteres, “ misschien kan ik jou daar beter opvoeden.” Daarna
wende ze zich tot Ninonne. “Ga naar de slaapkamer,” beval ze, “als ik terug ben
van deze slet, wil ik dat je in bed ligt.” Ninonne worstelde zich moeizaam overeind
en keek de Meesteres vragend aan. “Wat kijk je?” vroeg de Meesteres. “Je kleren
ruim je later wel op en ik weet zeker dat je ook met de handen op je rug wel
een mogelijkheid vind om in de slaapkamer te komen als je maar wil.” Ninonne
liep snel langs de jammerende Celle heen naar de slaapkamer van de Meesteres.
Ze had natuurlijk toch een beetje meelij met Celle, maar de gedachte aan een
hele middag in het bed van de Meesteres maakte dat ze alle pijn vergat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten