woensdag 19 november 2014


MIep VI en VII (44.000 Woorden II)

Henk was een lieve jongen en hij deed zijn best om carrière te maken bij Simon de Wit, maar echt een fantasievolle minnaar was hij toch ook weer niet. Bijna iedere zaterdagavond, maar dat kon als de televisie erg leuk was, ook wel zondagmorgen worden, deed Henk trouw zijn echtelijke plicht. Hij streelde Miep dan een paar keer over haar borsten en tepels. Daarna vond hij dat hij meer dan genoeg had gedaan aan moderne dingen als voorspel.  Nogal fantasieloos ging hij dan op Miep liggen en duwde zijn inmiddels keiharde penis met weinig overleg bij haar naar binnen. Na een aantal, eerlijk is eerlijk, stevige stoten, begon Miep dan toch wel in de stemming te komen, maar voor Henk was de koek dan alweer bijna op. Luid kreunend kwam hij dan klaar. Vaak werd zijn orgasme gevolgd door de opmerking: “Dit keer was het raak; ik voel het.” Vanaf het begin was Henk namelijk, overigens vooral op aandringen van zijn  moeder, maar met één ding bezig. Henks moeder wilde zo snel mogelijk oma worden en dat kon alleen als Henk zo snel mogelijk vader werd. In het begin had Miep daar nog wel moeilijk over gedaan, veel hoofdpijn en zo, maar sinds ze die nieuwe pillen had, was het met de hoofdpijn een stuk minder. Miep vond het zelf wel een giller dat juist Henk altijd zo goed in de gaten hield of ze haar anticonceptiepil wel op tijd in nam. ‘Lieverd, vergeet je pil niet tegen de hoofdpijn.” Miep slikte ze braaf. Zo af en toe, tussen twee cycli van de pil door was het voor Henk dubbel feest. Nu Miep Henk beter kende en dus ook beter wist wat hij lekker vond, lukte het haar meestal wel om hem met minimale inspanning naar zijn hoogtepunt te pijpen. Het was altijd wel even oppassen, voor voorvocht, maar ze wist zich nu toch wel bijna altijd op tijd terug te trekken. De lakens en de nieuwe wasmachine waren er goed voor.

Eigenlijk was Miep best verbaasd over haar eigen onvrede. Ze had nu een goede man, die op zijn eigen wat sullige manier van haar hield. Hij deed zijn best om vooruit te komen in het leven en hij dronk niet, hij sloeg haar niet, maar ondanks dat alles miste ze wat. Het leven met Rinus was vast uitzichtloos geweest, maar de hartstocht dan wel weer heel ruw en echt. Rinus dronk vaak te veel, sloeg haar soms, maar op een bepaalde had hij ook wel wat. Henk was vooral op papier de beste keuze geweest. De allereerste keer dat ze Henk had gepijpt, had hij heel even sterk en bijna dominant geleken, maar achteraf gezien, was hij voor alles gewoon een beetje lomp en onhandig geweest.

“Ik weet het niet hoor,” zei Vrouw van Oorschot bedachtzaam, “Henk is toch wel een aardige jongen.” “Natuurlijk,” zei Miep, “maar daar gaat het niet om.” Vrouw van Oorschot heette eigenlijk gewoon Johanna Maria van Oorschot, maar als gescheiden vrouw met kind, werd ze om onverklaarbare reden door iedereen in het portiek ‘Vrouw van Oorschot’ genoemd. De meeste vrouwen in de portiek ervoeren een  gescheiden vrouw in hun portiek toch vooral als een schande. Zij verdachten haar er allemaal van om op hun mannen te loeren. De gedachte, dat het misschien eerder andersom was, kwam niet eens in een van hun hoofden op. Maar juist deze reputatie van gevaarlijke vrouw  had er voor gezorgd dat Miep naar Vrouw van Oorschot ging voor goede raad in deze delicate kwestie. Ze paste toch ook al op die bastaard van Vrouw van Oorschot, bedacht ze pragmatisch. Vrouw van Oorschot kon daarom best een keer iets terug doen. “Ach,” zei Vrouw van Oorschot, “om je man nou te verlaten, omdat het zo’n goede man is. Daar zou ik goed over nadenken. Als het nou een slechte man was. In dat geval kon ik er nog inkomen.” “Maar hoe zat dat dan bij jullie?” vroeg Miep. “Jan is bij mij weg gegaan,” zei Vrouw van Oorschot, “voor die sloerie van de Achterweg.” Miep had geen idee, wie ze bedoelde, maar ze vroeg niet verder. “Misschien kan je hem een beetje opvoeden,” zei Vrouw van Oorschot. “Henk?” vroeg Miep verbaasd. “Hoe bedoel je?” Alleen het idee al. “Misschien kan je hem vertellen wat jij lekker vindt.” Miep moest al blozen bij de gedachte. “Hij ziet me aankomen,” zei ze. Vrouw van Oorschot moest zelf ook toegeven dat dat wel een erg ver gezochte gedachte was. “Misschien moet je het gewoon over laten waaien,” zei ze. Miep schudde vastberaden haar hoofd. “Dat nooit,” zei ze, “dan word ik gek,” en ze meende het hartgrondig.

“De NVSH,” zei Vrouw van Oorschot opeens, “daar kunnen ze je vast wel helpen.” “Dat is toch voor sletten en hoerenlopers?” vroeg Miep wantrouwig. Vrouw van Oorschot haalde haar schouders op. “Wil je nou wat of niet?” Daar had ze natuurlijk wel gelijk in. “Bij de NVSH hebben ze natuurlijk voorbehoedsmiddelen, maar ook voorlichtingsmateriaal,” zei vrouw van Oorschot. “Voorlichtingsmateriaal over seks?” vroeg Miep. “Nee, over aardappelen schillen,” zei Vrouw van Oorschot droog. “Natuurlijk over seks.” Ze keek Miep ironisch aan. “Ja, dat ken ik,” zei Miep terwijl ze een misprijzend gezicht trok.  “Nee,” zei Vrouw van Oorschot, “serieus.” Miep kende dat soort boekjes natuurlijk wel. Ze bestonden uit een spannend verhaal en een paar slechte zwart-wit foto’s. Soms stonden er wel wat meer foto’s in, maar was de tekst in een voor Miep onleesbare taal. Toen Wim, de broer van Rinus nog in dienst lag in Duitsland, hadden zij en Rinus er wel veel gelezen.  Wim nam er ieder weekend wel een paar mee. “Bij de NVSH hebben ze ook serieuze boeken over seks,” zei Vrouw van Oorschot. Het leek Miep sterk, serieuze boeken over seks.

Ten eerste was het voor Miep best moeilijk geweest om de NVSH te vinden. Dat was toch niet iets waar je snel naar vroeg bij je vrienden en buren. Miep vond het al erg genoeg dat ze Vrouw van Oorschot in vertrouwen had moeten nemen. Miep vond het trouwens wel opvallend dat prompt een gescheiden vrouw met een kind nou net wist wat de NVSH was. Iets moest er toch niet kloppen aan die vrouw; vond Miep, daar hadden de andere buren vast gelijk in. Daarna bleek de NVSH ook nog uit een soort vereniging te bestaan met allemaal mensen waar ze al op de huishoudschool zo’n hekel aan had gehad. Natuurlijk was ze toch al zenuwachtig geweest om bij zo’n club naar binnen te gaan, maar als ze dan nog tegen types als Zuster Ria, of desnoods Zuster Agaath was aangelopen; dan had ze er tenminste nog wat mee gekund. In plaats daarvan was ze geholpen door een mevrouw, die zich wel aan haar had voorgesteld, maar dat was Miep al lang weer vergeten. De vrouw had haar behandeld met zo’n houding van: ook voor meisjes uit een wel heel eenvoudig milieu zijn wij gewoon toegankelijk en eigenlijk ben ik best wel goed met dat soort mensen. Die houding had Miep niet echt geholpen om haar hart uit te storten, maar dat was ook in het geheel niet nodig geweest. De vrouw had haar volkomen ongevraagd verteld dat het helemaal niet erg was dat ze seks eng vond, maar dat het juist iets heel moois was tussen man en vrouw. Het was natuurlijk belangrijk dat haar man het leuk vond, maar ze moest zelf ook proberen er van te genieten. Verder hoefde ze zich niet te schamen als ze af en toe seks hadden, maar juist niet probeerden om zwanger te worden. “Je mag het best zelf ook leuk vinden,” had de vrouw haar monoloog afgesloten. Daarna had ze zonder na te vragen of Miep daar wel voor was gekomen nog een verantwoorde brochure met de titel ‘De Moderne Vrouw en haar Seksualiteit’ meegegeven en een boekje over het ‘verantwoord gebruik van voorbehoedsmiddelen.’  Daarmee was het ‘gesprek’ blijkbaar afgelopen. Al met al was het voor Miep een weinig leerzame en vooral een teleurstellende ervaring van nog geen half uur geweest. Het enige voordeel voor Miep was dat ze nu voor het eerst van haar leven zelf ergens op af was gestapt als het over seksualiteit ging.  Op weg naar de metro gooide ze de brochures en het aanmeldingsformulier van de NVSH weg in een prullenbak toen ze op de tram stond te wachten. “Stelletje viezeriken,” mompelde ze en ze meende het hartgrondig.

Nu Miep deze stap had gezet en toch wel goed in haar oren had geknoopt dat ze als vrouw zelf ook van seks mocht genieten, besloot ze er toch maar ook echt werk van te maken. Alleen hoe begon je over zoiets?  Het was toch niet iets waar je snel over sprak, ook niet, of misschien wel zeker niet, tegenover je eigen man. Terwijl ze op een avond samen wat rozig op de bank zaten, nestelde Miep zich voorzichtig in de armen van Henk. De mandfles echte Italiaanse Chianti, die Henk had meegenomen van de zelfbedieningssupermarkt begon een al beetje zijn werk te doen. “Gezellig,” zei Henk. “Ja,” zei Miep terwijl ze er voor zorgde dat ze zich nog dieper tegen zijn kruis nestelde, “echt gezellig.” Hoe bracht je zoiets te sprake? bedacht Miep zich wanhopig. En dan zeker bij Henk, die zelfs voor een man, niet bijster snel van begrip was. “We moeten toch weer eens naar de film gaan,” zei Miep. Henk haalde goedmoedig zijn schouders op. Hij zat het liefste thuis, maar hij wilde deze prettige avond niet verpesten met zijn vadsige tegenwerpingen. “Wat was nou ook alweer de laatste film waar we naar toe zijn gegaan?” “Tarzan, geloof ik,” zei Henk, die wel begreep dat hij voorlopig nog niet van het onderwerp ‘naar de film gaan’ af was. “Spannend hoor,” zei Miep met een ondeugend lachje. “Nou,” zei Henk met een toon die niet veel te raden over liet. En als Miep eerlijk was, had Henk gewoon gelijk. Het was een zwart-wit draak, zoals die alleen nog bij Odeon werd gedraaid. “Of je naar Danny Kay zat te kijken; ik was liever naar Jerry Lewis gegaan,” verduidelijkte Henk zijn ongenoegen. “Ja, ja,” zei Miep snel. Het was niet het moment om Henk aan het mokken te krijgen. “Ik vond het wel spannend,”  zei ze,  “vooral toen Jane was vastgebonden door die negerstam.” Het maakte bij Henk geen duidelijk zichtbare emoties los. “Heb jij dat nooit?” vroeg Miep. “Dat jij mij dan wil bevrijden terwijl ik gevangen ben.” Voor Henk was het ook vrijdagavond en hij had blijkbaar geen zin om met Miep ruzie te maken. “Natuurlijk wel,” zei Henk met niet gemeend enthousiasme, “ik zou ze allemaal voor je wegjagen.” Hij keek er zelfs een beetje stoer bij. “En dan?” vroeg Miep. “Dan zou ik je losmaken en meenemen naar de beschaving,” zei Henk praktisch. “Heb je dan niet de behoefte om mij vastgebonden te houden en dan een keer je wil op te leggen. Gewoon, lekker spannend.” Miep keek gespannen naar Henks gezicht. “Nee hoor schat,” zei Henk, die meende daarmee de tekenen van de tijd goed te lezen. “Daar voor respecteer ik je veel te veel.” “Heb je dan nooit het gevoel, dat je me liever stevig vast, gehoorzaam en bang hebt,” vroeg Miep dringend. “Nee hoor,” zei Henk en tot Mieps grote teleurstelling zag hij er ook nog uit alsof hij het meende.  Ze zuchtte maar een keer diep en liet zich berustend tegen hem aan zakken. Henk sloeg zijn armen om zich heen. Aan zijn zelfingenomen blik te zien, vond hij dat hij zich er goed uit had gedraaid. Lomperd, dacht Miep, maar ze wist dat dat onrechtvaardig was. Goeierd, was een beter passend scheldwoord.

Miep besloot die avond toch nog één poging te wagen. Omdat ze heel goed wist hoe ze Henk enthousiast moest krijgen, begon ze alvast maar op de bank. Ze liet haar hoofd zakken en beet voorzichtig in Henks kruis. Daarna deed ze het nog een keer iets steviger, alsof ze het de eerste keer als een grapje had bedoeld. Henk pakt haar stevig bij haar hoofd en hield haar goed vast, maar in plaats dat hij haar hoofd in zijn kruis duwde, hield hij haar op een veilige tien centimeter afstand. Ondanks dit misschien wat moeilijke begin was Henk wel lekker in de stemming gekomen. Miep kleedde zich snel uit en ging naakt bovenop het bed liggen. Ze pakte de spijlen aan het hoofdeinde van het bed stevig vast en keek zo smachtend als maar mogelijk was naar Henk, die haar nogal enthousiast was gevolgd. . Dat had zonder meer effect. Met een erectie, zoals Miep die in tijden niet meer bij Henk had gezien, stortte hij zich vol op haar. Gelukkig was ze al nat, want Henk was iedere gedachte aan voorspel vergeten. Hij stootte in één keer diep door. Miep voelde hij ze gespietst werd. Henk ging te keer als een beest en Miep probeerde de stoten eerst nog even op te vangen, maar daar zag ze al gauw vanaf. Ze liet Henk maar betijen. Henk gaf een brul en bleef toen uitgeput op haar borsten liggen. Het abrupte einde, na het veelbelovende begin was een enorme anticlimax voor Miep. Henk kuste nog een paar keer plichtmatig haar borsten en rolde toen naar de eigen kant van zijn bed. “Dat was heerlijk,” zei hij nog tegen Miep en hij was er heilig van overtuigd dat hij haar een compliment maakte. Miep lag stil en bijna verkrampt naar het plafond te kijken. Op zulke momenten haatte ze Henk meer dan die zelfingenomen gelukzalige grijns ooit kon weten. Henk lag voor haar gevoel al uren te snurken terwijl Miep klaarwakker en bijna huilend van de frustraties in het echtelijke bed lag.

VII

Voor de komst van die vreselijke metro kwam Henk iedere maandagavond pas laat thuis. Zeker als de Maastunnel weer eens helemaal dicht stond. Nu de metro er echter  wel was, nam hij deze vanaf het Centraal Station naar het Zuidplein. Henk zette daar tegenwoordig zijn fiets neer en hij was dan zo thuis. Hij moest nu eenmaal iedere maandag naar Zaandam om daar te horen wat de nieuwe  aanbiedingen voor de komende week waren en hoe Henk zijn winkel in moest richten. Daarnaast werden de filiaalchefs geoefend in zaken als klantvriendelijkheid en het omgaan met personeel. Meestal kwam Henk boos, mokkend en vooral onbegrepen thuis. Meneer Jacob mocht dan de zoon zijn van een van de oprichters; hij had er allemaal totaal geen verstand van, wist Henk.  Dat wrong des te meer, omdat meneer Jacob wel gewoon de baas was en het niet na liet omdat ook te laten blijken. Meneer Jacob was niet zo van de inspraak. En ook een ambitieuze filiaalchef uit Rotterdam Zuid werd door hem met harde hand en een geaffecteerd toontje tot de orde geroepen. Het gevolg van meneer Jacobs ouderwetse ideeën was wel dat Miep bijna iedere maandag met een huilerige namokkende echtgenoot zat. Eerst had Miep nog Henk getroost en vooral gelijk gegeven, maar toen meneer Jacob werd vervangen door de veel jongere Maarten Tulkens en de klachten gewoon iedere maandag bleven komen, ging Miep zich beperken tot het alleen nog aanhoren van Henks klachten. “Zeker omdat hij toevallig heeft gestudeerd,” werd de favoriete inleiding van de iedere volgende klaagzang van Henk. Miep begon de verhalen zo langzamerhand wel te kennen. Miep kreeg echt meer dan genoeg van Henks repeterende verhalen. Henks leven bestond alleen nog uit klagen en nog eens klagen. Miep kreeg er zo langzamerhand meer dan genoeg van, zowel van Henk als van zijn geklaag.

Miep was nooit naar de bijeenkomst van het Aksie Komité Mozambique gegaan als ze niet Wim naar school had gebracht. Daar op school hing een poster van een zichtbaar boosaardige blanke man, die een neger sloeg. Het Aksie Komité  Mozambique was speciaal opgericht om aan deze misstand een einde te maken.  Het Aksie Komité was verder tegen het kolonialisme en tegen imperialisme als uitingsvormen van het kapitalisme, maar ook nog een keer apart tegen kapitalisme en uitbuiting in het algemeen. Het was moeilijk om het er niet mee eens te zijn en een paar onderwijzers met veel haar in hun gezicht van de Kardinaal de Jongschool hadden de poster tot in hun klaslokalen opgehangen. Meneer de Jongh, de meester van de vijfde klas had Miep aangesproken toen zij naar de posters stond te kijken. “Belangrijk,” zei hij tegen haar. Miep was er van geschrokken.  “Sorry,” zei hij. “Geeft niet,” zei Miep opeens onverwacht mild.  Meneer de Jongh was een knappe jongeman, zonder snor of baard van begin dertig, met het soort jongensachtige charme dat Henk al op zijn vijftiende kwijt was geraakt, als hij het ooit al had gehad. “Kom je wel vanavond?” had Meneer de Jongh  aangedrongen. Miep had het bemerkt en ze was nu zeker van plan te komen. “Ik weet het niet,” zei ze aarzelend. “Ik ken daar niemand.” ”Nou,” zei Meneer de  Jongh. “Er komen meer ouders en bovendien: je kent mij toch.” Miep haalde haar schouders op. “Ik ken er niemand en alleen één persoon waarvan ik de voornaam niet eens weet.” Ze trok haar pruillipje. “Dat laatste kunnen we zo oplossen,” zei Meneer de Jongh. “Ik heet Jarno.” Hij lachte er blij bij. “Ik weet het niet hoor,” zei Miep. “Ik zie het wel, tot ziens Jarno.” Terwijl ze weg liep, keek ze snel op de poster waar het precies was en hoe laat.  Ze had dolgraag omgekeken, maar dan had Jarno, die op dit gebied lang niet achterlijk leek, ook wel begrepen dat zij toch wel interesse had. Ze dwong zichzelf om zonder om te kijken de school uit te lopen. Miep schudde alleen net iets meer met haar kont dan echt nodig was. Ze kon zijn blik bijna op haar rug voelen branden, maar dat kon ook iets zijn dat ze dat alleen maar hoopte.

Om zich in te dekken, had Miep nog aan Henk gevraagd of hij mee ging naar de bijeenkomst van het Aksie Komité. “Ben je gek?” had Henk geantwoord. “Vanavond is er Zeskamp op de TV.” Lang leve de televisiegids, had Miep gedacht.  Met zo’n leuk programma als Zeskamp op TV was Henk helemaal niet van de bank te branden. Voorin het rokerige zaaltje was een kleine verhoging. Daar stond een tafel op en achter die tafel zat het Uitvoerend Komité. Een van de mannen achter de tafel was Jarno. Miep zag hem eerder dan hij haar en daarom kon ze precies weg kijken toen hij opkeek. Vanuit haar ooghoeken zag ze Jarno’s gezicht oplichten, maar ze koos er voor hem niet te zien. In plaats daarvan ging bescheiden achterin in een hoekje van de zaal zitten. Ze vouwde haar benen bevallig over elkaar. Miep deed net of ze een van de folders aan het lezen was, die ze had meegenomen van het tafeltje in de gang. In een zichtbaar slecht  gestencild blaadje met nog slechter herkenbare foto’s vol zwarte vlekken werd opgeroepen tot de boycot van Zuid Afrika. “Die mannen hebben wel gevochten voor onze bevrijding,” was Henks enige commentaar op de beelden in het journaal uit dat land. “Dan zouden ze beter moeten weten,” had Miep nijdig gezegd, maar Henk was er niet eens op in gegaan. Het zaaltje was beplakt met posters die opriepen tot solidariteit met  Mozambique, Angola en Vietnam. Miep vond het wel erg veel solidariteit, maar het was vast allemaal zinnig en Jarno en zijn clubje wisten ongetwijfeld wel wat ze deden.

Een groot deel van de bijeenkomst ontging Miep. Het Uitvoerend Komité van het Aksie Komité had een aantal moties voorbereid en de aanwezigen werden geacht zich daar over uit te spreken, maar blijkbaar voelde het Uitvoerend Komité de stemming onder achterban bijzonder goed aan, want alle moties werden razendsnel aangenomen en allemaal ook nog  zonder tegenspraak. Dat schoot in ieder geval lekker op, dacht Miep pragmatisch, want ze was hier per slot rekening niet voor de politiek. Daarna hield een neger, die werd voorgesteld als James Afong een toespraak in wat waarschijnlijk Engels was. Miep begreep er niets van, maar toen de andere aanwezigen begonnen te klappen, klapte ze dapper mee. Jarno keek haar kant op. Miep lachte dapper tegen hem en draaide toen verlegen haar hoofd weg. Na de toespraak van Afong ontstond er toch nog even iets van verwarring en ruzie. Een lid van het Uitvoerend Komité, een wat oudere man met als enige een stropdas om, riep de aanwezigen op  om naar een bijeenkomst in Amsterdam te komen, maar Jarno sprong op en protesteerde daar heftig tegen. De bijeenkomst in Amsterdam was weliswaar ook voor het goede doel, maar werd georganiseerd door de CPN en het Aksie Komité  Mozambique had geen politieke banden en wilde die ook niet hebben. Dat leidde tot een stevige schreeuwpartij tussen voor- en tegenstanders. Miep joelde maar wat mee met de aanhangers van Jarno. Ze had echt geen idee waar het over ging. De voorzitter maakte een einde aan de discussie door de aanwezigen er op te wijzen dat hij beloofd had om James Afong nog naar het station te brengen en dat hij daarom de bijeenkomst wel moest sluiten. Wat de anderen er van vonden, wist Miep niet, maar zij vond het een elegante oplossing.

Toen de bijeenkomst afgesloten was, gingen de aanwezigen nog wat naruziënd naar de bar of naar huis. Alleen Miep bleef nog even bescheiden zitten om de o zo interessante folder over een Marxisties experiment  in Angola te lezen. “Ik wist wel dat je het interessant zou vinden,” hoorde Miep iemand zeggen. Ze keek langzaam op alsof ze zich met moeite uit de boeiende lectuur los kon maken. “Hoi,” zei Miep toen ze Jarno bij haar zag staan. “Goede avond,” zei ze.”Alleen aan het einde liep het even uit de hand.” “Precies,” zei Jarno. “Typisch CPN.” Miep knikte overtuigend alsof ze begreep waar Jarno het over had. “Wil je wat drinken?” vroeg Jarno.  Miep keek wat zorgelijk op haar horloge. “Nou eentje dan.” “Een biertje?” vroeg Jarno. “Voor deze keer,” zei Miep. Hij bood Miep zijn pakje shag aan. “Nee, dank je,” zei ze. “Zal ik voor je draaien?” vroeg Jarno. “Nee,”zei Miep. “Ik rook helemaal niet.”

Jarno was een gedreven man, die vastbesloten was om alle onrecht in de wereld te lijf te gaan. Dat was moeilijk, want er was nu eenmaal veel onrecht. Gelukkig kon hij hier in Rotterdam Zuid gewoon beginnen door op school alle leerlingen dezelfde kansen te bieden. In zijn vrije tijd hield hij zich bezig met de onafhankelijkheidsstrijd van de bevolking van Mozambique tegen de imperialistische Portugezen.  Terwijl hij vertelde over alles wat hij nog moest doen, keek Miep naar zijn vurige bruine ogen. Dat waren ogen om langzaam in te verdrinken terwijl zijn stem je hypnotiseerde. Miep knikte rustig en vooral uitnodigend terwijl Jarno bleef vertellen terwijl ze genoot van zijn stem. Maar uiteindelijk kwam ook aan de spraakwaterval van Jarno een eind. “Genoeg,” zei hij terwijl hij zich dwong om even zijn  mond te houden. “Ik ben een slechte gastheer. Wat vind jij?” Miep haalde haar schouders op en keek verlegen weg. “Ik vind het moeilijk,” zei ze, zowel naar waarheid als uit berekening. “Het is ook moeilijk,” zei Jarno begripvol. “De internationale strijd is nog lang niet gestreden. Wil je trouwens nog een biertje?” “Voor dit keer, nog eentje dan,” zei Miep. Voor Jarno terugkwam van de wel erg rokerige bar oefende Miep snel nog even hoe ze haar hoofd het best een beetje schuin kon houden en haar geïnteresseerde blik.

Jarno was niet alleen een gedreven spreker. Hij was ook nog lid van het Uitvoerend Komité en daarom altijd op zoek naar vrijwilligers voor de goede zaak en hier had hij er zomaar één gevonden. Miep bleek zich, tot Jarno’s grote vreugde, al jaren te interesseren voor de vrijheidstrijd in Zuidelijk Afrika. Daarnaast vond ze het wel belangrijk dat Jarno wist dat ze zelf nog geen kinderen had en dat Wim het zoontje van haar benedenbuurvrouw was.  Het gaf haar verhaal dat ze altijd al geïnteresseerd was in de bestrijding van onrecht, ook gewoon net als Jarno in Rotterdam Zuid, wat meer geloofwaardigheid. Verder had Miep het idee dat vrouwen zonder kinderen over het algemeen toch als aantrekkelijker golden  dan vrouwen met kinderen. Jarno was onder de indruk van Mieps goede zorgen, zeker toen hij de indruk kreeg dat Vrouw van Oorschot ook nog wat bij moest verdienen met het ontvangen van mannen. Maar Miep stond nu eenmaal boven al die burgerlijke vooroordelen en ving Wim toch gewoon op. Een paar kleine leugentjes, dacht Miep. Niemand heeft daar last van. En zo werd Miep vrijwilligster bij het Aksie Komité  Mozambique, maar wel alleen op woensdagmiddag wanneer Jarno er ook was. Hoe lief, verlegen en bescheiden ze ook was; ze had zijn aandringen om ook op dinsdagmiddag te komen, genegeerd. “Dat durf ik niet en ik ken daar niemand,” waren de argumenten waar Jarno’s overredingskracht het uiteindelijk op had afgelegd.

Het was voor Jarno een flink stuk om fietsen, maar hij had het er naar eigen zeggen graag voor over. “Ik heb je uitgenodigd; dan wil ik ook zeker zijn dat je niets overkomt.” Gelukkig was het warm en dat betekende dat Miep en Jarno nog makkelijk even voor de deur konden blijven staan praten. Tot Mieps genoegen fietste Jarno stil naast haar. Bij de deur stapten ze beiden van hun fiets af. Miep zag hoe Jarno zich probeerde een houding te geven, maar ze wilde niet dat hij zich opgelaten zou voelen. “Ik vond het erg leuk,” zei ze. Miep boog haar hoofd naar voren. De afscheidskus was onverwachts hartstochtelijk. Ze voelde zijn lippen op de hare en daarna zijn tong tegen de hare. Ze stonden wel een minuut zo stil tegen elkaar aan. “Ik vond het echt heel erg gezellig,” zei Miep met zachte stem tegen Jarno, die toch wel wat geschrokken leek van zijn eigen moed. “Ik zie je volgende week woensdag. Ze hield bewust haar hoofd wat schuin. “Ik kijk er echt naar uit,” zei Jarno. “Ik ook,” antwoordde Miep warm.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten